U bent hier:

MI CASA ES TU CASA - Opgelapte oldtimers en snelle tam tam op kleurrijk Cuba

Datum:06/03/2022

Met een pak Cubaanse valuta, CUC’s op zak trappen we vanaf Matanzas richting Havana. Zo begint onze tocht op Cuba. De bijzondere cultuur, natuur en Ruuds fascinatie voor oldtimers wekte onze nieuwsgierigheid naar Fidels Cuba.

Kamperen is verboden dus overnachten we in Casa Particulares bij de mensen thuis. Het is een extra bron van inkomsten voor de Cubanen, naast het karige loon van de staat, wat omgerekend ongeveer 25 euro per maand is. Bij de Casa in Matanzas mogen we onze fietsdozen stallen. De vriendelijke gastvrouw Majo neemt ons trots mee naar de donkere garage om haar oldtimer Chevrolet Bel Air te laten zien. Meest op de tast weliswaar, omdat er stroomuitval is, zien we een glimp van een wit met donkerblauw hoogglanzende oldtimer.

Als we tussen de kleurrijke oude Dodge’s, Ford’s en Chevy’s over de Via Blanca fietsen wanen we ons in de jaren 60. Wanneer we ook nog enkele paardenkarren inhalen lijkt het wel of hier de tijd heeft stilgestaan. Ze geven ons prima de ruimte op de fiets, halen ruim in en claxonneren regelmatig als teken dat ze eraan komen. De ronkende bolides stoten een gigantische walm aan roetdampen uit, gelukkig draag ik ondanks de 30 graden mijn buff, zodat ik deze af en toe voor mijn mond kan doen. Bijzonder om te bedenken dat de levensverwachting hier zo hoog is terwijl je longen worden geroosterd door deze uitstoot.

Na 3 dagen fietsen we Havana binnen via de Malecom, de 6 km lange boulevard waar de vissers op staan te hengelen en turen naar de klotsende golven. In het oude centrum Vieja met de pastelkleurige gebouwen is het warm en druk, de salsa klanken klinken uit de cafeetjes. Dit is wel het echte Cubagevoel en daar hoort uiteraard een mojito bij. We bezoeken het politieke hart van Havana, “Plaza de revolution” het plein waar Fidel Castro, leider van het land van 1959 tot 2008, uren durende toespraken hield. Fidel is geliefd en gehaat door de Cubanen. Zijn voormalig rechterhand, de op jonge leeftijd overleden Che Guevara is vooral een glorieuze held gebleven voor de meeste van hen. Kleurrijke afbeeldingen van deze twee iconen zien we alom in Cuba op huizen en muurtjes in vele varianten.

 

 

 

 

 

 

 

 

Na Havana vervolgen we onze route westwaarts, licht klimmend naar het door Unesco uitgeroepen biosfeerreservaat, Las Terrazas. Een op terrassen aangelegd tropisch gebied met pijnbomen en palmen waar vele vogelsoorten te spotten zijn. Wat een prachtige groene oase.

Bij onze Casa aangekomen hakt de eigenaar buiten met een gigantisch mes de schil van een ananas voor ons. De kippen racen er vandoor met de schillen om ze op een veilige plek te verorberen. Dan rijden we met een tuc tuc naar een zwemplek in het woud, waar we heerlijk verkoelen tussen Cubanen die hier met de hele families lijken te vertoeven.

Het slapen die nacht wil niet echt lukken, kuil in ’t bed, een gettoblaster tot diep in de nacht, vervolgens blaffende honden en tegen de ochtend kraaiende hanen en tropische vogelgeluiden. Tja dat is Cuba. Wat ben ik trouwens blij dat die honden hier overdag mooi tam zijn. Ze liggen vaak laveloos op de veranda’s en komen pas eind van de dag wat tot leven, zal de warmte wel zijn. “Mi Casa es tu Casa” is hier niets te veel gezegd, wat een warmte en hartelijkheid! We eten voor een paar CUC mee, veelal een voedzame maaltijd met bonen, rijst, kip en volop vers fruit.  

Voor ons vertrek naar Cuba maakte ik me nogal zorgen of we wel in staat waren overnachtingsplekken te vinden, dit blijkt echter geen probleem. Als we ergens overnachten wordt er gevraagd waar we de volgende dag naartoe gaan, dan krijgen we vaak al een adres van een oom, vriend of nicht die ook een Casa heeft.

Menig keer als we in een dorp aankomen staat ons al iemand op te wachten, de tam tam gaat snel hier. Zo komt er in Bahia Honda ene Tito op ons afgelopen om ons een Casa te helpen zoeken, hij wil ons wel graag eerst meenemen naar zijn restaurant voor een drankje. Enigszins aarzelend gaan we met hem mee, het voelt soms wat ongemakkelijk die gastvrijheid. Na de cola loopt hij voor ons meerdere Casa’s af, het zweet blank in zijn nek echter nergens plek. Het volgende dorp is 30 km verderop en dat met dreigend onweer in de lucht is voor ons aan het eind van de dag geen fijne optie. Hij kan wel een taxi voor ons regelen en binnen no-time liggen onze Koga’s vastgesjord op het dak van de oude groene Dodge. Tito gaat mee in de taxi waar we onder luide salsa muziek naar het volgende dorp hobbelen, we geven hem een T-shirt van Ruud als dank voor alle hulp.

 

 

 

 

 

 

Vol bewondering voor de prachtige natuur trappen we verder door West Cuba langs tabaksvelden en bananenplantages over gravel of asfalt met gaten, oplettend of er niet ineens ergens een putdeksel is verdwenen. “Ola” groetend naar de bevolking die vaak met belangstelling kijkt naar onze fietsen, want een fiets zoals die van ons zie je hier niet. Wel zien we enkelen op een oud brik van Chinese afkomst, veelal zonder adequate remmen met hun voeten over de grond remmend de heuvel af gaan.

Voor de luxe moet je hier niet zijn, het is best vaak behelpen. Langs de weg zien we veel autopech, dat kennen wij nauwelijks meer in Nederland. Hier knutselen de trotse autobezitters volop zelf aan hun heilige koe. Regelmatig kijkt Ruud even mee en zelden zit er nog originele motor onder de motorkap. Wat een creativiteit, ze maken zelf onderdelen, scharrelen her en der van alles bij elkaar. Is noodzaak want spullen importeren gaat maar mondjesmaat.

Internet thuis is er niet. Als we een groepje mensen op een pleintje bij elkaar zien zitten op hun telefoon kijkend, is de kans groot  dat het een openbare wifiplek is. Voor wifi hebben we een kraskaart waar je een code op open krast om op het wifinetwerk te kunnen, en dan maar hopen dat er signaal is om even contact te hebben met het thuisfront in Tubbergen. In Pina del Rio spreken we een Cubaan die in Duitsland heeft gewoond, hij spreekt redelijk Duits en vertelt dat hij na 4 jaar toch terug is gegaan naar Cuba want; “In Cuba kijken de mensen nog naar elkaar om en ondanks dat het leven soms zwaar is lach en dans je elke dag!” Het communistische regiem van Fidel had zo zijn voor en nadelen, mensen die wij spreken zijn er wat verdeeld over, momenteel is er een socialistisch regiem. Er is gratis zorg, onderwijs en eten voor iedereen, maar de schappen in de supermarkten zijn vaak leeg. Elke maand kan er een rantsoen op bonnen van de staat gehaald worden, verder is er een levendige handel in illegaal voedsel. In de Vinales vallei fietsen we door een wonderbaarlijk landschap van tabaksvelden waartussen de vreemd gevormde kalkstenen begroeide heuvels, genaamd mogotes omhoog reizen.

Bij de Casa aangekomen doen we een wasje en settelen ons op de veranda om uit te kijken op dit merkwaardige landschap als Ruud opmerkt dat deze veranda echt op instorten staat. Hij tipt de eigenaar en wij vertrekken voor drankje naar het dorp. Daar aangekomen worden we overvallen door een enorme hoosbui met als gevolg, de straten blank en weer stroomuitval. Teruggekomen bij de Casa blijkt ons wasje weggewaaid, mijn fietsbroek is in de kolkende rivier afgereisd naar de tabaksvelden…

 

 

 

 

 

 

Hoe verder we naar de kust fietsen hoe minder auto’s we zien. Nu vooral vervoer per paard en lopend, of in een open vrachtwagen die dienst doet als busvervoer. Het is warm, gelukkig krijgen we water mee van de Casa want onderweg is er niet veel te krijgen. Wel is er volop fruit te koop langs de weg, we kopen 12 banaantjes voor omgerekend 40 eurocent en een kopje koffie, de mierzoete variant die ze in Cuba verkopen neem ik maar voor lief.

Onze gesprekken met de Cubanen verlopen met handen en voeten omdat wij de Spaanse taal niet beheersen en zij nauwelijks Engels spreken. Tot ons genoegen treffen we in Palma Rubia een Cubaanse gids waar we de avond mee doorbrengen, hij vertelt over de bizarre regels hier, zoals dat Cubanen niet naar het paradijselijke eiland, Cayo Levisa mogen waar wij als toeristen wel een dagje verbleven.

 

 

 

 

 

 

Ook vertelt hij dat er vroeger nog met dollars betaald mocht worden, dit werd echter na aankondiging binnen 1 week afgeschaft, hij hoorde dit op de laatste dag van die week omdat hij op een internaat zat en moest toen op de vrijdagmiddag naar de bank sprinten om zijn dollar spaargeld te wisselen. Op onze laatste dag klimmen we nog een laatste heuvel op aangemoedigd door de mangoboer op een antiek zijspan die door de hobbels een deel van zijn lading verliest, de mango’s rollen over straat en we helpen hem weer wat bij elkaar te zoeken. We waren door de een Cubaan in Playa Jibacoa  al gewaarschuwd voor deze route, “a very bad road but with nice views”.

Dan zit onze tocht erop, we slaan een rummetje in, pakken de fietsen in de doos en op naar het vliegveld, hopende hier nog eens terug te keren!

Cuba en Bicicleta, een ware belevenis.

Karin Geuke   instagram@fietsenverwonder                                                                              

foto’s ; Ruud Geuke

Sponsoren


Zoeken