Reisverslag Fietsen op de Karakoram Highway
Freek en Quirien, april-mei 2008

20 april 2008

Beste mensen,

vandaag in Pakistan aangekomen. Van fietsen komt helaas nog weinig terecht, want die zijn er nog niet.... :(

De doorvlucht naar Skardu hebben we geannuleerd en verzet naar a.s. dinsdag in de hoop dat de fietsen morgen met de volgende vlucht van BA wel zullen arriveren. Nog even afwachten dus.

In Islamabad is niet heel veel te beleven. vooral erg heet en veel vliegen.... (graad of 38 ). Dus dat is wel wat meer dan het koude NL.

Vanmorgen hebben we na een nacht in het vliegtuig dus zonder slaap, (zeker wanneer er vrij veel kinderen in de rijen om je heen zitten te huilen) heel Islamabad doorgereden met een taxi om een geschikt hotelletje te zoeken. dat valt nog niet mee hier. Maar uiteindelijk gelukt.

Vanmiddag hebben we ons een Pakistaans gevechtstenue laten aanmeten bij een echte kleermaker ,dus vanaf morgen lopen we erbij als echte Pakistani.
De mensen zijn hier aardig en vriendelijk, niet opdringerig. De meesten spreken ook goed Engels.

Net ook even wat heerlijke schapenkoppen aanschouwd met de hersenen ervoor ,dus dadelijk gaan we maar ’s een hapje eten!

Tot later, en hopelijk volgen er nog wat fietsmails....

Groeten,
Freek en Quirien

22 april 2008

Salaam,

Zondagavond na het eten maar gauw naar bed; we waren moe na een nacht door halen. Maandagochtend na ontbijt met een taxi naar het vliegveld om te kijken of onze fietsen inmiddels aangekomen waren. Gelukkig, ze stonden daar. Na wat heen en weer praten mochten we ze ophalen, nadat alle nummertjes van de bagagelabels genoteerd waren.
Op het vliegveld laten staan mocht niet, dus moesten ze mee naar het hotel. Een mannetje bood aan ze te brengen met zijn ‘big van’.
Bij zijn ‘ big van’ aangekomen was het een Suzuki Alto met een imperial….. ach, de fietsen pasten er op dus zo kwamen we bij het hotel. Vervolgens veel moeite gedaan om onze vlucht naar Skardu te herbevestigen. Na 5 keer bellen, 3 x bij een PIA office langs geweest te zijn en zelfs naar het hoofdkantoor, kregen we een stempel en was het geregeld. Een stempel is in dit sort landen altijd goed, dus wij waren verzekerd van een plek, dachten we.

Vervolgens hadden we nog een afspraak met Nasir, die een soort reisorganisatie heeft, en voor onze terugreis van Kashgar naar Islamabad per jeep kon zorgen. Na een uurtje met hem gebabbeld te hebben moesten we alweer onze Shalwar Kameez ophalen. Als Pakistaan vermomd zijn we ‘s avonds gaan eten.

Gek genoeg warden we nu meer na gekeken dan daarvoor.

Overigens is het in Islamabad erg rustig en is niets te merken van demonstraties, geweld of wat dan ook. Wel toetert elke auto, dat maakt het een stuk onrustiger.
Vaak valt ook de stroom uit. Dan staan overall generatoren te loeien om (‘s avonds) toch nog voor verlichting te zorgen. In het hotel krijg je een kaarsje en lucifers mee.

Dinsdagochtend vroeg gaan we weer met de ‘ big van’ naar het vliegveld. 12 fietstassen, 2 fietsen, 2 passagiers en een chauffeur in een Suzuki Alto. We zijn er gekomen J

Op het vliegveld ging het inchecken verbazingwekkend vlug. We hadden 40 kg overgewicht (2 fietsen) en de prijs daarvoor viel reuze mee. In het vliegtuig was het uitzicht fenomenaal. De Nanga Parbat, met 8000 meter hoog, zagen we naast ons liggen. Op verzoek mochten we zelfs nog in de cockpit om foto’s te maken. Daar zagen we o.a. ook de K2, de op een na hoogste berg ter wereld (in het noorden van Pakistan gelegen) liggen.

Op het vliegveld van Skardu aangekomen hebben we de fietsen opgetuigd en zijn naar het dorp gefietst. Prachtig hier! We fietsen op 2100 meter hoogte, en hoog boven ons uit aan beide kanten liggen Bergen van 6000 en 7000 meter hoog! Het weer is prima. Veel zon. We wandelen een rondje hier, en zoeken tussen de stroomstoringen tijd om een bericht te tikken. Hier in Skardu loopt trouwens geen vrouw op straat. Quirien is de enige en is blij met de locale kleding en hoofddoek.

Morgen op weg naar Gilgit!

Groeten,
Freek en Quirien

PS voor Flip: in Islamabad hebben wij de wilde gevaarlijke gevlekte hyena gezien!

25 april 2008

Salaam beste mensen,

Woensdag fietsten we vanuit Skardu richting Gilgit. Het eerste stuk weg was door een brede vallei met prachtige uitzichten op de bergen en langs de rivier de Indus veel landbouw. De Indus scheidt het Himalaya gebergte in het Zuiden van het Karakoram gebergte ten Noorden van de rivier. De Indus meandert eerst lieflijk door deze bergketens, maar later wordt het een woest kolkende rivier die een diepe kloof door snijdt. Overigens komen hier 4 van 's werelds grootste (hoogste) bergketens samen in dit gebied: Himalaya, Karakoram, Hindu Kush en het Pamir (dat in China/Tazjikistan ligt). Dat maakt deze omgeving erg mooi.

Een jongetje fietst een stukje met ons mee en probeert een praatje te maken. 'My name is' zegt hij. 'Oh?' vragen wij, ' What is your name?' Waarop hij vrolijk zijn naam noemt.

Het is zonnig en dat maakt het fietsen zwaar. Temeer ook daar de weg steeds vaker klimt en daalt, en niet zomaar klimt, nee, dat gaat behoorlijk steil op en neer. Tussen de middag strijken we ergens op een terrasje neer, drinken cola en krijgen van een vrachtwagen chauffeur brood aangeboden. De mensen zijn overal erg vriendelijk en aardig. Onderweg passeren we een groot aantal checkpoints, waar wij onze naam in het grote boek moeten schrijven. Dit gaat altijd erg gemoedelijk. Laat in de middag is het tijd om een slaapplaats te zoeken, maar die zijn hier niet dik gezaaid. Langs de weg is er ook weinig gelegenheid om te kamperen; bovendien hebben we nog geen brandstof om te koken. We nemen dus een klein stukje de bus naar Astak, waar een government guesthouse zit. Er zijn meer van dit soort government hotels in Pakistan. Dat komt omdat de overheid (zeg maar de Pakistaanse variant van de nog niet geprivatiseerde VVV) het toerisme wil stimuleren door voorzieningen te treffen op plekken waar lokale mensen dit niet doen (op commerciële basis). We zijn de enige gasten, warm water krijgen we in een teiltje; het koude water uit de kraan is een beetje zanderig, maar daar kun je tenminste het zweet goed mee van je lijf schrobben. Het eten is er lekker en het slaapt er goed. In het hoogseizoen (juni - oktober) zijn er altijd vele gasten hier. We komen er achter dat dit gebeid een soort Chamonix van Pakistan is. Dit is een beroemd vakantiegebied niet alleen voor Pakistani, maar klimmers all over the world komen hier om te klimmen. Ze zijn dus wel (buitenlandse) toeristen gewend hier.

De volgende ochtend gaat de weg steil omhoog en omlaag, tot ruim 15%. De weg is smal en af en toe is de weg weg. Ligt er een dikke laag modder op of een boel gruis en keien. Dat is op zich niet zo erg, maar als je in de bocht vol in de remmen moet omdat er een grote vrachtwagen tegemoet komt, en links naast je (en we rijden hier links, omdat het een oude Engelse kolonie is geweest) is er een diepe, rechte afgrond van ongeveer 400 meter tot aan de Indus rivier, dan is het toch wel een klein beetje oppassen geblazen. We dragen een helm, dus als we naar beneden vallen, zijn we in elk geval goed beschermd. De aanleg van deze weg is gebeurd door het 141e bataljon van het Pakistaanse leger. Dat ging niet zonder slag of stoot, want bij de aanleg van deze weg is ongeveer 1 dode per kilometer gevallen. Waarschijnlijk letterlijk. Dat verbaast ons niets. We komen vele monumenten tegen ter nagedachtenis aan hen.

Het fietsen is echter wel erg vermoeiend. Maar het is werkelijk schitterend. Ruige bergen, diepe kloof waar de Indus zich een weg doorheen baant, witte pieken om ons heen, zonnetje, helemaal fantastisch. Alleen maar rotsen, rotsen en nog eens rotsbergen om ons heen. Weinig verkeer op de weg. De vrachtwagenchauffeurs die langs rijden, groeten ons allemaal, schudden handen en zijn uitermate vriendelijk.

Dat geldt ook wanneer we 's avonds in Gilgit aan komen. we slapen in Guesthouse Madina, waar ook Bernadette, een andere Nederlandse fietsster overnacht. Dat komt goed uit, want we hebben nogal wat spullen voor haar mee moeten nemen, (o.a. anderhalve kilo drop). Ze is ons erg dankbaar daarvoor. Op de gezellige veranda van het guesthouse kletsen we de hele avond bij, want zij is al ruim een jaar onderweg, heeft onlangs India bezocht, maar is blij weer terug te zijn in Pakistan.

Vandaag zijn we het stadje Gilgit in geweest, hebben wat uitgerust, de lokale markt bezocht, foto's moeten maken van een oude Pakistaan, de brug over de Gilgit rivier bewandeld en genoten van de vriendelijke sfeer van het stadje. Er zijn talloze checkpoints hier in Gilgit, maar dat komt waarschijnlijk omdat hier een legerbasis is. Wij worden niet gecheckt, maar sommige militairen vinden het wel leuk om een praatje te maken met ons.

Morgen gaan we richting de Nanga Parbat, de op 8 na hoogste berg ter wereld. Dat is een stukje naar het zuiden. Daar gaan we ook een stuk wandelen. Daarvoor hebben we voor 1 euro 60 een prachtige rugzak gekocht. Daarna gaan we weer terug naar Gilgit en verder noordwaarts de Karakoram Highway op richting China.

Vriendelijke groeten aan iedereen,

Freek en Quirien

PS een aantal mensen heeft gevraagd om af en toe een foto mee te sturen. Dat lukt helaas niet omdat we daar geen kabeltjes voor bij ons hebben en omdat het in veel internetcafes verboden is en in andere gevallen te lang duurt omdat internet vaak via een telefoonlijn gaat.

PS 2 Abel, de schoenveter is weer van pas gekomen :)

29 april 2008

Salaam allemaal,

Zaterdag zijn we naar het zuiden gefietst, richting Raikot Bridge. Het plan was om van daaruit met een Jeep een kiezelpad omhoog te nemen en in een dorpje boven te overnachten, zodat we de volgende ochtend naar Fairy Meadows konden wandelen, van waaruit je een prachtig uitzicht hebt op de Nanga Parbat.
Helaas was het zaterdag zwaar bewolkt. De omringende bergen waren nauwelijks zichtbaar, het waaide hard (tegenwind) maar het landschap was erg woest. Bij de brug aangekomen was er ook geen fatsoenlijke gelegenheid om de fietsen achter te laten en meenemen in de jeep ging niet. Dus maar weer terug naar Gilgit gegaan. De volgende ochtend een nieuwe poging ondernemen (maar nu zonder fiets) en dat lukte. Alhoewel we na 10 km al een lekke band kregen en het reservewiel van de auto ook al lek was.... vervolgens hield onze gids een andere auto aan, waar de familie uit stapte en die auto bracht ons toen naar de brug. De rit met de Jeep omhoog ging langs een steile afgrond en was zeer spectaculair. Diep onder ons liep de Karakoram Highway naast de Indus, omgeven door enorm hoge en woeste bergen. Hoog boven ons torent de Nanga Parbat uit, hier heb je het grootst zichtbare hoogteverschil op aarde. Nanga Parbat, de naakte berg (zoals die vertaald heet), lag daar in al haar schoonheid prachtig in de zon onder een wolkeloze hemel. Ondanks dit lieflijke aanzicht, hebben heel wat klimmers het leven verloren bij het beklimmen van deze berg. Hij wordt ook wel ' Killer Mountain' genoemd. Na de jeeprit volgde een wandeling van 2 uur omhoog waarna we op Fairy Meadows aankwamen. Het heeft iets weg van Zwitserland, maar dan maal 3. Een weide, hoge bergen, etc. Daar troffen we nog 2 andere Nederlanders, waarvan 1 journaliste die ons geïnterviewd heeft voor de wereldomroep. Na een vermoeiende wandeling en jeeprit kwamen we 's avonds laat in het hotel aan.

Maandag uitgeslapen en nog een kopje echte koffie gedronken met Bernadette in ons Guesthouse. Vervolgens op de fiets naar het noorden, richting Chalt. Dat werd een vermoeiende (maar erg mooi vanwege de groene Hunza vallei) rit omdat we laat weg waren en het al erg heet was. De weg golft op en neer en is af en toe slecht vanwege landslides. Maar de uitzichten zijn geweldig. In Chalt vinden we een guesthouse waar we kunnen kamperen en na een heerlijke koude douche vallen we in slaap. Het enige minpuntje van deze dag is dat ik ergens in Chalt mijn zonnebril verloren ben en niet meer terug kon vinden. Dat is lastig hier, want de zon is fel en met de witte bergen is het licht intens.

Vanmorgen na een zelfgemaakt ontbijt weer de KKH opgefietst. En nadat we een bocht om rijden zien we plots de Rakaposhi (iets minder dan 8000 m) voor ons in de zon liggen. Een prachtig gezicht! We maken veel foto's. De kinderen onderweg roepen allemaal 'give me one pen'. Welke fietsende toerist ze dit geleerd heeft? (Flip??). Gelukkig hebben wij geen one pen bij ons, dus die hoeven we ook niet te geven. Maar om ze wat verder te laten tellen, roepen wij ' two pens, three pens. Misschien dat ze zo nog ooit tot 10 kunnen tellen :)

De bevolking hier is minder streng in de leer dan lager op de KKH. Sommige vrouwen lopen zelfs zonder hoofddoek en de meesten gaan slechts half gehoofddoekt door het leven. Ze lopen op straat en groeten ons. Over het algemeen wordt er hard gewerkt in Pakistan. Veel kinderen gaan ook naar school en dragen daarbij een school uniform. Wel zijn de scholen vroeg uit want rond het middaguur lopen alle kinderen weer naar huis.
Overigens hebben wij in het Guesthouse in Gilgit uitgebreid gesproken over de politieke situatie van Pakistan, de rol die het geloof speelt en de 'love' en 'arranged' huwelijken.

Vanmiddag zijn we in Karimabad aangekomen, dat ligt tegen een heuvel aangeplakt op ongeveer 2300 meter hoogte. We zijn dus al op de helft voor de bergpas die komen gaat :)
Vanuit ons hotel hebben we een mooi uitzicht over de Golden Peak en over de Rakaposhi. Morgen gaan we hier naar het oude fort en misschien nog een stukje naar een gletsjer die hier in de buurt ligt. Dan weer door naar het Noorden. Vanmiddag werd het bewolkter, de afgelopen dagen waren onbewolkt en heet met temperaturen boven de 40 graden. Maar hopelijk blijft het redelijk onbewolkt, zodat we van de geweldige uitzichten kunnen blijven genieten.

Vele groeten,
Freek & Quirien

6 mei 2008

Nihaou! (of zoiets),

een bericht uit China, maar even bij het begin beginnen.
Nadat ik de vorige ' op de fiets in...' mail had getikt, komt er een Japanner naar ons toe in het internetcafé. Zijn jullie die 2 fietsende Belgen? Nee, wij fietsen wel, maar komen uit Nederland.
Oh, van de taxichauffeur in Islamabad had hij vernomen dat er 2 fietsende Belgen waren.... tsja, dat zijn wij dus! Veiligheidshalve hebben wij de eerste dag in Pakistan tegen niet officiële instanties afwisselend verteld dat we Belgen/Nederlanders waren, om even te kijken hoe er gereageerd werd op de film van Wilders, dus tegen deze taxichauffeur hadden we de Belgentruc uitgehaald.

Nadat dit opgehelderd was, komt er iemand anders naar mij toe die in onvervalst Brabants vraagt: Ben jij Freek Verbakel? Tsja, de enige echte... maar hoe weet jij dat? Bleek dat ik eerder contact met hem had gehad via de e-mail en dat hij de inschrijflijst in het internetcafé mijn naam had gezien... Zo zie je maar weer, de wereld is klein in Pakistan en wij zijn hier beroemd....

De volgende dag, woensdag hebben we het stadje Karimabad bekeken. Het oude fort bezocht, thee gedronken met de manager, gids, loopjongen en nog wat andere mannetjes daar, erg leuk. Vervolgens heerlijke walnootcake gegeten in café de Hunza, waar we 4 vrouwen uit Karachi ontmoetten, die ons uitnodigen om 's avonds mee te gaan naar hun hotel op de top van de berg om te genieten van een prachtig uitzicht. Dat slaan we niet af en later die middag gaan we met deze inmiddels gepensioneerde, maar zeer ontwikkelde en mondige dames (en 1 man) mee naar boven. Genieten van het uitzicht, krijgen thee en soep aangeboden en kletsen er lustig op los, erg gezellig en gastvrij van deze dames! Ook zij vertellen over de verschillen tussen de steden in het zuiden en het conservatieve Indus Kohistan, de grensregio met Afghanistan en het rustige en veilige noorden. Leuk om daar met Pakistani over te kunnen praten.

Donderdag stappen we weer op de fiets en gaan naar Passu. Dit is een schitterende dag met geweldige uitzichten. We zien de Cathedral Rock (een berg van ruim 7000 meter hoog met allerlei kleine pieken, je zou haast denken dat Gaudi hier zijn inspiratie vandaan gehaald heeft toen hij de Sagrada Famillia in Barcelona ontwierp), diverse gletsjers die tot aan de weg reiken en we overnachten in een tent bij een restaurant met een mooi uitzicht op de cathedral rock en de Passu gletsjer.
Na een koude nacht fietsen we de dag erop verder naar Sost, het laatste stadje voor de grens met China. Weinig te beleven hier, het stelt weinig voor, alleen wat ' garageboxen' waar een winkeltje in zit (je moet weten, de gemiddelde winkel in Pakistan zit in een ruimte ter grootte van een Hollandse garagebox, met een rolluik ervoor en golfplaten op het dak, en in sommige plaatsjes (zoals Passu) heeft zo'n winkel 5 dagen in de week holiday....).

De volgende ochtend vertrekken we vroeg voor de beklimming van de Kunjerab pas, de grens tussen china en Pakistan. We willen vlak voor de pas overnachten, omdat in 1x omhoog fietsen (85 km en een hoogteverschil van 2000 meter) wel erg veel is. We komen door het Kunjerab National Park dat echt schitterend is. Het is mooi weer, we genieten van de uitzichten, de smalle kloof, snelle riviertjes met helder water, bomen, granieten blokken, sneeuw op de bergen, etc. De weg voert hier een verbeten strijd tegen de elementen. Een groot deel is grind of door landslides weggeslagen. Regelmatig moeten we dan ook afstappen om de fiets door een grindbak heen te slepen. Gelukkig waait er een stevige zuiden wind die ons krachtig naar het noorden, de pas op, blaast. Bij een checkpoint 17 km voor de pas, zetten we de tent op. Een mooie kampeerplek op ruim 4000 meter hoogte. We krijgen thee van de soldaten, brood en we zijn al gauw de beste vrienden van elkaar. Na een zeer koude en redelijk slapeloze nacht (vanwege de kou en hoogte) gaan we in de kou verder omhoog en even later bereiken we de pas. Alles lijkt zich hier in slow motion af te spelen, behalve de ademhaling en de hartslag. Maar verder hebben we nauwelijks last van de hoogte, op hele lichte hoofdpijn na. We maken wat foto's en dalen dan snel weer af want het wordt slecht weer. We mogen niet fietsend de grens over van de Chinezen, dus moeten we weer terug naar Sost. De wind waait nog harder dan gisteren en is steenkoud. Terug bij de checkpoint eten we wat, laden de tent op de fiets en Quirien ruilt haar pet met de pet van de 'Kunjerab Security Force' van de soldaten, die daar erg blij mee is.
Tegen de wind in fietsen we weer terug naar Sost.
In het restaurant 's avonds zien we de Japanner (uit het begin van deze mail) weer, die nu vergezeld is van een Koreaan. Hun namen weten we niet, maar we noemen ze Japan en Korea.
Zij gaan ook morgen met de bus naar China, wij ook, dus dat is gezellig.

Die bus naar China is een heel avontuur. Eerst moeten we om 9 uur 's morgens verzamelen bij de douane in Sost. Wachten hier. Ik vraag waarop we wachten. Op de bus is het antwoord. Om half 10 komt de bus. Vervolgens gaat de douane alle bagage van alle passagiers (11 totaal) doorpluizen op niet toegestane stoffen en middelen. Met name de Pakistani moeten er aan geloven. Dat wordt dus wat met onze 14 fietstassen... gelukkig gaat het bij ons minder secuur. Op weg naar de pas/grens, passeren we ook weer het checkpoint waar we de nacht ervoor geslapen hebben. De soldaten zien ons en geven ons een warm onthaal in een hartelijk weerzien. Een van de soldaten salueert naar de pet van Quirien. Gelukkig hebben we echter gisteren dit deel gefietst, want de afgelopen nacht was het zeer slecht weer: storm en op deze hoogte veel sneeuw. Ons kampeerveldje daar is nu helemaal wit.

Boven bij de grens aangekomen, gaat dit verhaal nog eens dunnetjes over door de Chinezen. Ik wist dat de Israeli's grondig je spullen controleren voordat je het land in mag, maar dit slaat echt alles. Werkelijk alles wordt uitgepakt. Sloffen sigaretten van Pakistani worden uit de folie gehaald, de sigaretten verpulverd en besnuffeld, nieuwe tubes tandpasta worden open gemaakt en met een naald gecontroleerd. De controle bij ons gaat gelukkig ietsje minder grondig. Wel wil de commandant precies weten hoe mijn fototoestel werkt en gaat vervolgens alle 600 foto's bekijken die ik gemaakt heb en vraagt telkens 'waar is dit'? Zonde van de batterij, maar je doet er weinig tegen.

Vervolgens met de bus door naar Tashkurgan. Hier hetzelfde ritueel nogmaals. Een paar tassen moeten we open maken. Alles moet door de röntgen heen. Quirien wordt grondiger gefouilleerd dan ooit tevoren. Het gekke is dat ik op mijn fiets een bidon heb zitten, waar telkens nog niemand naar of in gekeken heeft.... dus als je nog wat mee wilt nemen ;)

Vandaag hebben we getracht om naar Karakul Lake (een prachtig meer in het Pamir Gebergte op de weg naar Kashgar) te fietsen, maar het was steenkoud, harde wind tegen ,dus zijn we maar weer omgedraaid. Je merkt wel dat je hier nog steeds op hoogte zit (3000 meter), waardoor de inspanningen toch net wat meer moeite kosten. Op zich is het weer hier anders dan in Pakistan. Daar was het telkens redelijk warm tot heet. Hier is het eigenlijk net te koud, zeker met de harde wind. Maar goed, morgen maar eens kijken of we toch bij Karakul Lake kunnen komen.

Verder is alles prima hier. Het is handig dat de Japanner hier nu ook nog is, want die spreekt een beetje Chinees en alle Chinezen hier geen woord Engels. 's morgens vroeg om 6 uur wordt de van alles gezongen over de luidsprekers door heel de stad, gevolgd door allerlei teksten, wat duurt tot 8 uur... is toch weer eens wat anders dan de oproep uit de minaret, maar die duurt tenminste maximaal 15 minuten ipv 2 uur. Tussen de middag doen ze dit nog eens dunnetjes over en 's avonds nogmaals. We zijn echt in China. De mensen hier lijken wat minder hartelijk en vriendelijk dan in Pakistan, is onze eerste ervaring. Daarentegen is het asfalt perfect, lopen hier weer honden rond, vrouwen zonder hoofddoek of sluier, die je alleen op straat tegen komt (nu was dat in het noorden van Pakistan ook al wel het geval, maar toch veel minder dan hier). Het landschap is ook iets anders, liep de Karakoram Highway in Pakistan vnl. door kloven en pieken, hier loopt de weg door een brede, glooiende vallei.

Over een tijdje weer meer nieuws!
Groeten aan iedereen,
Freek en Quirien

8 mei 2008

Hallo allemaal,

weer een internetcafé gevonden, dus een klein berichtje dit keer.
Gisteren zijn we het koude en saaie Tashkurgan ontvlucht. Met de bus konden we niet mee omdat daar de fietsen niet in pasten. Wel in een pick-up truck, die bracht ons naar het meer van Kara Kul. Dat was een bijzondere rit. Zodra de chauffeur weg reed, zette hij de dvd speler in de rechter zonneklep aan, en ging al rijdend en bellend dvd'tjes kijken. Dat leek ons geen goed plan, dus hebben wij die klep 2x dichtgeslagen voordat hij dicht bleef en hij zich op de weg concentreerde. zonder ongelukken kwamen we bij Karakul aan.

Een mooi meer dat ingeklemd ligt tussen de Mustagh Ata en de Mt. Kongul. Naast het meer staan een aantal Yurts (ronde tenten) waar je in kunt overnachten. Hier lopen ook kamelen, yaks, paarden rond, op een hoogte van 3600 meter. Karakul schijnt een van de mooiste plekken van China te zijn. Nou, het was best leuk, maar als dit het mooiste van China is, ben ik (niet) benieuwd hoe de rest van dit land er uit ziet... Het is nogal toeristisch geworden, want ondanks dat we hier al om 9 uur waren, vroegen de eigenaren van de tenten al of we wilden slapen.... zo vermoeid zagen we er ook al weer niet uit. De eigenaren scheuren rond op brommertjes, op jacht naar toeristen. Dit doet toch wel wat afbreuk aan de charme en de rust van dit meer. Desondanks drinken we een bakje thee, schieten wat foto's en stappen op de fiets richting Ghez. Dat is 70 km voornamelijk afdalen. Helaas hebben we geen geluk met de wind, want er staat een hele harde wind tegen, zodat we zelfs in de afdaling in een licht verzet moeten blijven trappen om vooruit te komen. We fietsen door een nauwe kloof, die heel mooi zou moeten zijn. Maar omdat er een zandstorm woedt, zien we alleen stof, zand en verder niets.

Het oorspronkelijke plan was om in Ghez te overnachten; maar vanwege de tegenwind en zandstorm en omdat Ghez niets meer is dan een gat met een checkpoint, proberen we vandaag nog naar Kashgar te liften. Uiteindelijk lukt dat. Maar vraag niet hoe. Deze man met pick up zet telkens in een afdaling zijn motor af. Pas wanneer de auto bijna niet meer vooruit komt heuvel op, zet hij de motor weer aan in de 5e versnelling.... en dit gebeurt minimaal dertig keer binnen 90 kilometer. Omdat ze hier geen woord engels spreken en wij geen chinees en hij onze gebaren ook niet wilde begrijpen, trekt hij zich niets aan van ons geklaag en doen we er bijna 2 uur over. Dan krijgen we een lekke band. Dat vinden we wel prima, het zou nog 14 km zijn naar Kashgar, dus wij willen verder fietsen. Dat vindt onze chauffeur geen goed plan en probeert ons tegen te houden wat niet lukt. Vervolgens betalen wij hem iets minder dan afgesproken; we zijn immers nog niet in Kashgar. Daar maakt hij een probleem van en houdt mijn fiets vast. Pas toen Quirien demonstratief en zogenaamd de politie ging bellen, bond hij in en liet hij ons gaan. Uiteindelijk bleek het nog 30 km te zijn naar Kashgar waar we laat in de avond aankomen.

Vandaag hebben we hier wat rond gekeken; aardig stadje, maar door de schreeuwerige Chinese reclame billboards en de vele lelijke, veelal megalomane gebouwen, heeft het veel van z’n oude charme verloren. Kashgar is beroemd vanwege het feit dat het de handelsplaats was op de zijderoute, waar vele wegen samen komen. De zondagsmarkt van Kashgar is beroemd; maar dat duurt nog 3 dagen.

aangezien hier verder weinig te beleven valt en ons het leven in Pakistan toch wat beter beviel, nemen we morgen de bus terug naar Pakistan om daar nog wat rond te fietsen. Het kan dus weer even duren voordat de volgende mail komt.

Iedereen bedankt voor de vele fanmail.
Groeten,
Freek en Quirien

PS Marc: Kashgar is misschien leuk als je 24 dagen op de Pamir Highway hebt gezeten, maar na de KKH valt het wel een beetje tegen!

PS 2: vanavond hebben we hier verse appeltaart met slagroom geregeld; dus zo slecht is Kashgar toch ook weer niet... en ze hebben hier (veel) alcohol en verse koffie.

PS 3: in de vorige mail niet gemeld; maar de Kunjerab pas is 4730 meter hoog, en onderweg hebben we ibexen gezien en gouden bergmarmotten! Er schijnen ook sneeuwluipaarden en wolven te zijn, maar die waren te bang voor ons en hebben wij dus niet kunnen zien.

PS 4: excuus dat deze mail toch weer wat langer geworden is.... :)

12 mei 2008

Salaam,

wat ik nog vergeten te vertellen was over ons hotel in Kashgar: nadat ik de kamer gezien had en besloten had dat we die zouden nemen, lopen we met fiets naar de kamer om daar de bagage af te laden. Een kamermeisje roept naar mij: 'wait a minute'. ik trek me daar echter weinig van aan en loop de kamer binnen, waar ik 10 kamermeisjes aantref, liggend en zittend op bed, kijkend naar de tv.... tsja.... op zich wel leuk, maar voor Quirien doe ik net alsof ik het erg vind en vraag maar om een andere kamer, die we ook gekregen hebben.

Zaterdag wilden we met de bus terug naar Pakistan, ook omdat het landschap hier niet zo heel interessant is vergeleken met Pakistan. Een groot raadsel is echter hoe laat de bus vertrekt. Sowieso is er al een verschil tussen de officiele Bejing time en de lokale Xinjang tijd. Dat scheelt 2 uur. Maar deze tijden worden door elkaar heen gebruikt. Daarnaast horen we 4 verschillende vertrektijden. Op goed geluk dan maar vroeg naar het busstation, zodat we in elk geval de vroegste tijd zouden halen. Tijdens het ontbijt vertelt echter de eigenaar dat de bus al een half uur geleden vertrokken zou zijn. Maar geen nood, hij wacht altijd wel een uurtje of wat op meer passagiers als hij nog niet vol zit. Inderdaad zijn we op tijd, moeten nog een uurtje wachten voordat de (Pakistaanse) bus vertrekt. Hij brengt ons en 2 Pakistani en 1 Hong Konger vandaag naar Tashkurgan. Daar eten we weer in hetzelfde Chinese restaurant als de vorige keren in Tashkurgan.
Wat hier opvalt, niet alleen hier maar ook in andere restaurants, dat er een ongelooflijke rotzooi gemaakt wordt door de chinezen. Heel de grond ligt bezaaid met troep, eten, afval, sigaretten, bierflesjes, etc. Bovendien is een groot deel van de gasten stomdronken. Zelfs tijdens de lunch om 1200 uur zijn ze hier al ladderzat.

Wij gaan op tijd naar bed. Maar na 2 uur word ik met een ombestemd gevoel wakker en moet overgeven. Dit herhaalt zich gedurende nacht een 12 keer, ook gepaard met diarree. Ik (maar ook Quirien) doen dus geen oog dicht en 's morgens ben ik zo slap als een vaatdoek en kan amper op mijn benen staan. De buschauffeur begeleidt me naar de bus. Bij de douane aangekomen, doen ze erg moeilijk. Om te beginnen krijg ik een thermometer onder mijn oksel en iedereen wapent zich met een mondkapje. Ook ik moet er een op. Vervolgens doen ze moeilijk of ik de grens over mag. Uiteindelijk is het oordeel: wanneer ik kan staan, mag ik de grens over. Dat lukt probleemloos, en wij leggen uit dat er niets aan de hand is, alleen een nachtje reizigersdiarree. Maar toch komt er een ambulance die mij naar het lokale ziekenhuis brengt. Alleen met doktersverklaring mag ik het land uit. Het mondkapje komt goed van pas in de ambulance, want die stinkt behoorlijk naar dieseluitlaatgassen. Als je nog niet misselijk was, word je het hier wel. In het (smerige) ziekenhuis spreekt niemand Engels. Ook de arts niet. We moeten een half uur wachten op een vertaler. Die vertelt dat ik wat 'shit' in een bakje ter grootte van een margarinekuipje uit een bedrijfsrestaurant moet proberen te mikken, zodat dat onderzocht kan worden. Ik vertel dat ik net die ochtend een diacure pil geslikt heb, dus niet weet of het lukt. Ik moet naar de wc, een hok met 4 gaten in de grond, die zo smerig zijn dat je spontaan buikloop krijgt. Het lukt dus om wat 'shit' te produceren en wonderwel ook nog in het kuipje. Er is geen papier en geen water. Vraag me af hoe de chinezen dit doen. Met het bakje naar de dokter, die laat vertalen dat 'the results will be coming soon'. Een uur later komt er een smoezelig mannetje in een smoezelige witte jas met een smerig dienblaadje binnen, waarop wat vieze naalden liggen. Hij doopt zijn smoezelige vingers in een bakje en zegt 'blood'. Ik vouw mijn armen over elkaar, verberg m'n handen en roep: 'no way'. Ik heb m'n eigen naalden meegenomen voor de zekerheid, maar ik laat me hier niet prikken. Wij vragen weer om de vertaler, die inmiddels vertrokken was. Het mannetje loopt weg en wij wachten weer.
We realiseren ons dat de bus met andere passagiers en onze bagage nog steeds staat te wachten bij de douane, dus wij willen vaart maken en we willen weg uit dit land. Na een paar keer navragen naar de resultaten, besluiten we maar weg te lopen. Niemand houdt ons tegen. Bij de douane zeg ik, ik voel me een stuk beter, kunnen we gaan? Maar zij willen de officiële uitslag hebben en gaan met een busje naar het ziekenhuis om de arts te halen. Even zijn we bang dat we door de mand vallen en daarom vastgehouden zullen worden. Maar de douane komt terug met arts en vertaler die de volgende diagnose vertelt: 'you have emergency shit'.
Nou, dat wist ik nog niet....

We mogen door en na een voor mij belabberde busrit komen we in Pakistan aan.
We voelen ons gelijk beter.

De volgende ochtend na een goede nachtrust ben ik weer redelijk hersteld en fietsen we het stad uit. Nog voordat we 200 meter gefietst hebben, worden we door een aantal Pakistaanse vrachtwagenchauffeurs uitgenodigd voor de thee. Dat doen we en ze laten hun prachtig beschilderde vrachtauto's zien. Foto's worden gemaakt, adressen uitgewisseld en na veel hartelijkheid fietsen we verder. In Passu stoppen we bij het restaurant waar we op de heenweg gekampeerd en gegeten hebben. De eigenaar komt naar buiten met een fotoboek waarin hij ons met een stralend gezicht de foto's laat zien die hij toen van ons gemaakt heeft. Erg leuk, zoveel warmte, hartelijkheid en vriendelijkheid hier. Dat was in China helemaal niet het geval. We lunchen bij hem en fietsen vervolgens door en overnachten in een volgend dorp. Ook daar overnachten we in een hotel waar we de enige gasten zijn. Er zijn erg weinig toeristen hier dit jaar, door alle negatieve berichtgeving over Pakistan. De eigenaar van het hotelletje leidt ons rond door het dorp en laat ons ook het huis van zijn ouders zien. Dit hebben we nog nooit mee gemaakt!

Vanmorgen op weg naar Karimabad. Het weer is erg heiig, waardoor de bergen nauwelijks zichtbaar zijn. We hebben geboft met het weer op de heenweg hier. In Karimabad drinken we koffie met walnootcake, thee in het dorpje, en wandelen het stadje door. We ontmoeten de chauffeur die ons overmorgen naar Islamabad zal brengen. Morgen wordt onze laatste echte fietsdag in Pakistan.

Voor nu, welterusten allemaal, hier is het bijna bedtijd!
Groeten, een volledig herstelde Freek en een nog immer in blakende gezondheid verkerende Quirien

PS voor degenen die niet weten wat een ibex is: daar hebben we tegenwoordig google en wikipedia voor! Maar het is een soort kruising tussen een berggeit en hert, die razendsnel een steile berg op kan rennen.

17 mei 2008

Hallo Allemaal,

's morgens in Karimabad doen we rustig aan, na het ontbijt weer een kopje echte koffie met Bernadette die hier ook is, en daarna stappen we op de fiets. Eerst een lekkere afdaling, maar vervolgens weer een aardige klim omhoog. Na een paar kilometer is de weg afgesloten. Er is een demonstratie aan de gang, we worden geadviseerd om via een andere weg (een berg over) door te fietsen richting Gilgit. Dat vinden we wel heel veel om. We vragen wat er precies aan de hand is. Het blijkt een vredesdemonstratie te zijn, omdat er onlangs een dokter uit het stadje waar de demonstratie plaats vindt, vermoord is door iemand uit Gilgit. Er liggen stenen op de weg om te voorkomen dat het verkeer er door kan. Ook liggen er brandende balen op de weg. We lopen er langs en merken dat de demonstratie zeer vreedzaam is. Niets aan de hand dus. Even later kunnen we weer fietsen en rijden verder.

Met de jeepchauffeur hadden we afgesproken dat hij om 12 uur zou vertrekken uit Karimabad, dan zou hij ons rond 13 uur op pikken om naar Gilgit te brengen. Echter, om 14 uur nog steeds geen Jeep, dus maar eens bellen. Uiteindelijk komt hij tegen kwart voor 3. Ons plan om rond 2 in Gilgit te zijn, halen we niet meer. De fietsen passen net achterin en het is krap op de voorbank. In Gilgit zijn we allebei redelijk uitgeput en 's avonds voelen we ons ook niet echt lekker. Morgen zo nog eens 18 uur... we zien het niet zitten, temeer daar ik me ook steeds minder lekker begin te voelen. We besluiten te kijken wat de mogelijkheden zijn om vanuit Gilgit terug te vliegen naar Islamabad. De medewerkers van het Guesthouse Madina doen alle mogelijke moeite voor ons en een dag later kunnen we vliegen.
Die middag spreken we 2 Duitsers (een stelletje) in ons Guesthouse die na 2 maanden China naar Pakistan gegaan zijn. Voor hen was Pakistan enorm wennen.

Donderdagochtend gaan we naar het vliegveld en gaan met een klein propellorvliegtuigje naar Islamabad. Voorheen vlogen op dit traject veel Fokkers, maar die zijn in de loop der jaren bijna allemaal verongelukt. Blij dus dat wij met een ATR gaan. Hij vliegt maximaal 5 km hoog en heeft moeite met klimmen omdat de lucht te warm is. We zien de Nanga Parbat en Fairy Meadows weer vanuit de cockpit raam en krijgen extra broodjes en koekjes van de piloten.

Na een goede vlucht landen we in een zeer heet Islamabad. We zoeken wat karton om de fietsen in te pakken voor de thuisvlucht van vrijdag. 's avonds koelt het een beetje af door een heerlijke onweersbui. Uiteraard is de stroom weer uit gevallen en met het licht van een kaarsje pakken we de tassen in. 's nachts is het erg warm, dus we hebben geen moeite om op tijd wakker te worden. Een Suzuki Alto brengt ons weer met fietsen en bagage naar het vliegveld en na een goede vlucht zijn we gisteravond thuis gekomen. Echter nog zonder de fietsen; die staan nog op Londen Heathrow. Hopelijk komen die vandaag.

De vlucht naar huis betekent ook het einde van een schitterende reis door een van de mooiste berggebieden ter wereld. De mensen die we onderweg in Pakistan ontmoet hebben, zijn de meest aardige, vriendelijke, warme en gastvrije mensen die ik ooit ontmoet heb. De Syriërs en de Turken scoorden hoog, maar zijn wat mij betreft nu ingehaald door de Pakistani. Van enige onveiligheid hebben wij niets gemerkt, ondanks dat medewerkers van de ambassade Pakistan tot 1 van de 3 onveiligste (voor diplomaten dan) landen ter wereld bestempelen (na Irak en Afghanistan).
Wij kunnen iedereen aanraden om hier te gaan fietsen of rond te reizen. Wel wijzen wij er op dat de ervaringen die wij gehad hebben, onze persoonlijke ervaringen zijn geweest en dus geen garantie bieden voor soortgelijke ervaringen (toch even een disclaimer inbouwen...).

Wie de KKH wil gaan fietsen: wij adviseren je om daar snel mee te zijn. De Chinezen komen deze zomer met 30.000 (!) man om de KKH te gaan verbreden tussen de pas en Gilgit. Hoe ze dat gaan doen, is ons een compleet raadsel. Er zullen vele tonnen dynamiet nodig zijn om alle rotsen waar de weg zich nu langs slingert, op te blazen om de weg te verbreden én om er tevens nog een spoorlijn naast te leggen. De Pakistani in het noorden vinden dit onzin. Wij ook. Er rijden slechts weinig vrachtwagens en een enkel busje per dag over deze weg. Waarom hier dan een 4baans snelweg van maken?? Waarom weer zoveel natuur vernielen voor een project dat riekt naar grootheidswaanzin van de chinezen? Het is o.i. beter om de bestaande weg beter te onderhouden. De mensen in Gilgit vinden het wel een goed plan. Voor hen is een snellere verbinding naar Islamabad vooral prettig. Dat is ook wel begrijpelijk. Maar met het verbeteren van de huidige weg kom je ook een heel eind, denken wij. Het feit dat China de Pakistaanse regering een renteloze lening geeft en 30.000 mensen om de weg aan te leggen, geeft al wel aan voor wie de weg werkelijk belangrijk is. Het zou ons niet verbazen wanneer China nog eens aanspraak zou willen maken op het noordelijk deel van Pakistan. Ook vanwege de vele hoge bergpieken en dus het toeristische klimgebied. Maar dat is slechts speculatie van onze kant.

Wij zijn in elk geval blij dat we deze reis nu hier gemaakt hebben. Dit land, met deze aardige mensen, verdient een goede toekomst. Er zit zoveel liefde van de Pakistani in dit land, dat zie je aan alles; hoe de akkertjes worden aangelegd, huizen gebouwd worden, auto's onderhouden worden en vooral hoe mensen met elkaar en met ons omgaan.

Nogmaals, iedereen hartelijk bedankt voor alle reacties en tot de volgende mail!

Vriendelijke groeten,
Freek en Quirien