Additionally, paste this code immediately after the opening tag: Op DEET - Pagina 2 - Forum Wereldfietser

Op DEET

Dag 7: Surat Thani – Ratchaprapha Dam.

Vandaag begint de tweede vierdaagse – maar die vertrekt niet in Chumphon. Mr. Wut rijdt me naar de rand van Surat Thani 200 kilometer verderop. Die taxirit wringt toch een beetje, maar dat is natuurlijk ook deel van de deal met Grasshopper: de hotels liggen vast en het traject bestaat uit twee ‘gescheiden’ vierdaagse ritten – that’s it. Ik verzet me er niet tegen want mocht ik dat wel doen zou dat betekenen dat ik vandaag 200 km extra zou moeten fietsen. Dat zie ik niet zitten dus ik laat me rustig rijden in het aangename gezelschap van Wut en zijn oude pickuptruck.

Tegen elven komen we aan op de start van het nieuwe traject. In het plaatselijk winkeltje sla ik nog een ECBO-kit in voor mocht er toch een hongertje opkomen. De eigenares is een ravissante dame met decolleté – of was het een dame met ravissant decolleté? Ik weet het niet zo goed meer – op zo’n momenten sputtert het mannelijke brein een beetje en wordt het mistig. Daar moet wel één of andere evolutionaire verklaring voor bestaan. Tijd om terug in het zadel te gaan.

De rustig golvende baan voert me langs uitgestrekte rubber- en oliepalmplantages – de reden waarom het grootste deel van het Zuid-Thaise laaglandregenwoud is verdwenen. Gelukkig zijn er nog enkele regio’s beschermd, een daar zal ik de komende dagen ook doorheen fietsen.
20220107_121535a.jpg
Eindeloze plantages zijn druk bezig (sommige van) onze fietsbanden te produceren.
20220107_120012.jpg
[vervolg]

Een groot deel van het traject vandaag loopt op baantjes parallel aan de Phum Duang rivier, maar de rivier zelf krijg ik niet veel te zien. Halverwege stop ik bij de grottentempel Wat Tham Singkhon. Ik dacht hem eerst te skippen, maar gezien er door de relatief korte rit vandaag voldoende verpozingstijd is, neem ik hem even mee. Ik parkeer mijn fiets aan de gebouwtjes nabij het tempelcomplex, niet ver van wat mannen die met monniken aan het keuvelen zijn. Terwijl ik met mijn stuurtas en fietsslot aan het frullen ben, stopt een van de mannen me een flesje water toe. In een reflex grijp ik naar mijn portemonee, maar met een gebaar maakt hij me duidelijk dat dat niet nodig is. Hij is gewoon aardig… of hij heeft medelijden met me. Ik bedank hem en ga de bezienswaardigheden bekijken.

Hoewel het tempelgebouw niet echt uitzonderlijk is, is de aanpalende grot wel de moeite waard: via trappen en gangen kom ik in verschillende gallerijtjes terecht waar telkens onder schimmige verlichting rijen van boeddhabeelden opgesteld staan. Opnieuw ben ik de enige bezoeker en is er absolute stilte, die hier en daar wordt doorbroken door het nauwelijks hoorbare vleermuisgefladder. Opnieuw een heel speciale ervaring. Top. Ik bereik een ingestorte gallerij waarin een oerwoudreus geworteld is. Een trap leidt me naar het daglicht en het pad zet zich voort tot een beklimming van een heuvel waar, op de top, nog een beeld staat van een groene Hindoegodheid. Terug beneden hoor ik, net wanneer ik mijn fiets neem, een korte luide knetter achter me. De keuvelende Thais kijken verschrikt op en we zien dat op straat een vrachtwagen een laaghangende elektriciteitskabel heeft afgeknakt. Tja, dat wordt wachten op de hersteller.
20220107_123025a.jpg
De grottentempel Wat Tham Singkhon.
20220107_123539.jpg
De donkere trap naar het Nirvana.
20220107_123713.jpg
Absolute rust hier.
20220107_123622.jpg
Ficuswortels zoeken voeding in de grot en vormen een natuurlijke reuzenharp.
20220107_125054a.jpg
Dit is evenzeer genieten voor me: een junglebloempje (Pseuderanthemum sp.).
[vervolg]

Ik fiets verder langs de eindeloze plantages en kom tenslotte in de buurt van mijn eindbestemming. Ik besluit nog een ommetje te maken over de Ratchaprapa dam zodat ik het Khao Sok stuwmeer kan bewonderen. Langs de baan zie ik dat de lage masten met hoogspanningskabels, die wellicht vertrekken vanuit de nabijgelegen waterkrachtcentrale, beschermd zijn tegen klimmend wild met een soort vierkante omgekeerde trechters. Slim – dat voorkomt wellicht veel apengeknetter. Het uitzicht op de dam is mooi – zowel de water- als landzijde van de dam krijgen mijn fotografische aandacht. Het valt op de het groen hier in de buurt piekfijn onderhouden wordt door een team dat wellicht 24/7 actief is.
20220107_150051.jpg
De trechters aan de hoogspanningspalen voorkomen wellicht zwartgeblakerde aapjes.
20220107_151054.jpg
[wikipediamodus] De Ratchaprapadam vormt het Cheow Lan stuwmeer (165 km2) dat temidden van het Khao Sok National Park (739 km2) ligt. Het Khao Sok National Park is een overblijfsel van het Zuid-Thaise laaglandregenwoud dat ouder en diverser was dan het Amazonezwoud [/wikipediamodus].
20220107_151113.jpg
De landzijde van de stuwdam.
Mijn hotel voor die nacht ligt een eindje in de jungle aan een idyllisch riviertje. Voor mijn avondmaal kijk ik op de kaart van het plaatselijk restaurant en bestel ik een heerlijke ‘chicken cashew nut’. Bij de frisdrank zie ik staan: Coke: small 30 Bath – large 50 Bath. Aan het verlegen dienstertje tracht ik duidelijk te maken dat ik dorst heb. Hopend op een 50-cl glas zeg ik, met een brede glimlach, handen een halve meter uit elkaar en met grote ogen: ‘Big coke’! De boodschap is duidelijk: ik krijg enkele minuten later een anderhalveliterfles op mijn tafel. Sometimes you get more than you expected. Ik geraak tot halfweg de fles. Niet slecht voor iemand die zelden frisdrank drinkt. Die avond overnacht ik in een uit de kluiten gewassen broodtrommel in de jungle.
20220107_155605.jpg
De broodtrommel waarin in overnacht.
Day07a.jpg
Dag 8: Ratchaprapha Dam – Phanom District.

Vandaag wordt het een eitje: 39 kilometer. Vermits er weinig alternatieve wegen zijn door Khao Sok National Park plan ik ook geen extraatjes of fantasietjes. Ik voorzie een laat vertrekuur en een rustige rit. Dat laatste komt enigszins in het gedrang wanneer Mr. Wut me vertelt dat langs het kleine baantje dat ik de eerste 10 kilometer zal volgen enkele plaatsen zijn waar honden de neiging hebben om aan te vallen. “Maar als we in groep rijden gebeurt dat normaal niet”, stelt hij me als solo-rijder ongerust. De herinneringen van de talloze keren dat ik ben gebeten door alles wat ook maar enigszins tanden heeft flitsen door mijn hoofd. Het is maar 10 kilometer, mompel ik mezelf wat vertrouwen in.

Ik vertrek en rij langs mooie kronkelende beschaduwde asfaltwegjes naar een mooie hangbrug. Ik hoef er niet over, maar blijf wel even voor een fotomomentje. Op de achtergrond staat Heart Mountain, een berg waarvan de top de vorm heeft va… tja het spreekt voor zich.
20220108_100019.jpg
Hangbrug nabij de hartberg, de Khao Teppitak.
Ik rij verder en gezien de rust, de mooie omgeving en de kwaliteit van de baan zou ik in mijn nopjes moeten zijn. Maar dat is niet het geval. De waarschuwing van Mr. Wut heeft me te alert gemaakt. Nabij elk huis dat half in de bossen is verscholen verwacht ik dat er een roedel blaffende honden komt aangestormd om mijn kuitspieren van mijn botten los te rukken. Ik kan niet meer genieten van het fietsen. Ik vind mezelf zo stom. Tijdens vorige dagen is het reeds enkele keren gebeurd dat honden blaffend kwamen aangerend en dat was nooit een groot probleem. Ofwel reed ik dan wat sneller zodat de honden niet konden volgen in de hitte, ofwel reed ik wat langzamer, liet ze komen, en draaide me plots om met een luide sis. Dat werkt ook verbazend goed. Maar nu zat ik echt te anticiperen op mijn fiets. Waar gaat het gebeuren? Met hoeveel gaan ze zijn? Hoe lang houden ze vol? Lang verhaal kort: ik zie geen enkele hond op dat bewuste traject. Ik bereik de hoofdweg – de enige die dwars door Khao Sok National Park gaat, van Oost naar West. Plots voel ik een last van mijn schouders vallen. Hier gaat geen hond meer naar me kraaien. Langs grotere drukkere wegen komen honden niet ongecontroleerd de baan oplopen. Diegenen die dat toch ooit hebben gedaan zijn reeds Darwiniaans herleid tot een hoop gehakt door de pick-uptrucks – en zo worden lokaal gedisciplineerde honden geselecteerd. Mijn gemoed wordt helemaal rustig en ik geniet zowaar van de drukkere baan. Zoals meestal het geval is, is het asfalt van prima kwaliteit en de ‘shoulder’ breed genoeg om veilig te fietsen. Onder de dieren vallen er wel verkeersslachtoffers – vooral slangen (ik had eerder ook al een aap en ooievaar zien liggen). Ik was de platte slangen in het begin van de reis beginnen te tellen, maar na enkele dagen ben ik de tel kwijt geraakt. Vandaag vind ik wel een hele verse en speciale: een uit de kluiten gewassen monocle cobra, niet echt een efficiënt gifspuitertje, maar wel eentje met een potentieel dodelijke beet.
20220108_104758a.jpg
Mmm… fancy schoenen in cobraleer – eens kijken of het mijn maat is. Monocled cobra (Naja Kaouthia) op het zuidelijkste puntje van zijn areaal.
Naarmate ik verder fiets ontvouwt zich langzaam een indrukwekkend karstlandschap voor me. Ik realiseer me dat ik ruim voor inchecktijd het volgende hotel zal bereiken en beslis wat te relaxen aan Hollywood Picnic Point – neen ik verzin de naam niet. De infrastructuur bestaat uit twee eenvoudige rieten hutjes, twee tafeltjes met wat stoelen en een grote houten schommel, that’s it. Maar daarrond ligt een prachtig karstlandschap waarvan je uitgebreid kan genieten. Ik ben er helemaal alleen en geniet in één van de hutjes. Hoewel ik geen honger heb spreek ik mijn ECBO-kit aan. Gewoon omdat het kan. Ik dwing mezelf om te relaxen en ik voel dat dat al beter lukt. Gewoon blijven zitten en niks doen. Rondkijken. De gedachten laten wegglijden. Heerlijk. Ik krijg nog spontaan gezelschap van een mooi vlindertje op mijn dikke teen.
20220108_113235.jpg
Hollywood picnic point. Ik denk: “Een ideale plaats om even te verpozen en te genieten”.
20220108_113333.jpg
Een zweterige teen. De Thaise teenkaasvlinder denkt: “Een ideale plaats om even te verpozen en te genieten”. Neen, even serieus, het is gewoon een lemon pansy (Junonia lemonias) die wat zout komt opnemen. Lief diertje – altijd blij (de larven eten onder andere Cannabis).
Uiteindelijk beslis ik dan toch te vertrekken voor mijn laatste twee kilometer naar het hotel. Ik check in en maak me klaar voor een kleine wandeling doorheen het regenwoud. Ik peil nog even bij de receptionist of er echt geen Rafflesia in bloei staat in de buurt, maar het antwoord is helaas ‘neen’. De bladerloze parasitaire Rafflesia’s zijn de grootste enkelvoudige bloemen op onze planeet. Ze duiken zeer kortstondig op uit de junglebodem waar ze hun lijkgeur verspreiden gedurende enkele dagen. Deze merkwaardige plant staat op mijn bucket list (voor zover ik die heb), maar het zal dus nog niet voor vandaag zijn. Ik besluit een heel klein lokaal ommetje te maken rond een rotsheuvel. Hoewel ik nooit ver weg ben van de bewoonde wereld is het junglegevoel er helemaal. Woekerende lianen, wilde plantengroei, rare geluiden, gigantische palmbladeren… en muggen. Verschrikkelijk veel muggen. En dan nog van de meest venijnige soort. Hoewel ik me helemaal heb ingesmeerd met DEET, weten ze mijn oren perfect te vinden. Meer nog, die kleine krengen hebben zelfs de neiging om in mijn gehoorgang te proberen vliegen. Hun zoemfrequentie is veel hoger dan die van de Belgische muggen en klinkt nog nerveuzer. Ik sla mezelf een paar keer goed rond de oren waarna ik met mijn handen naast mijn oren blijf wapperen. Gelukkig loop ik helemaal alleen – het is waarschijnlijk geen gezicht. Aan een oerwoudreus met indrukwekkende plankwortels tracht ik een selfie te nemen met fake smile – want die muggen, dat is niet om te lachen. Het kost enorm veel zelfbeheersing om enkele seconden niet te flapperen en de muggen hun gang te laten gaan tijdens het nemen van de selfie. Hij mislukt: bewegingsonscherpte door te weinig licht en te zenuwachtige handjes. Halverwege mijn wandeling hoor ik plots gesnurk. Ik zie een lokale Thai in een gecamoufleerde hangmat tussen twee bomen hangen. Ik begrijp niet hoe hij zo rustig kan tukken tussen al die muggen. Met flapperende handen stap ik verder. Uiteindelijk bereik ik via een koffie- en rubberplantage mijn hotel waar ik nog even geniet van het panorama aan het restaurant.
20220108_130941.jpg
Restaurant van het resort, met indrukwekkend uitzicht.
20220108_135340.jpg
[piepstemmetje] Ik ben gevaarlijk, ik ben gevaarlijk, …[/piepstemmetje] Neen, je bent het NIET. Je bent maar een gewoon wespmotje! (Eressa sp.)
20220108_145615a.jpg
Wandelingetje in de jungle. Hier is nog niets draadloos!
20220108_143851a.jpg
[Fakenews] Gekookte jungleboontjes zijn heel erg lekker! Maar ’t is wel veel! [/Fakenews].
20220108_152525a.jpg
Met mijn sandaaltjes doorheen de dichte onderbegroeiing in de rubberplantage. Even moest ik terugdenken aan de cobra die ik enkele uren eerder zag.
Oh, en de obligate statistieken...
Day08a.jpg
Dag 9: Phanom District – Khao Lak.

Vandaag is het de koninginnenrit van de tocht! Ik zal 4 kilometer moeten klimmen aan 3-10% op glad asfalt om een hoogte te bereiken van maar liefst 312 meter (*bdr proest het uit*). Jawel, dit is de enige klim van tel in deze tocht – de rest is vlak of glooiend. De klim zit erin omdat ik het Thaise schiereiland dwars om van de Golf van Thailand naar de Andamaanse Zee te fietsen (Coast-to-Coast, weet je nog wel).
20220109_081048.jpg
Toch nog een fotootje van het ontbijtpanorama.
De rit start weer op de hoofdweg richting westen – er is geen alternatief. Het is best rustig fietsen en ik ben helemaal omringd door het groen van Khao Sok National Park. De ochtendnevel is opgetrokken tussen de steile karstheuvels en de zon maakt van alles een kleurfestijn. De klim gaat goed hoewel op de steilste stukken die double compact net niet genoeg bereik heeft. Maar het lukt wel – gewoon wat harder stoempen.

Onderweg en bovenaan stop ik even om een panoramaatje mee te nemen. Even verder bekijk ik de Mae Yai waterfall. Het is momenteel het droog seizoen en dat is eraan te zien. Mocht men me vertellen dat er bovenop de rots gewoon een waterbuffel stond te zeiken, dan had ik het geloofd. Not impressed.
20220109_102203.jpg
Halverwege de ‘klim’
20220109_104034.jpg
Helemaal op de top, net onder de boom- en sneeuwgrens.
20220109_104649a.jpg
Mae Yai waterfall tijdens het droog seizoen – het debiet van één pissende waterbuffel.
Wat ik nu op dit punt wel heb verwezenlijkt, is de oversteek van de Kra Isthmus Great Divide (*bdr proest het opnieuw uit*). Vanaf nu gaat het voornamelijk bergaf richting Andamaanse kust. En het gaat vooruit! Op een ietwat recht stuk bereik ik een sprintje van goed 61 km/u. De vele bochten laten geen hogere snelheden toe – jammer (de kwaliteit, breedte en luwte van de weg zijn nochtans wel ideaal).
[vervolg]

Ik zit bijna op zeeniveau en het landschap wordt wat vlakker. Ik hoor achter me een auto rijden die me niet wil inhalen. Goed, misschien vindt de bestuurder de baan wat te smal en is hij gewoon hoffelijk – wat wel behoorlijk uitzonderlijk zou zijn in deze regio. Na enkele minuten rijdt hij nog steeds achter me aan en veroorzaakt een kleine file van achteropkomende wagens. Wanneer die achterliggende wagens de witte Toyota die me achtervolgt beginnen voorbij te steken begint me te dagen dat er iets aan de hand is. Het wordt weer rustiger op de baan en de Toyota begint me langzaam in te halen en komt naast me rijden. Ik kijk opzij en zien enkel geblindeerde ramen. Het raam van de passagiersstoel schuift elektrisch open. Ondertussen zie ik het scenario al voor me van een Thaise bandiet met spiegelende pilotenbril, rode bandana en tandenstoker in de mondhoek, die me onder dreiging van een AK47 al mijn geld opeist. Ik kijk alvast vluchtig naar links of ik makkelijk de baan af kan mocht dat nodig zijn. Heb ik teveel Hollywoodfilms bekeken? Het raampje is nu volledig open – de auto rijdt nog steeds naast me – en ik zie enkel een deftig dametje van middelbare leeftijd aan het stuur zitten. “You travelling?” vraagt ze met een lief stemmetje. “Yes” glimlachte ik – met een opluchting dat ik wellicht niet met een kogel door de kop eindig. “Where you from?” vraagt ze voorspelbaar. Ik doe haar teken om even langs de kant van de weg te stoppen, want samen nemen we meer dan het hele rijvak in beslag. Ze stapt uit en ik geef mijn standaardantwoord:

- “Beljum”.
-“ooooh… Where you go?”
-“Khao lak”
-“ooohhh… me Surat Thani”
-“oooohhh…” (ik maak me de conversatiestijl snel eigen)
-“You travel alone?”
-“Yes” (nog steeds enigszins op mijn hoede voor een onverwachte scam)
En dan komt de million-dollar question :
-“You single?”
-“No, I have a wife and two daughters at home”, hoor ik mezelf zeggen.
Twee seconden awkward silence, waarop volgt:
-“oooooohhh…”

…waarna de small talk nog wat verder gaat en we samen wat fotootjes nemen. Dat is een ondernemende vrouw, zeg! Of ben je echt hopeloos wanneer je met je auto vijf minuten achter een fietsende Farang aanrijdt in de hoop iets te kunnen beginnen? Ik moet bekennen dat het toch wel mijn ego streelt. Dat heb ik op mijn dagtochten in België nog nooit mogen meemaken. Niettemin: de topictitel blijft ‘op DEET’ en niet ‘op DATE’.

Ik fiets verder richting kust en, vooraleer ik Khao Lak bereik, doe ik nog een ommetje naar een waterval, de Namtok Sai Rung – vrij vertaald ‘de regenboogwaterval’ – maar ik vermoed dat die naam tijdelijk vervalt in het droog seizoen. Na de bijzonder korte wandeling naar de waterval zie ik mijn vermoeden bevestigd: het debiet bedraagt ongeveer drie zeikende waterbuffels – toch beter dan de Mae Yai waterval eerder die dag.
20220109_132910a.jpg
Sai Rung waterfall tijdens het droog seizoen – het debiet van drie waterende buffels.
20220109_132951.jpg
Terug aan de straatkant bestel ik me nog een kokos shake. Terwijl ik mijn slurpevenwichtsoefening doe met mijn ijskoude shake wenkt een klein meisje me. Even verder licht ze het deksel op van een plastieken mand en laat me twee weekschildpadden (Amyda cartilaginea) zien die waarschijnlijk morgen op haar familie’s menu zullen staan. In het wereldfietsersmilieu staan die dieren beter bekend als ‘Soft shells’. Tot haar genoegen speel ik verbaasde en geschrokken toerist en neem er een foto van. Wat ik niet over mijn hart krijg is haar te vertellen dat dit een soort is die nu snel achteruit gaat in Thailand en op de IUCN rode lijst aangevinkt staat als kwetsbaar.
20220109_132039a.jpg
Soft shells op het menu. Helaas.
[vervolg]

Ik fiets het laatste deel van mijn rit en kom spoedig aan in Khao Lak – de badplaats waar de tsunami van 26 december 2004 heel hard heeft toegeslagen. Buiten het tsunami-museum is daar momenteel nog weinig van te merken – Khao Lak is helemaal wederopgebouwd en behoort tot de upscale badplaatsen in de regio. De hotels die Grasshopper me heeft gereserveerd tijdens deze trip zijn altijd van goede kwaliteit gebleken. Het hotel in Khao Lak lijkt toch nog een trede hoger te staan. Gezien Grasshopper een goede klant is van hen en omdat door Covid de kamerbezetting laag is, bied men me spontaan een upgrade aan. Dat neem ik met de glimlach aan. Ik volg de kamerjongen en zie dat hij me naar een mini-villa leidt met eigen tuintje en privezwembadje. Dit is meer dan wat ik nodig heb - het is eigenlijk 'over the top' - maar afslaan doe ik het niet. Even voel ik me als een kind in een binnenspeeltuin en ren alle kamers door om alles te verkennen. Het wordt een luxueuze nacht.
20220109_145157a.jpg
De slaapkamer in Khao Lak, met daarachter…
20220109_145241a.jpg
…een driedelige badkamer met naast een binnendouche ook een buitendouche...
20220109_145335a.jpg
…en een tuintje met zwembadje.
20220109_160527.jpg
Het strand aan het hotel.
20220109_182026a.jpg
Even de zonsondergang meepikken.
Oh, en de statistiekjes natuurlijk...
Day09a.jpg
Ook weer een heerlijk reisverslag dit!
grappig, mijn vrouw is biologe van opleiding en tussen onze vakantiefoto's zitten ook regelmatig voeten met stenen/insecten/....
Tja, die voet erbij is blijkbaar een aangeleerde afwijking om de proporties duidelijk te maken (relatief dan).
Dag 10: Khao Lak - Phuket.

Als een koning word ik wakker in mijn luxebed. De perfecte start van mijn verjaardag. Ik sta op, maak me klaar en ga naar het ontbijtrestaurant van het hotel dat eigenlijk een groot buitenterras nabij het strand is. Ik kies een vierpersoonstafeltje met zicht op zee en zit er helemaal alleen. De hoteljongen komt me de ontbijtkaart brengen. Die blijkt opgedeeld te zijn groepjes van gerechten. Van elk groepje mag ik één of twee items kiezen, dus ik begin alles te overlopen en geef mijn wensen door aan de ober. Wanneer hij naar de keuken loopt kom ik tot het besef dat wat ik bestelde, hoewel binnen de officiële limieten, misschien toch wel heel erg veel is. Nu ja, ik plan zoals elke dag geen lunch te nemen op de fiets dus mag ik mijn inwendige eetzak wel als een soort hamsterwang gebruiken vind ik. De jongen komt de schotels in achtereenvolgende loopbeurten aanbrengen. Tot de tafel van vier volledig vol staat. Hij bekijkt mijn nogal klein en tenger figuur en met een twijfelende glimlach zegt hij “have a nice breakfast, sir”. Ik lees in zijn ogen “Dat krijgt die verspilzuchtige Farang nooit binnengestouwd”. Ik glimlach terug, bedank hem, neem mijn eetgerei en begin eraan alsof ik dit al mijn hele leven elke morgen doe. Het moet gezegd dat het heel lekker is. Langzaam eet ik bord per bord leeg. De twee spiegeleieren met groenten gaan vlot, de drie pannenkoeken met stroop ook, De grote kom yoghurt met vers fruit is heerlijk. De tweede kom vers fruit begint al wat trager naar binnen te gaan. Ik stapel wat borden op elkaar om het geheel wat kleiner te laten lijken. Naast me komt een leuke Myna (Acrydotheres tristis) om eten bedelen. Hij zit vlak naast me op de grond en zingt een heel mooi afwisselend liedje. Dat verdient wat kruimels van mijn bananenmuffin. Ik eet dan nog een aantal zaken, maar mijn hersenen hebben dat niet zo goed meer geregistreerd. Het enige wat ik me nog herinner is dat alles, behalve een hardnekkig toefje aardappelpuree, op is geraakt. Met een glimlach van ‘zie je wel, ik kan het’ bedank ik de ober die alles komt afruimen. Ik sta recht en voel dat ik in deze toestand mijn been niet over mijn fiets kan zwaaien. Reden om nog even uit te puffen in de mini-villa. Even moet ik denken aan Mr. Creosote uit de film ‘The Meaning of Life’ van Monty Python (indien je die niet kent en geen stevige maag hebt – niet Googlen, gewoon verder lezen). Met deze inwendige reserve kom ik zeker de hele dag door.
20220110_081759a.jpg
Deze niet zo schuwe Myna komt wat van mijn reuzenontbijt schooien. Het is niet goed om wilde dieren bij te voederen, maar deze is zo’n cultuurvolger en fluit zo mooi dat ik mijn principes even opzij schuif, samen met wat muffinbrokkeltjes.
Uiteindelijk vertrek ik dan toch tegen 9u15. De tocht begint met een onvermijdelijk stuk Petkasem road, de highway naar het zuiden, maar na een kleine 20 kilometer begeef ik me op de kleine rustige wegen dieper in het binnenland. Ik fiets langs kleine slaperige dorpjes in een glooiend groen landschap. Ik ben zodanig aan het genieten van de flow dat het niet in me opkomt om eens te stoppen voor een fotootje. Uiteindelijk kruis ik Petkasem road opnieuw en rij ik in de buurt van de kustlijn naar het Zuiden. Op enkele plaatsen ga ik het verlaten strand even bewonderen. Het blijft genieten.
20220110_121904a.jpg
Hoewel men hier links rijdt, geef ik in deze situatie graag voorrang van rechts.
20220110_122338.jpg
Even ontasfalten en van het lege strand genieten.
20220110_123943.jpg
Op de pier.
20220110_123919.jpg
Lokale vissersbootjes.
[vervolg]

Wanneer Sarasin bridge voor me opdoemt weet ik dat dit het begin van het einde betekent. Die brug verbindt het vasteland met het eiland Phuket, de eindbestemming van mijn reis. Nog een twintigtal kilometer en deze tocht zit erop. Het mocht nog langer duren. Aan het hotel staat Mr. Wut me al op te wachten voor een finishfoto. Ik doe een zegegebaar en begroet hem hartelijk.
IMG-20220110-WA0012.jpg
Mijn laatste meters. Mr. Wut maakte de finishfoto.
Terwijl we de administratieve formaliteiten in orde brengen hebben we nog een heel leuk gesprek. Dit is het dan… een tiendaagse luxefietstocht met focus op onbezonnen genieten – en dat is heel goed meegevallen. Ik had eerder andere fietsreisformules uitgetest en dat was ook steeds onvergetelijk – maar dit was toch heel apart. Voor herhaling vatbaar? Misschien wel. Toch wil ik er ook nog eens ongeorganiseerd op uit trekken zonder voorafgaande hotelboekingen en het lot meer laten spelen – maar dat vereist dan wel dat ik in niet al te verlaten regio's zal mogen fietsen. Tentje? Been there, done that. Maar dat station ben ik ondertussen gepasseerd. I’m pussified!
Day10a.jpg
Morgen volgt er nog een epiloogje...
Bedankt voor je leuk geschreven verslagen. Ik heb er erg van genoten en vond het ook leerzaam om eens mee te kijken hoe zo'n luxe reis eigenlijk verloopt. 😃👍
Epiloog

De fietstocht is helaas gedaan, maar de pret nog niet. Mijn vrienden uit Bangkok zijn naar Phuket gereisd om me de volgende twee dagen te vergezellen. Het is een Thais koppel waarmee mijn vrouw en ik al meer dan 20 jaar bevriend zijn. Ze verblijven in hetzelfde hotel als ik en ’s avonds in het restaurant verrassen ze me met een zelfgemaakte verjaardagstaart die ze hadden meegebracht. Dat is genieten.
20220110_190944.jpg
Dat mijn vrienden deze taart voor mijn verjaardag hebben gebakken kan ik erg appreciëren, maar dat ze erin geslaagd zijn dit via de handbaggage op het vliegtuig mee te nemen vind ik helemaal top!
We spreken af dat we de volgende dag naar de Similan Eilanden zouden gaan voor een snorkeltrip. In 2005 had ik daar reeds 4 dagen verbleven en het spierwitte strand, heldere zwembadblauwe zeewater, kleurrijke vissen en koraalriffen zijn in mijn geheugen gebrand. Dat wil ik best nog wel eens herbeleven.

De volgende dag staan we op een ontieglijk vroeg uur op, laten ons naar Khao Lak voeren waar de speedboat ons naar de eilanden brengt. Het is een blij weerzien. De eilanden liggen er nog net hetzelfde bij, maar de krakkemikkige overnachtingsplaats van destijds is verdwenen (momenteel zijn enkel nog dagtoeristen toegestaan in dit marien natuurpark). De vissen zijn nog steeds mooi en talrijk aanwezig, maar het koraal is helaas erg veranderd. Hele stukken zijn dood – ook weer ontnuchterend. Hopelijk zal het zich op een of andere manier kunnen herstellen. Na de obligate beklimming van de zeilbootrots – een landmark van Eiland 8 (jawel, de eilanden van dit mini-archipel hebben een nummer), keren we terug huiswaarts.
20220111_123120.jpg
Blij deze terug te zien op de Similan Eilanden, de manenduif (Caloenas nicobarica). Een grote kleurrijke merkwaardige duif die voornamelijk op kleine beboste eilandjes woont en wellicht de dichtste nog levende verwant is aan de dodo. Door gebrek aan zoomlens is het een post-processing aquarel geworden.
20220111_124326a.jpg
Wit strand, blauw water: dat noopt tot een influencer pose.
20220111_143244a.jpg
Donald duck bay (Ao Kuerk Bucht in het Thais) op Eiland #8, gezien vanaf sail boat rock.
20220111_145951.jpg
Mijn vriendin en ik aan Sail Boat Rock – haar man neemt de foto vanop het strand.
[vervolg]

De tweede dag plannen we een rustige wandeling van Nai Yang Beach naar Mai Khao Beach. Dat laatste strand ligt ter hoogte van Phuket Airport en is dus een bekende vliegtuigspottershotspot. Het doet me denken aan de populaire foto’s van Maho Beach in Sint Maarten. Het moet gezegd, het is best indrukwekkend wanneer een Boeing enkele tientallen meters boven je hoofd vliegt. Ook de gratis body scrub die je krijgt wanneer een vliegtuig vertrekt nabij het strand is een aparte ervaring.

Bij de terugkeer bezoeken we nog even het kleine Sirinat National Park met zijn strandwouden. ’s Avonds wordt er ter ontspanning gefrisbeed en genoten van de zonsondergang om het vakantiegevoel helemaal perfect te maken. Uitzonderlijk sluit ik af met een niet-Thaise maaltijd: pizza!
20220112_102715.jpg
Wandeling naar Mai Khao Beach – lokale Thai vangen hun middagmaal.
20220112_094710a.jpg
Juweeltjes op het strand: een maskerwimpelvis (Zanclus cornutus) die het niet kan navertellen.
20220112_111919.jpg
Mai Khao Beach – ideaal om wat aan vliegtuigspotten te doen.
20220112_124947.jpg
Geen druppel, geen snot, maar een soort Thaise zeedruif, een kamkwalletje.
20220112_125850.jpg
Strandlopertjes lopen op en neer in de branding. Dikke vogel op de achtergrond.
20220112_180948a.jpg
De laatste strandwandeling.
20220113_190029a.jpg
Verwenmomentje op de allerlaatste avond.
20220114_182431a.jpg
Een allerlaatste cliché afscheidsfoto.
---### the end ###---
... en nu over naar Kees en Willem ;-)
Dank voor het plaatsen! (-:

Leuk om zo mee te lezen, en fraaie platen!