Daar staan we dan. Een schamele 250 kilometer op de teller, en een nog ruim 1250 kilometer te gaan. Paniek in Kratie, Cambodja: het fietszadel is stuk. Zomaar. Onder de billen afgebroken. Schroefjes en moertjes rollen over de zandweg; toegesnelde Cambodjanen gaan er in no time met zadel en toebehoren vandoor. Mijn reisgenoot werpt me een verwijtende blik toe. Zíj heeft een gloednieuwe Giant Expedition (1149 euro). Ik doe het met een leenfiets: een 17 jaar oude Peugeot.
Hoe naïef is dat niet, als je vijf weken gaat fietsen van Phnom Penh naar Hanoi - deels over moeilijk begaanbare zandwegen? Niet zo heel naïef, vindt Eric Schuijt, eigenaar van speciaalzaak De Vakantiefietser in Amsterdam, die onder meer geavanceerde fietsmerken als Koga Miyata, Snel of die Giant Expedition verkoopt. Zelf is Schuijt - die gefietst heeft in zo'n zestig landen over vier continenten - ooit begonnen op een stadsfiets met trommelremmen en drie versnellingen. In de Pyreneeën. ‘Dat gaf problemen. Maar achteraf was het misschien wel mijn mooiste reis.'
Schuijts stelling is simpel: decennialang wordt er al per fiets gereisd. Aan het fietsen zelf is in die jaren niets veranderd, net zo min als de wegen verslechterd zijn. Ergo: op een oude fiets, mits in goede staat, kun je vaak prima reizen. Wat nieuwe generatie fietsen bieden, zijn extra's: extra duurzaamheid, extra stevigheid, extra comfort.
Een fietsvakantie kun je daarom zo goedkoop en vooral ook zo duur maken als je zelf wilt. Schuijt: ‘Wie weinig geld heeft en op een oude fiets wilt reizen, adviseer ik twee investeringen te doen: in slijtvaste fietsbanden (met anti-leklaag en goed profiel). En in waterdichte fietstassen.'
Wie meer te besteden heeft, vindt bij De Vakantiefietser fietsen die in prijsklasse variëren van 949 tot zo'n 2500 euro, met uitschieters als de reise und müller Delite - een volledig geveerde fiets met hydraulische schijfremmen die dan ook 4149 euro kost. Maar ook hier geldt: duurder is niet altijd voor iedereen en voor elke bestemming een must.
Hoe te kiezen? Een goede vakantiefiets heeft in elk geval stevige wielen (met dubbelwandige velg), een stuur waarop je je handen op drie posities kunt plaatsen (om tintelingen te voorkomen), een stijve bagagedrager. En: een frame-geometrie (de afstand van trapas tot zitbuis én die van het stuur tot het zadel) die bij je lichaam past.
Bij verre reizen verdient een fiets met 26 inch wielen de voorkeur. Alleen die maat banden zijn vrijwel overal ter wereld verkrijgbaar, en maken een fiets wendbaarder op onverhard weg. Schuijt: ‘Maar heeft je reispartner al een fiets met 28 inch banden, bedenk dan wel: die trapt dus minder hard dan jij.'
De bodemprijs van een nieuwe vakantiefiets is 949 euro, stelt Schuijt. Die is dan toegerust met een ‘acceptabele' groep (bladen van de voor- en achterderailleur en de ketting, de assen, de remmen en de schakelaars). Hoe duurder de groep, hoe slijtvaster de onderdelen en hoe beter een fiets schakelt.
Twee andere factoren bepalen verder het prijsverschil. Eén: het materiaal van de bagagedrager. Een stalen drager is duurder, want sterker. En bij onverhoopte breuken te lassen bovendien. Prima voor lange tochten over slechte wegen. Maar voor wie het beperkt tot jaarlijks tweeduizend kilometer over asfalt, is aluminium goed genoeg. En twee: de keus voor een maatframe dat volledig op je lichaam is afgesteld. Schuijt: ‘Handig voor bijvoorbeeld hele lange mensen. Maar overbodig voor 90 tot 95 procent van de fietsers.' Die kunnen met een goedkoper fabrieksframe (in meerdere maten verkrijgbaar) volstaan.
Een fiets is één ding. Reparaties is een ander verhaal. Want hoe duur ook: een fiets kan stuk. Op zijn website (www.vakantiefietser.nl) heeft Schuijt een paklijst met minimaal noodzakelijke gereedschap opgesteld. Daar blijkt onderweg natuurlijk iets aan te ontbreken. En dan rest het vertrouwen op hulp en kennis van derden.
In Kratie kwamen de weggesnelde omstanders na een kwartier weer hijgend aanhollen: met exact de goede maat bout. Vijf minuten later zat het zadel er voor de rest van de reis weer onwrikbaar op.
Hoe naïef is dat niet, als je vijf weken gaat fietsen van Phnom Penh naar Hanoi - deels over moeilijk begaanbare zandwegen? Niet zo heel naïef, vindt Eric Schuijt, eigenaar van speciaalzaak De Vakantiefietser in Amsterdam, die onder meer geavanceerde fietsmerken als Koga Miyata, Snel of die Giant Expedition verkoopt. Zelf is Schuijt - die gefietst heeft in zo'n zestig landen over vier continenten - ooit begonnen op een stadsfiets met trommelremmen en drie versnellingen. In de Pyreneeën. ‘Dat gaf problemen. Maar achteraf was het misschien wel mijn mooiste reis.'
Schuijts stelling is simpel: decennialang wordt er al per fiets gereisd. Aan het fietsen zelf is in die jaren niets veranderd, net zo min als de wegen verslechterd zijn. Ergo: op een oude fiets, mits in goede staat, kun je vaak prima reizen. Wat nieuwe generatie fietsen bieden, zijn extra's: extra duurzaamheid, extra stevigheid, extra comfort.
Een fietsvakantie kun je daarom zo goedkoop en vooral ook zo duur maken als je zelf wilt. Schuijt: ‘Wie weinig geld heeft en op een oude fiets wilt reizen, adviseer ik twee investeringen te doen: in slijtvaste fietsbanden (met anti-leklaag en goed profiel). En in waterdichte fietstassen.'
Wie meer te besteden heeft, vindt bij De Vakantiefietser fietsen die in prijsklasse variëren van 949 tot zo'n 2500 euro, met uitschieters als de reise und müller Delite - een volledig geveerde fiets met hydraulische schijfremmen die dan ook 4149 euro kost. Maar ook hier geldt: duurder is niet altijd voor iedereen en voor elke bestemming een must.
Hoe te kiezen? Een goede vakantiefiets heeft in elk geval stevige wielen (met dubbelwandige velg), een stuur waarop je je handen op drie posities kunt plaatsen (om tintelingen te voorkomen), een stijve bagagedrager. En: een frame-geometrie (de afstand van trapas tot zitbuis én die van het stuur tot het zadel) die bij je lichaam past.
Bij verre reizen verdient een fiets met 26 inch wielen de voorkeur. Alleen die maat banden zijn vrijwel overal ter wereld verkrijgbaar, en maken een fiets wendbaarder op onverhard weg. Schuijt: ‘Maar heeft je reispartner al een fiets met 28 inch banden, bedenk dan wel: die trapt dus minder hard dan jij.'
De bodemprijs van een nieuwe vakantiefiets is 949 euro, stelt Schuijt. Die is dan toegerust met een ‘acceptabele' groep (bladen van de voor- en achterderailleur en de ketting, de assen, de remmen en de schakelaars). Hoe duurder de groep, hoe slijtvaster de onderdelen en hoe beter een fiets schakelt.
Twee andere factoren bepalen verder het prijsverschil. Eén: het materiaal van de bagagedrager. Een stalen drager is duurder, want sterker. En bij onverhoopte breuken te lassen bovendien. Prima voor lange tochten over slechte wegen. Maar voor wie het beperkt tot jaarlijks tweeduizend kilometer over asfalt, is aluminium goed genoeg. En twee: de keus voor een maatframe dat volledig op je lichaam is afgesteld. Schuijt: ‘Handig voor bijvoorbeeld hele lange mensen. Maar overbodig voor 90 tot 95 procent van de fietsers.' Die kunnen met een goedkoper fabrieksframe (in meerdere maten verkrijgbaar) volstaan.
Een fiets is één ding. Reparaties is een ander verhaal. Want hoe duur ook: een fiets kan stuk. Op zijn website (www.vakantiefietser.nl) heeft Schuijt een paklijst met minimaal noodzakelijke gereedschap opgesteld. Daar blijkt onderweg natuurlijk iets aan te ontbreken. En dan rest het vertrouwen op hulp en kennis van derden.
In Kratie kwamen de weggesnelde omstanders na een kwartier weer hijgend aanhollen: met exact de goede maat bout. Vijf minuten later zat het zadel er voor de rest van de reis weer onwrikbaar op.