Additionally, paste this code immediately after the opening tag: Reisverslag van Gionchere in Rwanda (zomer 2007) - Forum Wereldfietser

Reisverslag van Gionchere in Rwanda (zomer 2007)

Voor wie het leuk vindt, hier is het complete reisdagboek dat ik, Erik, bijgehouden heb, tijdens drie enerverende weken in Rwanda. Het was de bedoeling dat het een fietsvakantie zou worden, het werd echter een vakantie waarin ook gefietst werd - maar elke dag was de moeite waard.

Afbeelding
Erik, Gert-Jan en Gerdien in Ruhengeri


In de rubriek Landeninformatie Rwanda staan de meer zakelijke ervaringen, hier is een (vind ik) leuke sfeerimpressie.

Alle foto's zijn te vinden in mijn foto-album op hyves, hetwelk vrij toegankelijk is voor iedereen.

Veel leesplezier,

Erik (Gionchere)

Berkenwoude gaat naar Rwanda (Preludium)

Maandag 6 augustus 2007

Op de kop af over een week gaan wij (mijn vriendin Gerdien, mijn dorpsgenoot Gert-Jan en ikzelf) naar Rwanda. Dit wordt met afstand de meest aparte vakantie die ik ooit heb meegemaakt. Alleen al de voorbereiding, die begon al vorig jaar met de aanschaf van alle mogelijke reisgidsen, kaarten, folders en meer van dat soort gedrukte toestanden. De oorzaak van het idee is nogal gecompliceerd, ik zal er verder niet over uitweiden, maar de ingrediënten voor het feest zijn een verloren discussie, een grote waffel mijnerzijds, een fietstocht naar Brussel en een stel Rwandezen die besloten mij tot oudste broer te bombarderen - een beslissing die bij elk bezoek (in Brussel of Berkenwoude) weer een juiste beslissing blijkt te zijn.

Ja, nee, ja, nee. Ja dus. We gaan naar Rwanda. Gerdien, Gert-Jan en ik. De afgelopen jaren toerden Gert-Jan, zijn broertje Joost en ik naar Rome - op de fiets. Dit jaar gaan de fietsen mee naar het Land van de Duizend Heuvels. De voorbereidingen gingen voorspoedig, met het nodige bid- en smeekwerk en een flinke dosis charme kreeg ik hoogstpersoonlijk die drie fietsen aan boord van een Ethiopische luchtvaartclub. Een visum, de nodige injecties (ellende!) en drie kilo kinderkleding later lijkt het erop dat een totaal uit de hand gelopen discussie toch nog concreet gaat worden. Ik ben heel benieuwd.

Iedereen kent Rwanda vanwege een morbide slachtpartij van drie maanden (met één miljoen doden) en een befaamd hotel. Maar wie kent de prachtige natuur? Wie kent de schitterende mensen? Wie kent de meren, de heuvels, de thee, de velden, de wegen, en bovenal, wie kent mijn "nieuwe familie" aldaar?

Het begon als een grap, maar uiteindelijk werd het serieus. Voor zover bekend, ga ik als eerste Perkouwer naar het Land van de Duizend Heuvels. Ik ben benieuwd...

Berkenwoude in Rwanda (deel 1)

Vertrek, maandag 13 augustus

Vandaag is de grote dag: vertrek naar Rwanda. Een heel jaar lang heb ik er naar toe geleefd. Een jaar inlezen, een jaar films kijken, een jaar uitpuzzelen wat ik er nou eigenlijk wil gaan doen. Gerdien en ik hebben heel rustig ingepakt en voor het eerst sinds ik me kan herinneren, was alles op tijd ingepakt. Net na vijf uur kwam de familie Klip ons ophalen en toerden we naar Schiphol. Daar wachtte ons een leuke verrassing: de familie van Gerdien stond ons op te wachten om uit te zwaaien. Een ware slalom met de fietsdozen later stonden we voor de incheckbalie van Ethiopian Airlines. Daar begon het gedoe waar ik al enige tijd heel bang voor was: de fietsen konden niet mee, ondanks een schriftelijke toezegging van het hoofdkantoor. Gelukkig was de combinatie van een oplossingsgericht gesprek van vader Klip in combinatie met effectief wapperen met de toezegging niet voor niets: de fietsen moesten uit de doos, maar konden door ons provisorisch worden ingepakt met stukken doos. En toen maar hopen dat ze heel zouden blijven. De service aan boord was prima en het eten evenzo. Helaas kon Gerdien niet slapen aan boord, Gert-Jan en ik hebben echter prima geslapen.

De eerste dag, dinsdag 14 augustus

In alle vroegte landden we op de luchthaven van Addis Abeba. Eigenlijk hadden we niet echt het gevoel in Afrika te zijn: de luchthaven was vrij Europees ingericht. Een leuke ontmoeting hadden we met een tweetal nonnen die ook naar Rwanda onderweg waren. Er doken ook nog een bisschop en een priester op en iedereen moest op de foto. Intussen vingen we een glimp op van onze fietsen. Ze leefden nog, het karton, dat losgeschoten was, werd netjes vastgemaakt. Gerustgesteld stapten wij het vliegtuig naar Kigali in, alwaar we precies op tijd landden: half twaalf `s morgens.

Afbeelding

De douane bleek uiterst makkelijk en nadat de beveiliging had gezien dat wij, drie opgeluchte Nederlanders met koffers en keurig verzorgde fietsen, aan kwamen zetten, konden we zonder enige controle doorlopen. De familie Nkundabagenzi, bij wie we de komende dagen zouden verblijven, stond ons al op te wachten. Een hartelijke ontmoeting volgde. De contacten via de Rwandezen in Brussel hadden uitstekend gefunctioneerd. Eerst gingen ze even langs de ambassade van Nederland om te melden dat het aantal Nederlanders in Rwanda tijdelijk met drie werd uitgebreid. De optocht naar huis (via de ambassade dus) leidde tot verschillende reacties van mensen op straat: van volkomen verbaasd tot regelrechte aanmoedigingen (courage, courage). Misschien is het ook niet gebruikelijk dat er drie fietsers achter een grote jeep aanrijden...

En dan de ontvangst bij de familie: een en al gastvrijheid en meteen eten. Oma had goed gekookt en zag erop toe dat wij niet te bescheiden bleven. Na het eten heb ik de kadootjes overhandigd: een Deltsblauwe theedoek een dito kopje en twee lepeltjes met molens, afkomstig van moeder Klip en stroopwafels en uiteraard klompen uit Bergambacht. Na Oostenrijk, België en Zwitserland staan er nu ook Nederlandse klompen in Rwanda. Op de binnenplaats integreerden we verder met de familie en zij ook een beetje met ons. Het klikt tussen de familie en ons en ik had al snel het idee dat ik de mensen al jaren ken... Een wandelingetje "Kigali by night" vormde het sluitstuk van een enerverende ontdekkingsdag.

We zijn in Afrika, we zijn in Rwanda. De eerste indruk: ik voel me er thuis (er is zelfs een kat, sorry Poesjkin...)

De tweede dag, woensdag 15 augustus

Goed geslapen, even wakker geworden door een imam met achterstallig zangonderhoud, maar de uurtjes zijn binnen. Stevig ontbeten en snel wat Rwandees geleerd. Na het ontbijt boog de familie zich over onze geplande fietsroute, met als gevolg dat alle plannen gewijzigd zijn: hun kennis van het land is tenslotte toch wel iets uitgebreider dan die van ons of van andere Nederlanders die er gefietst hebben.

De broers Isaie en Ramadhan (ook wel Khadafi en Babu genaamd) lieten ons een en ander van Kigali zien. Het Nationaal Monument (ter herinnering aan de verschrikkelijke genocide van 1994) was wegens een feestdag gesloten, maar Hotel des Mille Collines (bekend van de film Hotel Rwanda) hebben we wel gezien. Eigenlijk is het een vrij decadent, westers aandoend hotel. Ook bezochten we een kleine gedenkplaats waar destijds tien Belgische VN-soldaten zijn omgebracht. Ook dit hoort bij Rwanda...

Thuisgekomen stond er een heerlijke maaltijd klaar die nogal vulde. Eindelijk heb ik eens "ugali" op, dat is een soort "Germknödel" (bekend bij Oostenrijkgangers) en deze was eigenlijk erg lekker. Intussen was het buiten keihard gaan regenen - dat zeggen Gerdien en Gert-Jan - maar ik heb mijn middagslaapje er niet door laten onderbreken.

Voor de privé-lezers onder u: Gerdien en ik zijn vandaag anderhalf jaar samen. Dat ik het uithoud, is nog te begrijpen, maar Gerdien heeft bewezen tamelijk Erikproof te zijn; waarvan acte.

Gerdien heeft overigens ook een weblog: oosteuropaganger.hyves.nl

Berkenwoude in Rwanda (deel 2)

Vervolg woensdag 15 augustus 2007

We hebben smakelijk gegeten. Oma heeft in de gaten dat ik haar kookkunsten zeer weet te waarderen. Van ons drieën ben ik duidelijk de grootste eter.

Donderdag 16 augustus 2007

Tijdens het stevige ontbijt meldde Sadati vol trots dat hij niet overdag maar in de avond zou gaan werken en overdag gezellig met ons mee zou gaan. Na het ontbijt, met onvolprezen cyapati (een soort pannenkoek), nam Ramadhan (Babu dus) afscheid. Met opa, zijn vader dus, ging hij naar Burundi – Nederlandse negatieve reisadviezen schijnen in Rwanda weinig indruk te maken. Ik miste Babu al snel, al vanaf de eerste dag hadden we goed contact. Nadat we Babu en opa hadden uitgezwaaid, gingen Gerdien en ik een sloppenwijk in. We werden nieuwsgierig aangestaard, maar wel volledig met rust gelaten en zelfs vriendelijk gegroet. Er werd ook niet eens gebedeld.

Kort daarna gingen wij met Isaie en Sadati opnieuw naar het genocidemonument. Uiteraard namen we de minibus. Het monument bestaat uit enkele massagraven te midden van sierlijke planten en waterpartijen alsmede een uitgebreid documentatiecentrum. Het spreekt eigenlijk voor zich. Naast vreselijke afbeeldingen (met duidelijke beschrijvingen en achtergronden), menselijke resten, wapens en een aantal gedetailleerde beschrijvingen van kinderen en hun droevig lot, waren er ook videobeelden. Aangekomen bij de videobeelden van de gruwelen zelf liep Isaie meteen door en Sadati snotterde duidelijk hoorbaar. Ik trok de beelden eigenlijk ook niet en liep Isaie meteen achterna. Dertien jaar te laat stonden we naast elkaar, elkaar vasthoudend – alsof we elkaar al jaren kenden. Nadien gingen we naar buiten. In één van de graven waren er twee nieuwe kisten geplaatst, waarop bloemen lagen – toch nog een waardige begrafenis voor twee mensen die zo onverdiend van het leven beroofd waren.

's Middags maakte de huisknecht – een genocidewees over wie de familie zich ontfermd heeft – een rondje op mijn fiets, tot vermaak van de omstanders. Wellicht omdat we bij een familie van enig aanzien overnachtten, waren we niet meer zo het middelpunt van een starende menigte. Een gesprekje aanknopen werd ook al een soms verwarrende, maar vermakelijke aangelegenheid, mijn kennis van het Kinyarwanda begon kleine vruchten af te werpen. Mensen probeerden hun beste Engels en/of Frans op mij uit en zo ontstonden er soms hilarische taferelen waarbij er vooral flink gelachen werd en er handen geschud werden.

Later die dag gingen we naar het huis van Isaie zelf. Ik had muziek uit Nederland (Klein Orkest, je weet wel, van O, o, Den Haag)meegebracht, maar ook echte Beierse jodelmuziek (Franzl Lang voor de kenners). Dat laatste werd vooral erg grappig gevonden. Jodelen klinkt in Rwanda misschien ook niet helemaal naturel... Gert-Jan werd voorzien van grote hoeveelheden Afrikaanse muziek, in Berkenwoude kunnen we weer even vooruit.

Die avond pakte ik de spullen, de volgende dag immers zou de fietstocht beginnen.

Vrijdag 17 augustus

De eerste echte fietsdag begon om negen uur 's ochtends. Isaie had een vriend met een auto gecharterd. In colonne toerden we door Kigali Sadat ging ook mee) en we kwamen uiteindelijk op de hoofdweg naar Gitarama. Een mooie, bijna vlakke weg voerde door een groen en vruchtbaar landschap, maar na een uurtje begon dan toch het klimmen. Steil en bochtig voerde de weg omhoog. Mensen keken ons vreemd aan, maar een vriendelijk "amakuru" (hoe gaat het?) werd met een even vriendelijk "ni meza" beantwoord; dat betekent "het gaat goed".

Afbeelding
Erik en Gerdien tijdens een rust- en knuffelpauze

Tijdens een rustpauze deelde Gert-Jan pennen uit en liet zich misleiden door een meisje dat al (minimaal) drie pennen op zak had. Goede vriend, technisch begaafd, maar een waardeloze bankier... Soms renden er kinderen een eindje mee. Gebedel werd echter niet met geld beloond. Er waren er ook die gewoon meerenden omdat ze toch in dezelfde richting moesten. Toen ik er doorheen zat, kwebbelden ze lekker tegen me aan en hielpen ze me over het dode punt heen. Intussen nam Gerdien de leiding, tot hilariteit van de "toeschouwers". Gert-Jan had het ook zwaar, maar met saamhorig rusten had iedereen de kans om weer op adem te komen. Langsrijdende auto's zaten doorgaans vol met mensen die ons aanmoedigden. Men hield doorgaans rekening met andere weggebruikers. Er werd fietsvriendelijk ingehaald: met gepaste afstand. Kort voor Gitarama werden we ingehaald door een open vrachtwagen vol mannen in roze pakken: stuk voor stuk moordenaars; ook zij moedigden ons aan en te laat had ik in de gaten met welk soort ik geconfronteerd werd. Zwaaien naar misdadigers die achter je vrienden aan hebben gezeten is achteraf nogal deprimerend. Een tweede groep van dat soort heb ik genegeerd door een vrouwtje aan de overkant van de weg te groeten. Eigenlijk totaal zinloos, al dat gedoe, maar ik had er een onaangenaam gevoel bij.

In Gitarama vonden we een knus hotelletje, hoewel de putlucht op de kamer wel afbreuk aan de romantiek deed. De kleverige dekens overigens ook. Het eten in een nabijgelegen restaurantje was smakelijk, hoewel de kip van Gert-Jan duidelijk ondervoed was ten tijde van de slacht... De eigenaar van de toko kwam zich nog even voorstellen en vroeg of wij in Nederland wat reclame wilde maken. Ja hoor...

Het resumé van deze dag heb ik in een soort partyhut geschreven, totdat het begon te regenen.

Zaterdag 18 augustus 2007

Laten wij naar de tropen gaan, daar schijnt de zon altijd. En nog zo'n cliché: in de droge tijd is het droog. Nee dus. Na het ontbijt in datzelfde restaurantje begon het een partij te hozen en werd het ook nog eens koud. In regenpak door Rwanda is niet helemaal datgene wat je in gedachten hebt als je in Berkenwoude je koffer probeert dicht te stampen. Veertig kilometer klimmen in regen en herfstkou plegen een grote aanslag op je humeur en je uithoudingsvermogen. Eén en ander werd nog lastiger toen Gert-Jan een lekke band kreeg en er continu allerhande mensen meefietsten en –meewandelden. Die fietsers gingen nog wel en hoe zij hun fietsen met halfzachte banden zonder versnellingen die hoge bergen op wisten te krijgen, bleef voor ons een raadsel. Naast mij reed een zwijgzame jongen die af en toe eens glimlachte. We hielden elkaar op snelheid en dat functioneerde prima. Ik gaf hem een Hollandse krentenbol en die at hij tevreden op. De vaak meelopende kinderen waren in sommige gevallen walgelijk irritant en in andere gevallen erg lief. Kilometers lang liep er een jochie mee met een kruik op z'n hoofd. Het ventje liep op blote voeten. Geen gebedel, geen geklooi aan tassen, niets van dat alles. De dankbare blik toen hij mijn laatste kokosreep kreeg, zal me nog lang bijblijven. Op een gegeven moment was de jongen bij zijn eindbestemming en toen zei hij vriendelijk gedag.

Soms werden we horendol van het gezeur van diverse kinderen. Dat we een soort attractie waren, wisten we van de voren. Dat mensen een stukje meeliepen, was soms vervelend en soms ook wel grappig. Dat we overal "umuzungu" (blanke, Europeaan) genoemd werden, begon te wennen. Echter, de combinatie "umuzungu/amafaranga" (blanke/geld) werd al snel
uiterst irritant. Ik ben geen geldautomaat en heb ook niet de intentie een geldautomaat te worden. Bovendien hebben die kinderen geen pinpas. Weldoorvoede en goedgeklede kinderen die om geld zeuren, hebben in dit geval gewoon pech. We werden in een dorp zowaar gesommeerd door te rijden omdat de volwassen het jeugdig volk niet in de hand wisten te houden. Gert-Jan deelde ballonnen en pennen uit, wat bijna in een chaos eindigde, omdat hij bijna door de aanstormende kinderen werd bedolven. Enkele grotere kinderen zwaaiden en sloegen zelfs met stokken om Gert-Jan te beschermen. Een tweede uitdeelpoging heb ik in goede banen geleid door de jeugd in een rij te zetten. Ik had dus toch skileraar moeten worden. Sneeuw is in Rwanda niet zo heel bekend, eigenlijk alleen van de televisie (als de ontvangst slecht is).

Heel geinig was een ontmoeting met een groepje mensen, waaronder een vrouw die Swahili sprak. Zij vroeg of Gerdien mijn vrouw was. Om een oeverloze uitleg te voorkomen, zei ik dat dat zo was. Men vond het uiterst humoristisch dat de dame ver voor haar man uitfietste. Dat klopte ook: meestal reed Gerdien voorop, gevolgd door versnellingsloze Afrikanen en twee gefrustreerde Perkouwers. Ik was blij dat we een ronde maakten, zodat we niet ook nog terug moesten. Ik werd wel gesommeerd de eer van het sterke geslacht hoog te houden, hetwelk in het zicht van het vrouwtje wel lukte, maar daarna snoeihard met vermoeidheid afgestraft werd. Dat gezeur dat de zorg zo'n belasting is, moet maar eens afgelopen zijn.

Intussen waren we over het hoogste punt heen, we waren letterlijk in de wolken. Het weer knapte op, het klimmen ging over in dalen en plotseling ving ik een glimp op van het Kivumeer. Twee onverwacht smerige klimmetjes en een uiterst hinderlijke groep meelopende rampkinderen later reden we Kibuye binnen. Eindelijk hadden we de eindbestemming bereikt. We kwamen in het beste hotel van de stad terecht - zonder warm water, dus we bleven zwaar verkleumd. De kamer was echter goed, maar een uur wachten tussen elke gang van het diner was niet leuk meer. Het Kivumeer is echter prachtig, romantisch en schitterend.

Afbeelding
Dat smerige, laatste klimmetje...

Die avond belde Sadati hoe het ging en Isaie stuurde een SMS. Ze volgen ons dus op de voet.

Zondag 19 augustus 2007

Heerlijk geslapen en daarna goed ontbeten. Vervolgens gingen we naar de kerk. We kozen voor het parochiekerkje van Saint André. In deze schilderachtige, bijna Zwitsers aandoende landschap staat dit kerkje op een hoog punt. Je kunt bijna heel Kibuye zien liggen. Kibuye is echter niet gespaard tijdens de ellende van 1994. Het kerkje was het toneel van een slachtpartij van ongeveer drie uur en meer dan elfduizend slachtoffers. Een klein monument herinnert hieraan. Het kerkje is echter sfeervol ingericht en het gezang golft over het water van het meer. Het staat symbool van het leven dat toch weer opgepakt is.

Na de dienst liepen we tegen een paar studenten aan die ons een heel onopvallend, bijna amateuristisch restaurantje wezen. Als we wilden eten, moesten we even aangeven wat we wilden hebben, dan kon het nog gauw even worden ingeslagen. Aldus geschiedde en wij gingen tussendoor even naar het "strand". Goed, het was geen vijfsterrenrestaurant en het vlees was een beetje taai, maar de patatjes waren prima. De thee smaakte echter meer naar koffie of kaneel (het is nooit opgehelderd) en zelfs ik heb er suiker ingepletterd om toch een mok te ledigen. Maar voor omgerekend 2,30 per persoon zou klagen wel erg gênant zijn geweest.

Bij het hotel maakte Gert-Jan een leuke fotoreportage gemaakt. Fotograferend is hij echt erg goed bezig. Vanuit Kigali belde Isaie nog even om te vragen hoe het gegaan was. Uitstekend.

Maandag 20 augustus 2007

In alle vroegte stonden we op om naar de bushalte te gaan. Zowel de familie in Kigali als een verdwaalde Duitse vakantiegangster raadden ons de weg tussen Kibuye en Gisenyi (Noord-West Rwanda) van harte af. En terecht, zo bleek. Gert-Jan propte zichzelf met drie fietsen in een soort bagageruimte van een veel te kleine bus. Gerdien en ik bevonden
ons tussen een grote hoeveelheid mensen ergens in het midden van de bus. Oogcontact ging nog net en een harde kreet in de trant van SNOETEPOETS kwam na drie keer wel aan. Dan kwam er via een hoop Rwandahanden een pakje snoetepoets naar voren. Vooral erg handig als er kinderen om je heen hun maaginhoud met je willen delen. Uiteraard raakte ik met de halve bus aan de praat, hoewel ik slechts een meter kon lopen (in drie en een half uur). Het was een uiterst gezellige, zij het schokkende ervaring. Gert-Jan zat in een soort stuiterkooi en leed deerlijk met de fietsen mee. Gerdien werd ook onwel en dus kwam er vervolgens een pak boterhamzakjes. Je weet immers maar nooit. Uiteindelijk heb ik aan de hele reis twee mailcontacten overgehouden. Een jongen van bijna 18 was erg geïnteresseerd in wat drie randdebielen in vredesnaam met een fiets in een bus kwamen doen. Niet fietsen dus. Rwandezen in een bus hebben een grote voorkeur voor hard zingen - indrukwekkend, opwekkend (ja moeder) en makkelijk meezingbaar (let niet op mijn uitspraak).

Afbeelding
Het Kivumeer bij Gisenyi

Gisenyi is een wat stil cowboystadje met een leuke boulevard. Morgen gaan we naar Ruhengeri. Ik ben benieuwd.

Met Afrikaanse groet,

Erik

Berkenwoude in Rwanda (deel 3)

Vervolg dinsdag 21 augustus 2007

We hadden intussen Lawrence ontmoet, een Engelse student uit Liverpool die al net zo gek op Rwanda geworden was als wij. Bijna elke Europeaan die we tegenkwamen, was vol lof over land en mensen (en terecht). We hadden een gezellige avond met op de achtergrond zacht kabbelende golven van een heerlijk meer.

woensdag 22 augustus 2007

Na een stevig ontbijt, wederom met Lawrence als gast, begon de lange klim richting Ruhengeri. De eerste etappe werd vooral gekenmerkt door heel arme mensen, vluchtelingen uit de regio, die niet bepaald allemaal even handelbaar waren. Er is zelfs een fles water van de fiets gejat. In een ziekenhuis konden we gelukkig even uitrusten. Het Noord-Westen van Rwanda is niet het meest aan te raden gedeelte van het land - hoewel het wonderschoon is.

Gelukkig veranderde een en ander na een kilometer of dertig. Het uitzicht was fantastisch, vulkanen en thee (jawel!) en de bevolking was weer even vriendelijk als voorheen. Er reden zo nu en dan fietsers mee, die het vooral leuk vonden om zo nu en dan een praatje proberen te maken en me een paar keer op mooie uitzichten wezen. Er volgde, na de hoogvlakte, een hele lange afdaling naar Ruhengeri. Dat hadden we verdiend.

Afbeelding
Onderweg naar Ruhengeri (Musanze)

Via een project van Caritas kwamen we bij de verblijfplaats van de nonnen van Addis Abeba (zie blog 1) terecht. Dit was geen klooster, maar had wel die sfeer. Rust, vrede en stilte. We werden hartelijk ontvangen door zowel de wildenthousiaste nonnen (die hadden ons niet meer verwacht) en door de aanwezige paters en het personeel. We woonden ook de vespers bij.

woensdag 22 augustus 2007

Ik stond om zes uur op om half zeven de lauden mee te kunnen bidden en ook de vroegmis te volgen. Een rustig begin van de dag. Babu zou die dag ook komen, dus we bezochten 's ochtends het straatkinderenproject van Caritas. Deze organisatie biedt straatkinderen in Ruhengeri een geregeld bestaan en een opleiding tot waar zij toe in staat zijn. We kochten eigengemaakte producten (verrassing!) en we kregen een heuse rondleiding. Daarna kwam het lange wachten op Babu die vanuit Butare een hele lange weg naar het noorden moest afleggen en alle mogelijke tegenslagen te verwerken kreeg. Toen hij eindelijk arriveerde, was het al bijna donker. Tijdens het eten vroeg hij natuurlijk hoe het gegaan was. Alles was erg gezellig totdat er een telefoontje uit Kigali kwam met de mededeling dat zijn oom was overleden. Ik heb hem meteen op de (laatste) bus naar Kigali gezet. Terug in het "klooster" was de liefdevolle opvang door de beide zusters en de anderen hartverwarmend.

donderdag 23 augustus 2007

Wederom volgde ik de lauden en de mis. We hadden inmiddels ook een bakker gevonden die heel erg lekker brood verkocht. Met wat onderhandelen kwamen we bij het Burerameer, vlakbij Ruhengeri. Prachtig was het daar. Aldaar hebben we gepicnict (omringd door 25 kinderen). Later die dag gingen we naar de grens met Oeganda en vervolgens terug naar het klooster, wat we al "thuis" noemden. Terwijl Gerdien en Gert-Jan in het klooster bleven, ging ik even naar het Caritasproject om te voetballen met de aanwezige jongens. Mijn fiets bleek ook een aantrekkelijk stuk speelgoed, want ze wilden er allemaal op rijden. Dat was een heel leuk gezicht. Patrick, zo heette een van de jongens, probeerde zijn beste Engels op mij uit en dat ging heel aardig. Volgens de leiders van het project kan hij het heel ver gaan schoppen. Bij het project zijn Rwandezen, Italianen en Hagit betrokken geweest.

Afbeelding
Bij het Burerameer

Die avond werd er afscheid genomen van Hagit, die Engelse les gegeven had bij Caritas en in het klooster. De paters memoreerden het diverse gezelschap (Rwandezen, Italianen, de Israelische, de Nederlanders en ook twee Duitsers (van een waterproject). Ze vonden het gezelschap uniek. Ik mocht ook even iets zeggen en ik besloot met de conclusie dat dit ongetwijfeld het enige klooster ter wereld is waar zo veel gelachen wordt - want gelachen hebben we zeker!

vrijdag 24 augustus 2007

Wederom lauden en mis. Daarna een heerlijk ontbijt gehad. Toen brak het moment van afscheid nemen aan. De paters en nonnen en het personeel kwamen gedag zeggen. We moeten vooral nog eens terugkomen. Ik denk dat dit zeker gaat gebeuren.

Het was warm en Gerdien kreeg al snel last van een vervelende blaasontsteking. Verder was er ook nog een lekke band bij haar aangetroffen. De weg was lang (maar ik genoot met volle teugen) en bochtig, maar toen Kigali in zicht kwam, trokken we het laatste stuk toch nog. Echter, op ongeveer twee kilometer voor Nyamirambo kreeg Gerien een tweede lekke band en toen hebben we een auto met open laadbak weten te ritselen. Gert-Jan en ik reden samen verder, maar vijfhonderd meter voor ons eindpunt kreeg Gert-Jan ook een lekke band. Van de gehoopte glorieuze intocht was derhalve nauwelijks meer sprake.

Sadati was echter goud waard door met Gerdien en mij mee naar het ziekennuis te gaan en daarna mee naar de apotheek. De avond verliep daarna echter heel gezellig en het weerzien met de familie was hartelijk. Oma's kookkunst is onvolprezen.

Berkenwoude in Rwanda (deel 4)

zaterdag 25 augustus 2007

De rust van het klooster heeft plaatsgemaakt voor de grootstedelijke geluiden, waaronder de nog steeds verkouden imam die nog steeds als een vastgelopen koffiemolen de gelovigen bij elkaar schreeuwt. Ik dacht onlangs nog terug aan de reactie van mijn vader toen een vergelijkbaar geluid in Sarajevo (1988) klonk. Gelukkig was het ontbijt weer zoals gebruikelijk: cyaaaaaaapattiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii. Intussen begon Gerdien aan haar pillenkuur, maar bleek ook Gert-Jan niet lekker. Deze zaterdag werd derhalve gebruikt om even bij te tanken en banden te repareren (tja....) Met Babu, Sadati en twee vrienden uit de buurt (waaronder Ali) ging ik naar de wedstrijd der wedstrijden in het Amahorostadion: APR FC tegen Rayon Sport. Sadati was de enige die voor Rayon was en ik steunde hem daarin. Bovendien vind ik blauw-wit mooier dan zwart-wit. Kaartverkoop vindt niet plaats via voorverkoop. Nee, er zijn interessante taferelen waar te nemen: neem een kaartje en een roedel Rwandezen. Voeg daar een grote dosis humor bij en je hebt een soort voorwedstrijd met als hoofdprijs een kaartje. Het duurt ongeveer een kwartier. Clubkaart niet nodig, seizoenskaart overdreven gedoe. Daarna moesten we in een rij gaan staan. Erg fijn in de hitte. Welgeteld vier keer heb ik moeten uitleggen dat ik toch echt in die rij thuishoorde, geen kaartje voor de eretribune had en ook geen verdwaalde zakenman was. Waarom ik dan in die rij stond? Voor die wedstrijd natuurlijk. Overigens gold het kaartje voor vijf man...

De wedstrijd was vergelijkbaar met Feyenoord vorig jaar, maar wel heel vermakelijk. De beide teams waren aan elkaar gewaagd. APR FC geldt als de legerploeg (zeg maar CSKA Moskou maar dan met palmbomen) en ook als het Ajax van Rwanda (volgens Ali, die het Nederlandse voetbal aardig bleek te kennen). Ik heb hem verteld dat ik op dat moment nog een reden had om heel erg voor Rayon te zijn. Het scorebord viel natuurlijk ook nog even uit en de extra tijd bleek langer dan getoond, maar al met al een sportieve wedstrijd met gemengd publiek (wat nou uit- en thuisvakken, hooligans horen hier niet). Uitslag 2-2.

Die avond maakten Gerdien en ik nog even een gezellige wandeling.

Zondag 26 augustus 2007

Ik zou meegaan naar het ochtendgebed in de moskee, maar dat liep niet goed en om nou alleen te gaan... Gerdien was inmiddels echt ziek geworden en Gert-Jan sleutelde wat aan de fietsen. Kerkdienst liep ook al in de soep. Na het ontbijt voor de zoveelste keer Hotel Rwanda gekeken. Hoewel... Na een ronde Rwanda keken we heel anders naar die film, vooral nadat Babu vertelde dat het ronde gaatje in de voordeur een kogelgat is, veroorzaakt door een kogel die hem op een haar na miste. De oorlog van begin jaren 90 kwam even heel dichtbij.

Die middag ging ik even lekker op het bankje voor het huis zitten. Nicht Odette kwam langs. Zij dacht dat Europeanen alleen op slanke vrouwen vallen, maar volgens mij is dat niet waar, gezien het stijgende aantal gevallen van overwicht en de populariteit van de Tokkies in Nederland. Gerdien is ook niet superslank (gelukkig niet, ik val niet op verhongerde vrouwen), maar gewoon heel lief en dat is alles wat ik wil (en ze heeft mooie ogen).

De volgende dag zouden we naar Butare gaan, Babu ging iets regelen. Dat kunnen ze hier wel, dat regelen, alleen de vraag is: hoe. Tot verbazing der beschouwers zit ik overigens WEL graag in de zon. Zij zien het, maar doorgronden 't niet. Tja, zonnebrandolie hè. Die middag gingen Gerdien en ik naar de dienst in de Michaelskerk, maar Gerdien werd weer onwel dus helaas moesten we eerder gaan.

Toch zaten we die avond nog even met ons drietjes op het bankje (nog steeds tot verbazing der beschouwers). Drie abasungutjes die zaten op een bank...

Maandag 27 augustus 2007

Eindelijk dan toch een keer naar de moskee, samen met Sadati. Vreemd genoeg leek het ochtendgebed (om half zes des morgens - argh) erg op de laudes in het klooster. Moslims zingen ook amen. Ik ben achterin blijven zitten en keek hoe de mannen hun gebeden zeiden. Best eens interessant, alleen van dat Arabisch snap ik helemaal niets. De Reformatie bracht de landstaal en dat was toch een voordeel: je begrijpt wat je hoort (hoop ik dan).

Gerdien bleef, nog steeds door ziekte geveld, thuis, terwijl Gert-Jan en ik in een iets te snelle auto naar het Nyungwewoud gingen. Fijn, Babu had een vriendje geregeld met een voiture, maar diens rijstijl was er een van dat nooit meer. Het woud was overigens prachtig, schitterend, geweldig en vol schoonheid. Het is het grootste bergwoud van Afrika en terecht een nationaal park. Rwanda heeft drie nationale parken die alledrie de moeite waard zijn. De gids (Claude) gaf een boeiende rondleiding via een heerlijke route. Geen mens tegengekomen, wel een paar zeldzame apen. De foto's en de film volgen nog...

Afbeelding
Er zat een aapje in een boompje in het Nyungewoud

Het bezoek aan het nationaal museum in Butare was een beetje een tegenvaller. De rondleidster sleepte ons veel te snel door de zalen, zodat van enige samenhang geen sprake was. Heel jammer, want Rwanda (en Burundi) hebben een unieke geschiedenis die veel meer aandacht verdient dan deze dame ons aanbood.

Sadati had intussen goed voor Gerdien gezorgd, zij bleek weer aardig op de been. Intussen had ik echter last van een soort mondzeer (de klauwen niet overigens), veroorzaakt door de malariapillen. Stijf van de pijn ben ik gaan slapen...

Dinsdag 28 augustus 2007

Eerst eens lekker uitgeslapen, de toeter van de moskee is kapot, dus die tettert even in stilte (gna, gna). Na het ontbijt zijn we naar een pottenbakkerij gegaan. De pygmeeën van Rwanda zijn befaamd omwille van hun kleikunst en dat is terecht. Voorzien van allerlei leuke
voorwerpen gingen we wat drinken in een belendende kroeg.

Maandenlang hebben Gert-Jan en ik geroepen dat we bananenbier wilden drinken. Dat gingen we dan ook doen in die kroeg. De eerste foto toonde twee enthousiaste Perkouwers. Ik zal u uitleggen hoe het smaakt: het is een mengsel van verrotte bananen, Ierse urine, overjarige Braziliaanse koffiebonen, Chinees speeksel uit 1872, water uit de dakgoot van ons oude huis in Maasland (inclusief zwaluwenmest), Oostenrijkse reuzel en een vleugje vleermuisbloed. Conclusie: niet lekker. De tweede foto sprak dan ook voor zich. Nog even geduld dus.

Afbeelding
Drink NOOIT bananenbier waar camera's bij zijn

Sadati werkt in een kapsalon (als chef) en ik heb mij aan zijn goede zorgen overgeleverd. Eindelijk van dat overtollige haar verlost. Daarna belde ik Lawrence, de Brit uit Gisenyi. Hij wilde gelukkig ook mee naar de volgende attractie: het Akagerapark (donderdag). Isaie keerde terug uit Tanzania en dat was ook erg gezellig. Hij regelde overigens meteen een auto voor het Akagerapark.

Woensdag 29 augustus 2007

We hadden een dagje lekker niks doen. Wel nog even langs de boekhandel gegaan en kennis gemaakt met een Nederlandse vrouw die in Kigali woont en werkt. Ik zal maar zeggen dat je nooit zeker weet of dergelijke informatie nog eens van pas kan komen.

Gerdien was weer helemaal opgeknapt. Die middag gingen we met Sadati, Isaie en Issa (een collega van Sadati) naar de Expo. Oost-Afrika presenteert zich hier en het was uiterst leuk. Voorzien van wat folders en een paar souvenirs (een nieuwe rok voor Gerdien) keerden we terug. Die avond hebben we Yusirat (nichtje), Sadati, Isaie (Khadafi) en Ramadhan (Babu) mee uit eten genomen. Voor alle goede zorgen was een passende beloning op zijn plaats. We hebben erg gelachen.

Donderdag 30 augustus 2007

Vroeg in de morgen reed Isaie de gehuurde jeep voor. We gingen op safari en geheel in stijl (ik MOET een tropenhelm hebben, ik ben in oktober jarig) toerden we al stuiterend langs olifanten, nijlpaarden, buffels en ander fraais. Het Akagerapark was nog leuker dan het Nyungwewoud. Lawrence was er ook. Het leuke was: de hele groep was ook daadwerkelijk één groep, ondanks de vier talen (Nederlands, Kinyarwanda, Engels en Frans). Na wat familiebezoek keerden we terug naar huis.

Afbeelding
Ontmoeting in het Akagerapark

Ik hoop dat het vliegtuig kapot is.

Groet,

Erik

Berkenwoude in Rwanda (deel 5)

Vrijdag 31 augustus 2007

In de vroege ochtend zijn Gerdien en Gert-Jan naar Oeganda vertrokken om Renske op te zoeken. Die werkt daar in een kindertehuis. Ik ben achtergebleven bij de familie in Rwanda. Het was even wennen, als enige Nederlander in den vreemde. Plotseling moest ik aan Berkenwoude denken. Hoe zou het daar zijn? Perkouws Feest missen is toch vrij jammer. Ik hoop maar dat het leuk is geweest.

Als een volleerd Rwandees slingerde ik mij later die dag door Kigali (op de fiets) op weg naar het postkantoor. De kaarten zijn onderweg, maar waarschijnlijk veel te laat. Dat geeft niet, het gaat om het gebaar (toch?). Tussendoor opa nog even gebeld. Hij is alweer 81 en tegenwoordig actief op internet. Ik blijf me verbazen over mijn grootouders en ben er erg trots op - en gewoon heel blij dat ik ze heb.

Verder heb ik eigenlijk vrij weinig ondernomen. De pijn in mijn tandvlees, die een paar dagen geleden was opgekomen en daarna onder controle leek, kwam in volle glorie terug. Paracetamol bracht enige verlichting, maar niet voldoende. Ik dook vroeg mijn bed in.

Zaterdag 1 september 2007

De toeter van de moskee was weer buiten bedrijf - of ik ben er doorheen geslapen, dat kan ook. Ik stond vroeg op omdat Babu en ik naar Nyamata zouden gaan. Dat gingen we ook, na het ontbijt.

Wat is Nyamata? Nyamata zou nog steeds het ingeslapen stadje op 30 kilometer van Kigali zijn, als de genocide van 1994 niet zou hebben plaatsgevonden. Ruim 10.000 mensen zochten in de parochiekerk van Nyamata hun toevlucht in de hoop dat de moordende horden Interahamwe, gelijk in eerdere tijden van moordpartijen, respect voor de kerken zouden hebben. In 1994 was er van respect voor leven en heiligdom geen enkele sprake. In Nyamata werden mensen op de meest vreselijke manieren afgemaakt door mensen met wie zij enkele weken ervoor nog luisterden naar het tweede gebod, aan het eerste gelijk: heb uw naaste lief gelijk uzelf.

De gids sprak alleen Kinyarwanda, maar Babu vertaalde in het Engels. Ogenschijnlijk kalm werd uit de doeken gedaan hoe de deur geforceerd werd (het hangslot hangt er nog in) en hoe mensen werden vermoord. Ik zal u de details besparen. De stilte in de kerk sprak voor zich. Onder de kerk bevond zich een klein mortuarium waar de resten van mensen werden getoond. Ook achter de kerk bevonden zich twee kelders, één met kisten waarin 15 tot 20 geïdentificeerde mensen lagen. De andere kelder bevatte rekken vol menselijke resten, schedels en beenderen. Ik heb me enige tijd tegen de achterwand staande gehouden.

Het was toegestaan om foto's te maken en op aandringen van de gids heb ik dat dan ook gedaan, opdat niemand zeggen kan: het viel wel mee.

Bij thuiskomst vlogen Ayisetu en Lyzandra op me af. Op dat moment voelde het alsof ik de vallei van de dood verlaten had en teruggekeerd was in het land van de levenden. Alles overziende is Rwanda heel hard bezig om met de schaarse middelen het puin te ruimen, het land op te bouwen, scholing ter hand te nemen, eenheid te scheppen. Laat het huidige regime wellicht niet het toonbeeld van democratie zijn, laat er nog veel te doen te zijn, laat de eenheid deels van bovenaf opgelegd zijn, er wordt geleefd, de mensen lijken in hun land en in hun kunnen te geloven. Als die verdraaide weg tussen Cyangugu via Kibuye naar Gisenyi eindelijk verhard wordt, heeft het land een nieuwe toeristische troef van jewelste in handen: Costa del Kivu. De wijze waarop men tracht verzoening en eenheid tot stand te brengen, is uniek en ook tussen de diverse geloofsgemeenschappen heerst wederzijds respect en vertrouwen. Hiervan kunnen politieke klaplopers als Geert W. nog heel veel leren.

Die avond erg veel plezier gehad met de familie. Husseini, de huisknecht, wilde dat ik zijn islamitisch gewaad aantrok. Dat heb ik dus ook gedaan. de foto's zijn geniaal geworden, ook die waarop Husseini in typisch oud-katholieke pose stond. We hebben enorm gelachen. Het is overigens heel leuk om over dergelijke opvattingen te praten, de familie is heel nieuwsgierig hoe ik over geloof denk en blijkt - dat wist ik overigens al - er eenzelfde wijze op na te houden: laat de ander in haar of zijn waarde. Opa en oma (in Kigali dus) zijn in elk geval erg blij met hun christelijke kleinzoon. Waarvan acte.

Afbeelding
Samen op Weg: protestant en moslim in misdienaarshouding

Nadat ik een stuk onherkenbaar vlees tussen mijn kiezen had weten te frunniken, was ook de ellende met mijn tandvlees over. Misschien zou ik mijn excuses aan de malariapillen moeten aanbieden vanwege de valse beschuldiging.

zondag 2 september 2007

Wederom vroeg opgestaan, want ik wilde naar de Engelse kerk in Kigali. Nadat Sadati mij mijn fietssleutel had ontfutseld, wandelde ik naar de kerk. Daar trof ik ook een paar Nederlanders aan die ik in de boekhandel ook al had gesproken. Ik fungeer even als koerier (een bril met bestemming Gouda). De dominee bleek ook een Nederlander te zijn. De nieuwelingen moesten gaan staan (enigszins schuchter stond ik dan ook op, al die aandacht...) en de dominee had al begrepen dat ik door Rwanda was gefietst. Applaus... (echt waar). De liturgie was goed te volgen (oud-katholiek en anglicaans lijken erg op elkaar), de muziek deed aan de jongerenavonden denken. Niet mijn voorkeur, maar ik weet zeker dat Gerdien daar absoluut anders over zou denken.

Na de kerk nog even nagebabbeld met de dominee en ook hij had nog een pakje. Prima, kan er nog bij. Kopje thee met de Nederlandse familie. Leuke mensen, actief en zo. Ze hadden ons gezien toen we naar Gitarama fietsten. Je kan ook nooit eens anoniem rondtoeren... In Rome kwam ik vorig jaar ook al een dorpsgenoot tegen. Wederom een scheerbeurt bij Sadati. De tondeuse doet haar werk - Italian Style.

Afbeelding
Bijgewerkt in de Saloon - links Sadati, rechts zijn collega "Smiling" Issa

Tijdens de lunch verzuchtte oma dat ze haar nieuwe kleinzoon enorm gaat missen. Dat is wederzijds. De vakantie zit er bijna op en eigenlijk wil ik dat nog helemaal niet weten. Morgen komen Gerdien en Gert-Jan thuis.

Een landelijke luchtvaartstaking zou mooi zijn...

Groet,

Erik

Berkenwoude in Rwanda (deel 6 en slot)

Beste mensen,

Hier volgt het laatste verslag van een geslaagde vakantie.

Maandag 3 september 2007

De voorlaatste dag. Samen met Sadati ben ik nog even de stad in gegaan. "Ons" deel van Kigali en het centrum zijn inmiddels vertrouwd. Ik ken er de weg en ik kijk ergens meer van op.

Zo gingen wij dus naar het postkantoor. Ja, de kaarten werden veel te laat gepost, maar ze zijn dus in aantocht. Overigens was het centrale postkantoor de enige plaats waar je kaarten op de bus kon doen, de her en der langzaam tot roestbakken vergane gele dingen dienen doorgaans als vuilnisbak. Daarna ging ik met Sadat nog even op zoek naar een nieuwe tondeuse, die we overigens niet konden vinden. Vervolgens nog even een aardige grap uitgehaald: in een winkel vol met islamitische snuisterijen kocht ik zo'n witte albe met bijpassend hoofddeksel. De verkoper vroeg of ik moslim was of wilde worden. Nee, maar het staat zo leuk. De man beschikte over gevoel voor humor en hielp met het kleden. Daarna in stijl door Kigali teruggewandeld richting Nyamirambo. Een paar vrienden van Sadati vroegen of ik moslim geworden was. Nee dus. Sindsdien werd ik de Hollandse Sjeik genoemd (zouden er ook gassjeiks bestaan, naast oliesjeiks?).

Nadat ik mij omgekleed had, hing ik wat rond in de kapsalon van Sadati, wachtend op nieuws van Gert-Jan en Gerdien. Dat kwam, op het moment dat het ook nog eens fijn heel hard begon te regenen. Op een drafje gingen Sadati en ik richting "bushalte", maar intussen stroomde het water wel al door de straat. Minibussen waren of vol of buiten dienst en dus hielden we een taxi staande. Ik mopperde nog over de tropen en het weer: altijd mooi weer en altijd glimlachende mensen. Briljante opmerking van Sadati: Ik glimlach toch?

Beneden aangekomen bleken Gerdien, Gert-Jan en José (een vriendin van de familie) al te zijn gearriveerd nadat zij een tamelijk onaangename reis hadden doorstaan. Klapbanden, walgelijk chauffeurs en hopeloze bussen zijn niet bepaald het ideaalbeeld van een geslaagde terugreis vanuit Oeganda.

Hierna volgde min of meer het laatste avondmaal in Nyamirambo. Er werd ook al stilaan gepakt. Geen luchtvaartstaking, geen defecte toestellen. Helaas.

Dinsdag 4 september 2007

De dag van vertrek was dan toch aangebroken. De tijd was toch weer omgevlogen. Het afscheid begon al bij het opstaan en eindigde op het vliegveld van Kigali. De hele familie ging mee en er zijn enkele tranen ter aarde gestort.

Afbeelding
Het afscheid

De terugreis kende nog een uiterst hinderlijke complicatie: mijn paspoort bleek in Addis Abeba onvindbaar. Een combinatie van puur geluk (Gert-Jan liep de directeur van de luchthaven tegen het lijf), overredingskracht, een rijbewijs en een kopie van mijn paspoort zorgde ervoor dat ik alsnog in het vliegtuig naar Amsterdam kon stappen. Toch nog kunnen slapen in het vliegtuig.

Woensdag 5 september

De Nederlandse douane bleek ook niet ongevoelig voor de waarheid: dat rode ding ligt nog ergens in Afrika en de fietsen bleken ook onbeschadigd in Nederland aangekomen te zijn (althans, er was geen nieuwe schade bijgekomen). De familie Klip en ook mijn schoonmoeder stonden ons al op te wachten. Bij deze nogmaals bedankt voor alle moeite en gezelligheid.

Met Gerdien saampjes nog een knus middagje in Berkenwoude doorgebracht. En daarna begon het normale leven weer: de commissie Samenleving van de gemeenteraad van Bergambacht riep en ik kon weer opdraven. Twintig minuten kibbelen over notulen van begin mei 2007...

De wereld lijkt niet veranderd te zijn. Of toch... In Ruhengeri, in het klooster, en in Kigali, in Nyamirambo, hebben we mensen leren kennen die we nog heel vaak hopen te mogen zien - en ik heb het gevoel deze mensen al jaren te kennen. Dat voelt goed.

Erik