door
gudy » di 27 apr, 2004 16:15
Hallo allemaal
Momenteel zitten we in Shiraz de stad van de tuinen, verlichting en
dichters. De beroemde dichters Hafez en Saadi hebben er gewoond en zijn er begraven en de gedichten leven voort in de parken. Met Hedayet en zijn familie kijken we hoe de zon ondergaat over de stad en drinken we thee in de bergen van Shiraz.
Een dikke week geleden zijn we vertrokken uit het sprookjesachtige Esfahan. We hebben een bezoek gebracht aan de familie Lashkari in Sharin Sahr een voorstad van Esfahan.
Deze familie hebben we ontmoet in Abayaneh. Zij zijn Bakhtiari. Het nomadenbestaan van de Bakhtiari staat heel erg ver van hun bed. Dhr. Lashkari werkt zoals vele Bakhtiari in de olie-industrie.
In het Bakhtiari gebied wordt veel olie gewonnen en vele van deze mensen hebben zich definitief in steden en dorpjes gevestigd. In Sharin Sahr, wat een voorstad van Esfahan is wonen ongeveer 150.000 mensen, waarvan 50% bakhtiari. Het bezoek aan de familie was fantastisch. Gudy werd als een bakhtiari vrouw gekleed en kreeg vele rokken en sluiers aan in alle kleuren van de regenboog.
Zouden we de echte bakhtiari nog wel tegenkomen? Mazoud vertelde dat de het geromantiseerde beeld van de nomaden uit de boeken voor het grootste gedeelte een verleden is.
De meeste moderne Bakhtiari halen hun kuddes schapen op met een vrachtwagen.
Na Esfahan zijn we naar Shar e kord gereden. het Tibet van Iran. Het ligt op een hoogvlakte van rond de 2300 meter en is behoorlijk fris in dit jaargetijde.
Hier vandaan volgen we kleine weggetjes door het Zagros gebergte. Niet veel hoger dan ons ligt nog sneeuw. De dorpjes zijn vaak klein en de huizen van leem. De enige luxe aan de bouwstijl is het waterdichte dak. Dit doen ze door teer op het lemen dak te gieten.
In deze dorpen zijn ze totaal geen westerlingen gewend. Als ze ons zien kijken ze als een aap in een horloge. Ze gaan dan nadenken, en opeens weten ze het! Ze roepen 'I love you' of andere engelse zinnen of worden. De meesten hebben ooit engels geleerd maar nooit gepraktiseerd.
Als we in het bergdorpje Joonegan aan komen fietsen horen we trommelgeluid. Wat nu weer?
Hoessein wordt nog steeds herdacht en honderden mannen en jongens lopen in de processie mee.
Deze processie heet arbaeen en is 40 dagen na Ashura en duurt ook enkele dagen.
Ze slaan zich met kettingen op de rug, en slaan hun hand op de borst.
Er wordt ook klagelijk gezongen en de in zwarte chadors geklede vrouwen huilen.
Het geheel doet grimmig aan, toch mogen we fotgraferen en we krijgen zelfs gebakjes kado.
Als we geen hotel vinden kamperen we. Soms is het moeilijk een kampeerplek te vinden en officieel is wildkamperen ook verboden. Beter kan je het aan een boer of familie vragen om in hun tuin de tent op te zetten. Het risico is dat je dan je vrijheid kwijt bent en de hele avond bezig gehouden wordt door de familie.
Een aantal keer met kamperen was het behoorlijk koud en stond 's ochtends de rijp op de tent.
Gelukkig brengt de sterke zon alles weer snel op een aanvaardbare temperatuur.
Als we meer westwaards komen wordt de natuur steeds groener. Na een hoge pas in de provincie bakhtiari komen we in een vallei vol met bomen. Hier stromen veel riviertjes en er wordt door de boeren op terassen verbouwd op de steile berghellingen.
We zien vele vrachtwagens met schapen langsgaan. De bakhtiari halen hun schapen uit het lager gelegen Khuzestan en rijden naar de provincie Bakhtiari.Hier liggen de zomerweides waar hun grote kuddes schapen en geiten de hele zomer lang verblijven.
Ja hoor en toch zien we het ouderwetse beeld van de nomaden.
Er staan een aantal tenten op een kleine weide voor een bergrug. De tenten en het vee worden bewaakt door hele grote honden. Er hangen gekleurde tapijten en kleden te drogen over de struiken. Ik loop er toch heen ondanks de honden en wordt vriendelijk ontvangen door een oude nomaden vrouw.
Zij is gekleed in vele rokken en heeft een gekleurd hoedje op met glitters en muntjes. Ze verbergt dit onder een hoofddoekje. Er komt een jonge vrouw met baby aanlopen.
Deze vrouw is zomaar uit mijn nomadenfotoboek weggelopen. Ze heeft een prachtig sprekend gezicht en hele ruwe handen. Ze zoent me op mijn handen en zegt dat ik welkom ben.
We nemen plaats voorin de tent waar een vuurtje brandde. Ik krijg water uit een zak gemaakt van dierenhuid. In de tent liggen voorraden voedsel en vele kleden. We laten ook nog elkaars haren zien en ik krijg de uitnodiging om te blijven. De uitnodiging die sla ik af, want John wacht bij de fietsen.
De weg naar Shiraz gaat over vele hoge bergpassen. Het landschap lijkt op zuid Frankrijk.
In de buurt van Lordegan ontmoeten we nomaden van de Qasqai stam. Ze zijn een stuk armer dan de Bakhtiari en vervoeren hun tenten en tapijten op ezels. Ze lopen over de weg met soms kuddes van wel duizend schapen en geiten. De vrouwen hebben hier in de bergen andere kleren dan in de steden.
In de steden zie je voornamelijk de chador (lettelijk tent) en de korte chador een hoofddoek die hoofd en schouders bedekt. Door het buitenleven hebben ze getekende gezichten. Ze zwaaien hartelijk als wij ze in het farsi groeten. In de dorpjes in de bergen hebben we vrouwen gezien in donkerblauwe yomanda-achtige jurken. Richting Shiraz zien we vrouwen met groene jurken.
In Sepidan ontmoeten we Hedayat, een leraar engels. Hij is getrouwd met Zamin en dit is zijn nichtje.
Voor een leraar spreekt hij vrij slecht engels, maar hij heeft de tijd om dit met ons te oefenen.
Hij en zijn familie zijn heel gastvrij en ondanks het moeilijke communiceren leren we toch een hoop van elkaar. We bezoeken zijn schoonfamilie en later zijn eigen familie. We blijven slapen en eten en maken
een aantal uitstapjes in de omgeving.
We komen eindelijk aan in de mooie stad Shiraz. Hier verlengen we de visa's. Een rot klus, het buro
is verhuisd zodat we naar de andere kant van de stad moeten.
Ook moeten we naar de bank voor een storting van een klein bedrag. Dan naar een copy-shop voor de hele handel te copieren.
Verder hebben we met Hedayat en zijn familie diverse toeristische hoogtepunten bekeken en veel gegeten en thee gedronken. De gastvrijheid kent geen grensen. We mogen zo lang blijven als we willen. Een aantal van zijn familie leden spreken ook aardig engels. Gelukkig ook zijn zus, dus we komen wat meer te weten over het leven van de vrouw in een familie in Iran.
In de Eram tuin in Shiraz ontmoeten we twee jonge dames, Farnaz en Marzieh. Zij studeren Engels en ze zijn heel enthousiast om met ons te praten.
We wandelen door de tuinen en horen in een prachtig theehuis, hoe het leven van een jonge vrouw eruit ziet. Alles hangt af van de ouders, eigelijk de vader. In de toekomst natuurlijk hun echtgenoot.
Als de vader of echtgenoot wilt heeft zo'n vrouw geen leven.
Gelukkig hebben de vrouwen die we hebben ontmoet een redelijk vrij leven. Farnaz en Marzieh willen heel graag werken buitenshuis na hun studie.
Inshallah, als God het wilt, meer als vader of hun toekomstige man het wilt. Ze hopen op een goede man in de toekomst. De vader van Farnaz is nogal ouderwets dus dat wordt een moeilijke kwestie voor haar en dat is het nu al.
We bezoeken met hun ook nog een andere botanische tuin. De moeders weten waar hun dochters uithangen, maar de vaders niet, want anders mogen ze een maand de straat niet meer op of het wordt verboden om naar de universiteit te gaan.
Over politiek durven ze eigenlijk niet goed te praten. Zij zijn het in ieder geval niet eens met de huidige politiek, zoals vele andere iraniers. Een man die op zoek is naar een vrouw of verliefd is op een vrouw kan dit niet in het openbaar tonen. Dit wordt gesignaleerd door de geheime politie en doorgegeven aan de ouders. De ouders moeten dit probleem dan in goede orde oplossen.
Studenten die tegen de regering zijn lopen het risico in de gevangenis te worden gegooid.
Op straat zie je veel vrouwen, zeker vergeleken met Arabische landen.
Ze lopen vaak in groepjes of alleen, dus het beeld wat wij in Nederland hebben over dit volk klopt van geen kanten. De gemiddelde Iranier heeft een goed ontwikkeld gevoel voor sfeer. 'S avonds thee drinken in een statig theehuis, of de waterpijp roken bij een mooie bezienswaardigheid.
De studentes bijvoorbeeld schreven als dank voor ons samenzijn een gedicht op een rozenblad.
In de bazaar van Shiraz zien we allerlei mensen met diverse etnische achtergronden.
Er lopen Arabieren uit Khuzestan en ook Afghaanse vluchtelingen.
Vooral de Afghanen zijn makkelijk te herkennen aan hun spleetogen en soms Mongools achtige uiterlijk.
Hun kledij is soms nog kleuriger als de Iraanse vrouwen. De mannen hebben soms woeste baarden en dragen lange blousen als in Pakistan en India.
We gaan vanavond chique uit eten in een voormalige hammam (badhuis). Het is prachtig gerestaureerd en het eten is fantastisch. Ook is er live Persische muziek en de obers lopen in ouderwetse uniformen.
Morgen, (woensdag) vertekken we richting Persepolis, één van de hoogtepunten van Iran.
Daarna doorkruizen we een stuk woestijn naar de stad Yazd.
Daar pakken we Nachttrein naar Teheran.
Daar zal na vijf mooie weken een einde komen aan ons Persische sprookje.
khoda hafez, (tot ziens)
John en Gudy