Hallo allemaal,

Hoog tijd jullie weer even bij te praten over de fantastische fietsweek die ik achter de rug heb. Ik verliet jullie in Taupo, waar ik hard aan het bedenken was of ik samen met zo'n 16 andere fietsers op het punt stond aan het hooggebergte te beginnen om de dag erna bij goed weer (wat het al een aantal dagen niet was en nog een groter aantal dagen niet zou worden) met zo'n 500 man aan de Tongariro Crossing (volgens de gidsen de beste 1 dagstrekking in NZ) te beginnen. Met name het feit dat ik in NZ nog niemand was tegen gekomen die de Tongariro crossing NIET wilde gaan doen was tegengekomen baarde me wat zorgen. Het leek me volstrekt onmogelijk dat ik een trekking waar ik het parcours van 10 - 15 km met honderden touristen zou moeten delen ooit de mooiste 1 dagstrekking in NZ zou kunnen vinden. Tijd dus voor plan B.

Plan B was eigenlijk heel simpel: aangezien ik schoon genoeg had van die eeuwige groene glooiende heuvels met daarop de 48 miljoen schapen die in NZ rondlopen, werd het hoog tijd mijn fietsterrein te verplaatsen naar een werkelijk wild gebied: Whanganui. Dit nationaal park heeft een fantastische historie: de regering van NZ wilde in de jaren 1920 dit gebied bestaande uit een soort tropisch regenwoud gaan ontginnen en besloot de weinige soldaten die levend uit de eerste Wereldoorlog waren gekomen een stuk land in dit gebied ter beschikking te stellen. Na 20 jaar werd het expiriment opgegeven: de natuur zorgde ervoor dat de toegangswegen telkens weer opnieuw aangelegd moesten worden. Het gebied werd weer teruggegeven aan de natuur en enkele historische plekken als de bridge to nowhere en de bridge to somewhere herinneren nog aan die tijd. Als dat geen gebied was met avontuur, kleine weggetjes en zonder groene heuvels, dan wist ik het ook niet meer. Dus vertrok ik met de bus op vrijdag de 13e (jaja, zelfs met mijn voorgeschiedenis) naar de stad Whanganui. Ik zou er geen spijt van krijgen.

De eerste dag was gelijk al een geweldige fietsdag. Eindelijk is een echt rustig weggetje (de Whanganui river road), nauwelijks auto's, continu langs een kronkelende rivier, heuveltjes en 25 km onverhard, geweldig terrein na al die suffe fietsdagen rond Rotorua. De volgende dag kreeg ik eindelijk eens een echte klim te verwerken in plaats van de lullige heuveltjes: van 200 naar ruim 800 meter (met weer 15 km onverhard - jippie!). De km vlogen voorbij, mede door het gezelschap van een aardige Duitse jongen met een dagbudget van 10 dollar = 11 gulden (ik heb uitgerekend dat ik gemiddeld 70 dollar per dag weet te verbrassen).

Toen brak de dag aan waarop ik me echt had zitten te verheugen: de 42 traverse. Of de naam nou slaat op het feit dat deze route 42 km lang is, op de 42 breedtegraad ligt of precies tussen State Highway 41 en 43 in ligt, ik weet het nog steeds niet, maar ik weet wel dat het een GEWELDIGE onverharde weg is. Dankzij een heel aardige campingbaas die me 63 km van de camping bij het begin van de route dropte (komt allen naar de camping van Taumarunui!!) kon ik deze route fietsen. Na 20 prachtige dalende kilometers volgde een wat heftiger middenstuk met als hoogtepunt een rivierdoorsteek van zo'n 50 cm diep door een wildwaterriver verbaasd gadegeslagen door een stel wildwatereenden. Ik had het ultieme Maarten Smit op IJsland gevoel! Wat een geweldig stoer terrein. In extase fietste ik de laatste 20 kilometer uit, had me helaas een lekke band kostte (de 2de en tot nu toe laatste). Geweldig, geweldig, geweldig!

De dag erna volgde een soort tussenetappe over de forgotten highway (fantastische naam!) richting Stratford. Helaas had ook hier de asfalteermachine recent hard toegeslagen (zoals ogenschijnlijk overal op doorgaande routes in NZ) zodat ik me die dag tevreden moest stellen met slechts 12 onverharde km door een mooie gorge. Inmiddels was het voor het eerst (hoewel ik al dagen zwaarbewolkt weer had gehad) gaan regenen. Niet echt prettig, zeker niet aangezien ik op weg was naar een hoogwaarschijnlijk volstrekt verlaten DOC kampeerterrein met alleen basisfaciliteiten. Daar eenmaal aangekomen ontdekte ik tot mijn grote schrik dat zelfs die basisfaciliteiten nog wat minder waren dan ik had verwacht: er was geen kraan... Ik had voor 5 dagen eten bij me, maar dat er geen water zou zijn, daar had ik geen moment rekening mee gehouden...

Helaas had ik mijn waterzuiveraar thuisgelaten, maar gelukkig was ik wel op het briljante idee gekomen om twee pakken sap mee te nemen, zodat ik in ieder geval nog zo'n 2,5 halve liter drank had om de nacht mee door te komen, maar ik wilde de volgende dag een rondrit maken en dan was dat toch wel een beetje weinig. Ik besloot buiten het kampeerterrein op de weg te gaan zitten om de eerste voorbijganger aan te houden, maar na 20 minuten besefte ik dat als je op een weg zit die door de Lonely Planet als volstrekt Off the beaten track aan het fietsen bent en vervolgens ook nog een onverharde zijafslag hebt genomen en daar 8 km op bent doorgereden om op een volstrekt verlaten kamperterrein de nacht door te brengen, je natuurlijk niet moet verwachten dat er even een auto langskomt om jouw problemen op te lossen. Precies op dat moment hoorde ik een auto aankomen rijden. Met de vrouw in de auto sprak ik af dat ik morgenochtend langs de boederij van haar zoon (7 km verderop) zou rijden om wat water op te halen. Aangezien ik de kiwis inmiddels een beetje ken, was ik niet eens echt verbaast toen een uur later haar zoon vanuit het niets met 7 liter drinkwater kwam aanzetten. Nieuw Zeelanders zijn fantastische mensen!!!

Met ruim voldoende water kon ik de volgende dag dus toch aan mijn mountainbikeroute beginnen. Ik was wat verontrust geraakt toen bij nadere beschouwing bleek dat voor de route van 45 km zo'n 6 tot 10 uur uitgetrokken diende te worden. Aangezien het weer nog steeds niet veel soeps was, leek me dat ik die tijd ruim nodig zou hebben en besloot dus maar de helft van de route te doen. Al snel bleek de oorzaak: de route voerde door steeds dichter native bush, wat op zich een heel bijzondere ervaring was, maar na enige tijd was de route toch echt niet meer fietsbaar en moest ik anderhalf uur lopen. Niet helemaal mijn idee van een mountainbikeroute, maar ik moet toegeven dat ik toch een voldaan gevoel aan de route overhield. Wel jammer dat het vanaf 3 uur begon te regenen en tot middernacht niet meer ophield, zodat ik op de nog steeds volstrekt verlaten camping in mijn eentje een recordpoging deed zo langzaam mogelijk de laatste 2 artikelen in de National Geographic die ik nog niet gelezen had door te nemen.

Groot was mijn vreugde dan ook toen ik de volgende dag na 30 kilometer heel hartelijk welkom werd geheten in de residentie van de republiek van Whangamomona! Dit dorpje heeft zich in 1989 na een conflict over een provinciale herindeling tot republiek uitgeroepen, met Billy de geit als president (helaas recent overleden, ik kon stemmen voor de volgende president) en daarmee alle landelijke dagbladen en de geschiedenisboeken halend. De opstandige inwoners zijn er buitengewoon serieus mee bezig: er is een paspoort, geld, een volkslied en ik loop nu in een polo-shirt van de republiek rond!

Gelukkig was er nog plaats op de enige camping van de republiek (ik was de 3de bezoeker in december) zodat ik 's middags aan mijn volgende avontuur kon beginnen: de trail naar de bridge to somewhere, een van die legendarische wegendie volstrekt in onbruik zijn geraakt. Mijn gids waarschuwde al dat het niet verstandig was om deze route in regenachtig weer te proberen, maar ja zo vaak kom in niet in de republiek van Whangamomona en een mens wil toch wel eens somewhere komen, en de brug naar somewhere, dat klinkt toch helemaal fantastisch??

Het grote probleem bleek al snel te bestaan uit een dikke laag modder die vooral tussen kilometer 3 en 10 uitzettend XXX was. Aangezien ik vandaag toch wel erg graag somewhere wilde komen en ik mijn collega wereldfietsers niet graag zou uitleggen dat het me tijdens mijn reis niet eens gelukt was somewhere te komen, zette ik maar door. Tot mijn grote blijdschap werd de weg beter zodat ik na tweeenhalf uur ploeteren de brug bereikte en me voor de terugweg op maakte, waarop ik me wederom verbaaste over de abonimabel slechte kwaliteit van de weg en me afvroeg welke idioot in vredesnaam er dit voor overhad op bij een of andere in onbruik geraakte brug uit te komen...

Gisteren stond in het teken van de terugkeer naar de bewoonde wereld: het leuke onverharde weggetje werd geasfalteerd, kreeg 20 km later streepjes in het midden en werd uiteindelijk een volledige tweebaansweg uitmondend in een van die vreselijke drukke state highways. Op de camping kreeg ik tot mijn verbijstering een plek met een nummer toegewezen en een sleutel voor de deur van de gemeenschappelijke faciliteiten. Onvoorstelbaar na de afgelopen dagen, maar een mens went snel en inmiddels heb ik het goed naar mijn zin in New Plymouth.

Vandaag heb ik heerlijk wat rondgereden, een fotorolletje verschoten aan die prachtige modelvulkaan Taranaki (echt eentje uit het boekje, waanzinnig mooi) en heerlijk genoten van eten en het fantastische weer (eindelijk).

Wegdromend op de kade met uitzicht op de haven en de majesteuze Taranaki voel ik me intens tevreden met de heerlijke afgelopen week. Nog 4 daagjes en ik stap weer op het vliegtuig naar huis om samen met Astrid (joepie!!) lekker kerst te gaan vieren.

Groeten,
Dennis