Additionally, paste this code immediately after the opening tag: Reisverslag Sri Lanka 2003 - Forum Wereldfietser

Reisverslag Sri Lanka 2003

MAANDAG 14 JULI: ROTTERDAM – ONDERWEG NAAR SRI LANKA
Alles is al ingepakt en om 8.45 stappen we op de fiets, richting station. Alles? Dat denken we want bij het station komen we erachter dat Aniek de handleiding voor mobiel bellen in het buitenland vergeten is. Snel terug dus. Natuurlijk heeft de trein vertraging dus de licht aanwezige zenuwkrampjes krijgen nog een extra impuls. Bij het instappen in de trein met onze fietsen komen we voor een klein probleem te staan. De Nederlandse Spoorwegen heeft speciale plaatsen voor het meenemen van fietsen. Zeer beperkt echter, slecht aangegeven en direct naast een aantal zitplaatsen die (natuurlijk) bezet zijn. Er zitten twee meisjes van het type ‘ik ga naar Mallorca en kijk eens hoeveel bagage ik voor 1 week kan meenemen’. Er wordt gezucht van die grote zware koffers kunnen niet zo maar weg. Geen punt, Aniek verplaatst ze, tegen de zin van de dames, want die zijn nu hun zitplaats kwijt. Jammer dan, onze fietsen kunnen niet op een trapje staan en zij kunnen daar wel zitten. Leuk is dat we in de trein vrienden tegenkomen op weg naar Slagharen. Alles gaat verder goed hoewel de (dure) fietsdozen van de KLM niet zo naadloos over onze best grote hybrides passen als die firma je wil doen geloven. De vlucht naar London Heathrow verloopt gesmeerd maar bij de transfercontrole wordt de handtas van Trudy er door de veiligheidsbeambte uitgehaald. Hij heeft ‘big scissors’ gezien op het beeldscherm en wijst ondertussen de maat van een stevige heggenschaar aan. Er blijkt een vergeten en zeer verroest nagelschaartje in de toilettas te zitten, ongeveer 6 cm groot. Gelukkig krijgen we geen boete en het schaartje wordt gewoon weggegooid. Sri Lankan Airlines brengt ons naar Colombo. Onderweg eten we veel, lezen, doen spelletjes op het kleine persoonlijke schermpje in de rugleuning van de stoel voor ons, kijken film en slapen niet of nauwelijks. Aan het comfort van een vliegreis met een maatschappij als deze ontbreekt weinig, maar die stoelen… Daar moeten ze toch eens wat aan doen.

DINSDAG 15 JULI: AANKOMST IN NEGOMBO
Weinig tot niet slapen in een vliegtuig. Wel wat hazenslaapjes van 10 minuten, dan schrikken we steeds weer wakker. Er moet weer iemand langs ons om naar de wc te gaan ofzo. Niet echt uitgerust komen we aan op Colombo om ongeveer negen uur ’s morgens. De fietsen lijken nog heel, de KLM-fietsdozen zien er uit alsof ze door Attila de Hun persoonlijk gebruikt zijn. Met de bagage gaat het heel soepel, kruiers verzorgen het zware werk en de douane wuift ons door. De agent van Vlieg & Fiets staat al te wachten buiten de poort. Een busje is snel geregeld en (rijdend als gekken) vetrekken we richting Negombo voor het eerste hotel, Golden Star Beach Hotel. Rijdend als gekken betekent links en rechts inhalen, afsnijden, toeteren maar van echte agressie zien we weinig. In het hotel krijgen we een drankje aangeboden en de bagage wordt naar de kamer gebracht. Even opfrissen en de fietsen weer rijklaar maken. Het stuur rechtzetten, de pedalen er weer opmonteren gaat snel maar bij het oppompen van de banden blijkt de achterband van Trudy’s fiets lek te zijn. Aniek zet er een nieuwe op.

We gaan de stad verkennen. Winkeltjes kijken, mensen kijken. Dat doen de Sri Lankanen tenslotte ook naar ons. Op sommige plekken voelen we ons echt een bijzonderheid door al die openlijke nieuwsgierigheid. In een klein cafeetje lessen we de eerste dorst (zeker niet de laatste want het is warm en vochtig. Benauwd weer, als een natte wollen deken om je heen) en dan ontdekken we voor het eerst het naar ons idee belachelijk lage prijspeil in Sri Lanka. Ruim 2 liter drinken voor krap 1 euro. We gaan het niet de hele tijd over geld hebben maar onze eerste aanvaring had daar wel mee te maken. In het hotel hebben we een paar emailtjes gestuurd en de kosten van internetgebruik gaan ook daar per minuut. Naar ons idee zijn we daarbij afgezet. Niet dat die paar euro ons deert maar het idee om als een wandelende portemonnee te worden gezien waar je naar believen uit kunt tappen staat ons tegen.

Tijd voor een strandwandeling langs de Indische Oceaan. Een prachtige zee met een vreselijk vervuild strand. Wel staan er bordjes met het verzoek om Negombo schoon te houden en afvalbakken te gebruiken maar helaas ontbreken de afvalbakken. Sri Lankanen gooien sowieso alles gewoon op de grond. Minivuilnisbelten op diverse plaatsen zijn daarvan het resultaat. Bij het Sea View Hotel eten we lokaal: plain hoppers met hete uien (en als we heet zeggen dan bedoelen we ook heet!). Hoppers zijn een soort hele dunne pannenkoekjes die in de verte een klein beetje doen denken aan roti’s. Tijdens het eten barst er een tropische regenbui los, kort maar voldoende voor de mensen op straat om binnen enkele tellen volledig doorweekt te zijn. Met de tuktuk gaan we terug naar het hotel, doen een wasje gaan zeer vroeg slapen (om half negen). We zijn moe!

WOENSDAG 16 JULI: NEGOMBO
Niks uitslapen, we worden om kwart voor negen wakker van de wekker. Eerst ontbijten en dan het dorp in om de verplichte ansichtkaarten te kopen en te schrijven. Vervolgens op kerkenpad: de eerste kerk die we zien is de Rooms-katholieke St. Mary’s. Het dak lekt en de overbekende uitbundigheid is hier volgens katholieke begrippen matig. De volgende stop is voor een Hindoetempel gewijd aan Ganesha, de oudste zoon van Shiva. De tempel wordt verbouwd maar ‘tijdens de verbouwing gaat de verkoop gewoon door’. We worden uitgenodigd om binnen te komen maar moeten wel onze schoenen uitdoen, net zoals in elke volgende Hindoeïstische of Boeddhistische tempel, want schoenen en hoofddeksels zijn daar niet toegestaan. We krijgen een rondleiding en uitleg bij alle beelden zoals bij Ganesha, Vishnu en Shiva. In deze tempel zijn de versieringen duidelijker en ook wat overdadiger. Tot slot krijgen we allebei een mooie gele stip op ons voorhoofd. Zijn we nu bekeerd? Terug naar de schoenen die buiten staan, op blote pikkels en dat zijn onze eeltloze voetjes niet gewend. We kijken in de Lonely Planet en schatten de afstand naar de Boeddhistische tempel en besluiten om per tuktuk naar deze tempel te gaan. Ook hier op blote voeten en met bedekte benen naar binnen. De korte broek van Trudy mag niet want haar knieën zijn onbedekt en dus gaat er een wikkelrok omheen die speciaal voor dit soort gelegenheden is meegenomen. De versiering en ornamenten zijn prachtig en met toestemming maken we meerdere foto’s. Achter deze tempel is een kleine Hindoetempel waar we ook even binnenkijken.

De volgende excursie brengt ons bij de ruïne van een Nederlands fort bij zee. Navragen bij de tuktukbestuurder levert eerst een vragend gezicht op. De man moet over onze bestemming eerst bij collega’s informatie inwinnen. Onderweg komen we langs grachten, in Negombo hebben ze het over ‘the Dutch canals’, vissersbedrijfjes en hun eigenaren. Waar het fort zich bevindt wordt niet meteen duidelijk maar na even zoeken blijkt dat er alleen nog een toren en wat muur en de toegangspoort is, geheel overwoekerd door groen. Daarom eerst maar weer een kerk, een Anglicaanse dit keer, St. Stephen’s. Het is grappig om het gezangenboek te zien. Twee talen met voor ons volkomen onbegrijpelijke lettertekens en daaronder de Engelse tekst. We lopen verder en maken een rondje langs de bootjes. Veel bekijks hebben we op het moment dat we door straatjes lopen waar de huizen en bewoners aanzienlijk armoediger ogen dan in het andere deel van de stad. Kinderen vragen hier ook om geld.

Iets later worden we aangesproken in het Engels door een vrouw en al snel blijkt dat ook zij uit Nederland komt en praten we dus gewoon onze eigen taal. Ook zij zoekt de ruines en kan ze niet vinden. Achter de toegangspoort waar we dan gedrieën doorheen lopen blijkt nu de gevangenis van Negombo te zijn. Er staan veel mensen te wachten. Blijkbaar is er straks bezoekuur ofzo. Het is niet ons idee van gezellig logeren dus we lopen weer terug richting het stadscentrum. We wisselen ervaringen uit. De vrouw is een fervent Aziëfan en dringt er bij ons op aan om toch echt onze benen te bedekken en ook niet met ontblote schouders in het openbaar te verschijnen. Sri Lankanen zijn natuurlijk wel wat gewend van toeristen maar stellen het bedekken van het lichaam als geste aan hun cultuur erg op prijs. We zoeken daarom naar luchtige wijde katoenen broeken. Maar die blijken lastig te vinden. Eerst maar lunchen en bijna alle eerder geschreven ansichtkaarten op het postkantoor afgeven. We blijven erbij staan totdat ze worden afgestempeld. In dit soort landen kan het gebeuren dat anders de postzegel wordt afgeweekt en hergebruikt en de kaart weggegooid. En de familie vraagt zich af waarom ze geen kaartje krijgen…

Met een voorraad fruit en flessen water gaan we per tuktuk terug naar onze hotelkamer. Even een ananas geslacht en ook opgegeten en daarna nog een paar kaarten geschreven. Die brengen we bij een postagentschap en zien daar zulke goedkope telefoontarieven dat we besluiten om even naar de moeders te bellen. De telefoongesprekken gaan via een internetverbinding van Net2Phone, waardoor die af en toe wat wegvalt en er grote vertraging zit tussen wat je zegt en wat je hoort. We zoeken nog steeds ‘baggy trousers’ en iets verderop zijn een aantal winkeltjes van kleermakers waar we leuke stofjes zien. Aniek vindt er al snel een paar in de juiste maat maar voor Trudy worden ze op maat gemaakt (toch een dikkere kont…) terwijl wij een terrasje pakken, funshoppen en eten (pittig hoor die rice & curry). Iets voor 8 uur, dus krap drie uur nadat de maat is opgenomen, zijn de broeken klaar. Terug naar het hotel, weer een wasje en onder de wol (nou ja, het laken).

DONDERDAG 17 JULI: NEGOMBO – KURUNEGALA
Fietsafstand : 73,12 kilometer
Reistijd : 9 uur en 5 minuten (incl. pauzes en bezichtigingen)
Rittijd : 4 uur en 48 minuten
Gemiddelde snelheid : 15,2 kilometer per uur
Maximum snelheid : 44 kilometer per uur

We willen vanmorgen vroeg weg om de hitte wat voor te zijn. Volgens het hotel is ontbijten al mogelijk vanaf zeven uur. Maar onze vermoedens komen uit: om zeven uur zijn alle tafels nog kaal en is er geen buffet te bekennen. We hebben geen zin om daar op te wachten en houden het simpel met koffie/thee en vruchtensap. Op onze kamer liggen nog een paar minibanaantjes, zo lekker heb je ze in Nederland niet. De fietsen zijn snel opgeladen en rond kwart voor acht zijn we op weg. Eerst rijden we door een chiquer deel van Negombo met alle dure hotels, richting het noorden, maar na een paar kilometer beginnen de sloppenwijken. We weten dat die er zijn en toch schrikken we een beetje.

Het gaat voorspoedig maar al na een half uur fietsen zijn we echt drijfnat van het zweet. Dat wordt na ruim 15 kilometer nog wat erger omdat dan de heuvels ook wat pittiger zijn. Vlak na Makandura eten en drinken we wat in The Village. De eigenaar geeft ons het advies om morgen via een andere route te gaan fietsen. Maar nadat we op de kaart hebben gekeken besluiten we om zijn advies niet op te volgen. Volgens ons fietst de snelweg niet zo fijn. Het eerste wandelmoment is gekomen: Trudy stapt af. De heuvel is te steil!

In Dambadenya bezoeken we een Boeddhistisch tempelcomplex. Een vriendelijke monnik leidt ons rond en geeft half in het Engels en half met handen en voeten wat uitleg. Een foto maken van hem en een paar andere bewoners van het complex mocht, ijdelheid is blijkbaar niet verboden of vreemd voor boeddhisten… De route vervolgt zich over dezelfde weg, soms flink heuvelend. Voor Trudy wat zwaar, Aniek doet het – natuurlijk – fluitend… Heelhuids bereiken we Kurunegala. En dat is eigenlijk best verwonderlijk gezien het verkeer op de weg. Er is geen sprake van voorrang hebben maar van nemen. En wie het vaakst en het hardst toetert, gaat als eerste. Simpel toch?

We vinden al snel een resthouse redelijk naar ons zin, het Rantalya Resthouse. Dat er beestjes in de badkamer zitten is een bijkomstigheid die je in de tropen voor lief moet nemen. Resthouses zijn overigens allemaal eigendom van de regering, via de Ceylon Hotels Corporation. Private overnachtingsmogelijkheden heten gewoon ‘hotel’ of ‘guesthouse’. Ook vandaag eten we lekker en gaan we op tijd slapen. De afstand morgen is niet zo lang maar gaat volgens de beschrijving over een hele drukke weg met veel busverkeer die onze volle aandacht en open oogjes vraagt.

VRIJDAG 18 JULI: KURUNEGALA - DAMBULLA
Fietsafstand : 56,73 kilometer
Reistijd : 8 uur en 5 minuten (incl. pauzes en bezichtigingen)
Rittijd : 3 uur en 37 minuten
Gemiddelde snelheid : 15,7 kilometer per uur
Maximum snelheid : 49 kilometer per uur

Vanochtend zitten we pas na negen uur op de fiets, eerst kopen we nog wat watervoorraad. De weg die we vandaag de hele dag volgen is de A6 en dat is inderdaad een druk bereden route met veel bussen en grote vrachtwagens. Zachtaardig als de Sri Lankanen zijn in dagelijkse contacten, zo gevaarlijk en ongeduldig gedragen ze zich in het verkeer. Snijden is een onderdeel van de bijzondere verrichtingen tijdens rijlessen, zo lijkt het wel. Later horen we van een Sri Lankaanse vrouw dat rijbewijzen gewoon te koop zijn, ook voor buschauffeurs. Alle vrachtwagens hebben achterop de mededeling dat zij ‘fully insured’ zijn. Dat is ook wel te hopen, vooral voor mogelijke slachtoffers.

Na ongeveer 11 kilometer krijgt Trudy last van wat darmkrampjes dus we gaan snel op zoek naar een zaakje met een toilet. Dat kost even wat moeite maar bij Ibbagamuwa vinden we een pastry shop waar we allebei het stof kunnen wegspoelen uit onze dorstige kelen en Trudy kan nog net op tijd het toilet bereiken. Een hurktoilet overigens. Best wel schoon maar geen wc-papier. En die slang aan de muur of dat emmertje water, tja, dat gaat bij ons niet zo soepel. Veel papieren zakdoekjes brengen de oplossing.

Tegenover dit winkeltje zit een groot schoolterrein en we besluiten om daar eens een kijkje te nemen. We blijven docent nietwaar, ook op vakantie. Na gevraagd te hebben bij verschillende mensen op de school komt de docent Engels naar ons toe die ons een rondleiding van meer dan een uur geeft. We komen langs bij verschillende klassen, onder meer het natuurkundelokaal, huishoudkunde en muzieklokaal. De kinderen van de kleuterklassen raken door het dolle heen als ze ons zien lopen en hele drommen schoolkinderen staan ons aan te staren en te giechelen. Veel giechelen. Het is een lawaai van jewelste. Vermoedelijk zijn de kinderen daarna niet meer echt geconcentreerd geweest in de les.

We wisselen ervaringen uit met onze gids en vertellen over het schoolsysteem in Nederland. De school waar we zijn is een openbare school en is voor elk kind gratis inclusief schoolboeken en een uniform. Er zitten dus kinderen met verschillende godsdiensten of etniciteit op deze school: hindoeïstisch, boeddhistisch, moslim, christelijk, Tamil, Singalees. De faciliteiten zijn naar Nederlandse begrippen zeer beperkt. De klassen zijn saai qua versiering. Geen wandplaten, biologiepoppen, volle boekenkasten of ander leermateriaal. Gewoon tafels, stoelen en in bijna alle lokalen een bord. Dus vragen we aan het eind van de rondleiding het schooladres zodat we vanuit Nederland wat spullen kunnen sturen. We zetten het schoolhoofd, de adjunct en de docent Engels op de foto en vertrekken weer. Het is dan alweer bijna 12.00 uur en het wordt al weer aardig warm.

We fietsen nog even verder en stoppen dan bij een stalletje aan de kant van de weg voor weer wat vocht en wat banaantjes. Terwijl we daar zitten klimt een man met een touw rond zijn enkels omhoog in een kokosboom. Zonder verdere beveiliging beklimt hij de gladde dunne stam om een 15 meter boven de grond kokosnoten te gaan kappen. Dat is wel een foto waard denken wij. Onze route pikken we weer op, het klimwerk wordt allengs pittiger. Voor Trudy betekent dat wandelen bergje op. Er volgen nog wat tussenstopjes met kokossap vers uit de noot en water. We komen een buffelkar tegen en de berijder wil maar wat graag poseren. De communicatie verloopt wat stroef want wij spreken geen Sinhalees en hij spreekt geen Engels maar met wat goede wil lukt het toch. Trudy mag gebruik maken van het toilet bij mensen thuis: een aparte ervaring voor de zintuigen. De beloofde buffelyoghurt bij stalletjes in kleipotjes komen we onderweg niet tegen. Maar deze curd & treackle zit wel bij het diner ’s avonds en smaakt verrukkelijk. Na het nodige stijgen en dalen komen we bij Dambulla en besluiten om naar het Gimanhala hotel te gaan. Voor ons valt de prijs erg mee want als gebruikers van de Lonely Planet krijgen we flinke korting. We boeken voor twee nachten en regelen via de receptionist een busje met airconditioning en met chauffeur voor een uitstapje naar allerlei mooie antieke plaatsen. Dat scheelt meteen weer een dag in ons schema. De kamer bevalt uitstekend en de service is goed in dit hotel.

ZATERDAG 18 JULI: DAMBULLA, ANARADHAPURA EN MIHINTALE
Om half zeven staan we op want er wacht ons een volle dag met culturele bezichtigingen. De chauffeur die we via het hotel geregeld hebben is er om iets voor half negen. Hij brengt ons naar Anaradhapura, Mihintale en via de grottentempel terug naar Dambulla. De rit verloopt soepel en om 9.45 arriveren we in de oude stad waar we snel een gids vinden die ons enthousiast vertellend op sleeptouw neemt.

We bezichtigen archeologische vondsten, en ruines van diverse Boeddhistische tempels, irrigatiesystemen en vijvers. We krijgen een hoop feitenmateriaal te horen over de oude stad en zijn verschillende heersers, de verwoestingen en andere wetenswaardigheden. We bezoeken schitterende Boeddhistische tempels en dagoba’s: steeds blootsvoets en dat is soms pijnlijk met hete stenen en scherpe uitsteeksels. We offeren bij een van de tempels wat palmolie en de gids legt uit hoe het offeren werkt. Rond 13.15 sluiten we de tour in Anaradhapura af en bedanken de gids (met een fooi) voor zijn uitleg.

Met de chauffeur rijden we verder naar Mihintale waar we eerst wat gaan eten. Ons ontbijt was om half acht en nu lusten we toch echt wel wat. We eten sandwiches in het Mihintale Hotel en daarna tuffen we verder naar de beroemde 1840 treden van Mihintale. Voor Trudy houdt het beklimmen van de trappen op bij 425 treden. Ze stopt bij het platform want ze voelt dat haar hoofd zo’n klauterpartij niet waardeert. Aniek klimt verder omhoog en komt op het tempelniveau en ontdekt daar dat ze een verkeerde route volgt: bergafwaarts. Terug dus en Aniek waagt een poging bij de dagoba te komen maar besluit hiervan af te zien omdat ze bang is voor geroosterde voetzolen (ook hier het motto: schoenen uit want je betreedt een heilige stad). Weer naar beneden en dan het laatste deel van onze excursie: de tempelgrotten van Dambulla. Ook daar is het trappenlopen geblazen en ze zijn daar hier niet zo flauw mee dus we zweten ons al gauw weer te pletter. Toch loont het zeker de moeite van de klim want de verschillende grotten herbergen diverse Boeddhabeelden en voor de gelovigen die er rond lopen is dit de plaats om iets te offeren.

We besluiten deze culturele dag met een rondje Golden Temple. Er torent een metershoog Boeddhabeeld boven het complex uit en ook hier is het weer druk met Boeddhisten die wat offeren. We komen moe en zweterig terug bij het hotel. Aniek gaat eerst douchen, Trudy eerst iets drinken (vers geperst ananassap, jaaaa). ’s Avonds bij het eten maken we een reisschema en laten de receptionist een treinkaartje reserveren voor de trein van Kandy naar Nanu Oya. Morgen weer verder fietsen, een korte afstand maar in Sigiriya zetten we de cultuurtrip voort.

ZONDAG 20 JULI: DAMBULLA - SIGIRIYA
Fietsafstand : 19,18 kilometer
Reistijd : 2 uur (incl. pauzes en bezichtigingen)
Rittijd : 1 uur en 18 minuten
Gemiddelde snelheid : 14,7 kilometer per uur
Maximum snelheid : 37 kilometer per uur

Vanmorgen wat later opgestaan dan gepland want Trudy voelt zich niet zo lekker. Hoofdpijn en buikkramp dus ze slaapt een uurtje langer door. Uiteindelijk, na een vlotte uitcheckprocedure, zitten we tegen negen uur op de fiets. Halverwege bij de Inamaluwa Inn drinken we iets en tegen elf uur zijn we in Sigiriya. Errug rustig aan gedaan, uitgebreid met Mark en Lucy uit Hong Kong gekletst, geluncht en nog even getukt (Aniek). Om 16.00 gaan we richting de rots voor een klimpartij naar 200 meter hoogte. Onderweg eten we onze eerste Sri Lankaanse ijsjes van het merk Elephant. Verpakt ijs, dat durven we wel te eten maar schepijs daar wagen we ons niet aan. Die ijsjes – automatisch krijgen we dure (…) bekertjes – kosten samen toch wel 32 rupie.

Het klimmen gaat sneller dan we verwacht hadden en na een kort verblijf boven (met veel nieuwe foto’s) gaan we weer bergafwaarts. Aniek heeft, voor de laatste klim, aan een van de vele ansichtkaartverkopers beloofd een stapeltje bij hem te kopen. Als ze dat inderdaad doet – de man stormt bijna op haar af als hij haar weer ziet – wordt ze overstelpt met bedankjes. Boven is het uitzicht schitterend, we kunnen kilometers ver in de omtrek zien en ontmoeten er een Japanse jongeman met een ‘I love Hiddink T-shirt’. Ook hem op de foto gezet en z’n adres genoteerd, we sturen hem die foto wel toe want hij heeft zelf geen camera bij zich (en dat voor een Japanner!). De totale duur van de klim heen en terug is tweeënhalf uur. Helaas lopen we aan de verkeerde kant de berg weer af want we staan opeens in een klein dorpje op z’n 4 kilometer afstand van Sigiriya. Samen met een Duitser die dezelfde vergissing heeft begaan nemen we een taxi, wandelen in deze hitte gaat ons toch echt te ver. Even langs bij de kleermaker waar Trudy de broek die op maat voor haar is gemaakt kan afhalen. We gaan eten bij Sigiriya Village, een poepsjieke tent met een uitgebreid dinerbuffet. Lekker maar wel behoorlijk overprijsd. We gaan met de tuktuk terug naar ons guesthouse, de Flower Inn om nog even te zitten, water te drinken en (weer) te kletsen met Mark & Lucy en de eigenaresse van de Inn. Voor ons doen gaan we laat naar bed: kwart over tien. Morgen weer een pittig fietsdagje, zo’n 67 heuvelachtige kilometers staan ons te wachten.

MAANDAG 21 JULI: SIGIRIYA - POLLONARUWA
Fietsafstand : 63,95 kilometer
Reistijd : 6 uur en 45 minuten (incl. pauzes & bezichtigingen)
Rittijd : 3 uur en 45 minuten
Gemiddelde snelheid : 17,0 kilometer per uur
Maximum snelheid : 42 kilometer per uur

Bij de Flower Inn ontbijten we verrukkelijk met toast, vers fruit en twee gekookte eitjes per persoon. We kletsen nog even met Mark & Lucy en gaan dan snel op weg. Er staat vandaag een heerlijk windje en hoewel het eerste deel van de weg wat hobbelig is bestaat de A6 tot aan Habarna uit glad asfalt. De weg is vandaag ook relatief wat rustiger dan andere stukken. We nemen toch de route over Habarna en niet de jungleweg als verkorting van de route omdat het mogelijk is dat op die laatste weg wilde olifanten lopen. Zelfs de eigenaresse van de Flower Inn raadt het ons af. Haar motivatie vinden we overigens wel wat vreemd. Als we een gemengd stel waren geweest dan was er geen probleem, maar twee vrouwen? Zou het iets te maken hebben met de zwaarte van de stem van mannen, als ze roepen naar een olifant? We weten het niet. Overigens staan ook bij de weg over Habarna waarschuwingsbordjes over wilde olifanten. We zien geen dieren (opluchting of teleurstelling?), wel zien we veel verse olifantenpoep in de berm liggen, ze waren dus wel in de buurt geweest.

In Habarna ziet Trudy een leuke broek met olifantenprint hangen dus die wordt even gekocht. Verder, op weg naar Medireye zodat we voor de hitte het grootste stuk door de jungle hebben gehad. Dat lukt met gemak, vooral ook omdat er veel lekkere snelle afdalingen zijn. Rond twaalf uur strijken we neer bij een ‘Holiday Inn’ (er heten erg veel zaken in Sri Lanka zo, verwar ze niet met de echte hotelketen met gelijke naam) voor de lunch. We zitten al even op de veranda als er een jongen naar ons toekomt. We vragen hem of we hier iets kunnen eten en drinken. Dat kan wel, maar de jongen kan geen menukaart laten zien. Oké, dan maar een fruitsapje en fried rice. Even later zien we een andere jongen weggaan en daarna terugkomen met de bekende tasjes van de afhaalchinees met daarin schuimplastic doosjes. De twee sapjes zijn lekker al wordt ons niet duidelijk welk fruit er nou precies gebruikt is. De fried rice wordt opgediend. Gedeponeerd op een bord dat eerst bedekt is met plastic huishoudfolie (mag het niet vies worden ofzo?) en het bestek bestaat uit een theelepel. We vragen ons af hoe lang deze Inn al/nog bestaat… Maar goed, gelukkig kunnen we even later nog wel een sprite en een cola bestellen. De fles water die erbij wordt geserveerd accepteren we niet. Een uit de kraan gevulde Fantafles? Nee, dank u.

Inmiddels is het dan al 13.30 geworden, een mooi moment om weer verder te gaan. Met nog wat tussenstopjes met kokosdrank bereiken we Polonaruwa. We gaan daar op zoek naar het Gabaja Hotel omdat dit als goed wordt aangemerkt door zowel de Lonely Planet als door onze eigen reisinfo. Het regelen van een kamer met airco is snel gedaan maar voordat we onze fietsen afladen willen we toch weer zo’n verrukkelijk vers ananassapje. Na een verfrissende wasbeurt van onszelf en onze kleren (soms stinken we echt een uur in de wind) gaan we richting internetshop en op jacht naar pakpapier voor het versturen van Anieks boek. Het versturen moet echter wachten tot morgenochtend want we staan om vijf over vijf bij een met grote hangsloten afgesloten en dus zeer dicht postkantoor. Dan maar even de e-mail bijwerken en wat andere boodschapjes doen.

Voor het eten maakt Aniek nog een praatje met de boer die zijn drie koeien heeft in de achtertuin van het hotel. Morgen gaan we daar nog even kijken om wat te kletsen en waarschijnlijk ook een foto te maken. Het diner bij ons hotel is voor ons wat succesvoller dan voor sommige andere gasten. Zij moeten soms meer dan anderhalf uur wachten voordat ze kunnen eten of het personeel komt pas een half uur na de bestelling erachter dat bepaalde gerechten niet beschikbaar zijn. We amuseren ons tijdens het wachten en eten met een klein katje dat daar rondhangt. Morgen weer een cultuurdagje met museum, ruines en nog veel meer.

DINSDAG 22 JULI: POLONARUWA
We hebben het vannacht allebei vreselijk koud gehad door de airco maar omdat zonder airco slapen net zoiets is als overnachten in de sauna, doen we het enige logische: we vragen om dekens. En dat in de tropen. Na enig aandringen komen er een veredeld soort lakens die voor dekens moeten doorgaan. Nu maar hopen dat we komende nacht beter slapen.

We beginnen zakelijk vandaag: er moet een pakketje met een boek van Aniek verstuurd worden naar Nederland. Die handeling is voor de medewerkers van het postkantoor blijkbaar erg ongebruikelijk want het bepalen van het portobedrag kost behoorlijk wat moeite. De binnenlandse post naar de leraar van de school in Ibbagamuwa met een ijskastmagneetje met een afbeelding van de Rotterdamse kubuswoningen gaat heel wat sneller. Daarna bezoeken we het archeologisch museum met een overzicht van vindplaatsen in de wijde omtrek en een keur aan foto’s, afbeeldingen en beelden. We halen de fietsen op bij het hotel en gaan naar het park. Dat is de beste methode om alle plekken te bekijken, het park is nogal uitgebreid. De verschillende stupa’s, ruines en dagoba’s kosten ons een dikke vijf uur om ze allemaal te bekijken. Bij twee ervan krijgen we een speciale uitleg. We kijken in de meditatieruimte van een Boeddhatempel en weten nu ook dat je nooit omgedraaid van een Boeddha mag weglopen: je mag namelijk je kont niet laten zien.

Tussendoor pauzeren we geregeld met soms wat lekkers. Bij de ijscoman halen we twee cornetto’s. Dat vindt een van de aanwezige apen op het terrein blijkbaar ook wel interessant want hij (?) komt behoorlijk dreigend op Trudy af maar wordt door een Sri Lankaanse vrouw met stenen bekogeld en zo weggejaagd. Voor haar dochtertje kopen we een schepijsje. We krijgen het idee dat het meisje nog nooit een ijsje heeft gegeten, zo voorzichtig en verrukt wordt er gelikt. Na afloop van het parkbezoek besluiten we om even wat te drinken bij de buren van ons hotel. Dat leidt tot het besluit om er vanavond te eten en ook morgen te gaan ontbijten. Om een beetje af te koelen gaan we met de tuktuk naar Hotel Seruwa. Voordat we daar arriveren brengt de tuktukbestuurder ons samen met een straatverkoper naar het eigen guesthouse van die laatste. Middenin de bush, kilometers van het dorp maar volgens henzelf toch wel erg goed en vooral het restaurant is volgens hen subliem. Wij hebben er onze eigen gedachten bij. Aangekomen bij Hotel Seruwa krijgen we voor het luttele bedrag van 150 rupie voor ons beiden een grote handdoek en kunnen we gebruik maken van hun zwembad. Verrukkelijk. Ook hier drinken we weer wat, een limejuice en een ananasjuice. En ook hier apen. Een gaat er van door met het ananassap van Trudy (die zich wezenloos schrikt), de aap is echt binnen handbereik, brutaal beest. De medewerkers van het hotel moeten wel lachen maar gebruiken ook de stenengooimethode, uiteindelijk werkt dat ook al zijn er voor het verjagen van dit exemplaar wat meer stenen nodig.

We willen terug met de tuktuk naar het dorp maar de chauffeur verschijnt niet op de afgesproken tijd en plaats. Normaal struikel je over de tuktuks maar nu is er geen te zien dus we gaan maar lopen. Na enkele honderden meters worden we geroepen door een paar jongens. Ze hebben een grote slang gevangen die ze nu loslaten. Welke soort het is weten noch zij noch wij maar het is een joekel. En opeens is daar ook de tuktuk weer. De bestuurder dacht een ander tijdstip te hebben afgesproken. Op naar het Resthouse waar we een uitstekend rice-and-curry menu eten. Helaas is de Sri Lankaanse definitie van mild niet onze definitie, de curry is heel pittig van smaak. Ter verhoging van de romantiek valt tijdens het diner opeens het volledige lichtnet uit. In de wijde omtrek geen verlichting te zien, pikdonker. Dat is dus eten bij kaarslicht. Uiteindelijk kunnen we ons toetje wel weer bij lamplicht opeten.

Terug in ons eigen hotel betalen we alvast de rekening. Dan kunnen we morgen vroeg weg. Alweer iets dat veel voeten in de aarde heeft. Het opmaken van de rekening en het verzorgen van het wisselgeld kost ruim een half uur en echt goed rekenen kunnen ze in dit hotel niet. Om kwart over negen doen we zelf het licht uit, morgen een zware fietsdag.

WOENSDAG 23 JULI: POLONARUWA - NALANDA
Fietsafstand : 79,5 kilometer
Reistijd : 9 uur en 10 minuten (incl. pauzes & bezichtigingen)
Rittijd : 5 uur en 49 minuten
Gemiddelde snelheid : 13,6 kilometer per uur
Maximum snelheid : 36 kilometer per uur

In onze eigen lakenzak met daarop twee hotellakens en de plafondventilator uit, hebben we vannacht goed geslapen, met de airco aan. We staan vroeg op om volgens het oorspronkelijk plan om zeven uur bij het Resthouse te gaan ontbijten. Alles is echter zo snel opgeladen dat we om kwart voor zeven al kunnen fietsen. Dat doen we dan ook en fietsen langs de tank richting Giritale. Een tank is een groot waterbassin, een meer eigenlijk, waar vanuit voor de bevolking de watervoorziening geregeld wordt. Twaalf kilometer voorbij Polonaruwa ontbijten we in Giritale bij Hotel Hemalee. Hopelijk is het daar niet altijd zo rustig als vandaag: we zijn de enige gasten. In de ontbijtruimte staan alle stoelen nog op de tafels, het geeft wel een speciale sfeer. Maar goed, door onze komst hebben ze vandaag toch nog iets verdiend.

De route die volgt is er een over een hele smalle weg met veel slecht wegdek langs een rivier. Soms moeten we letterlijk de berm in als er weer een vrachtwagen of bus langs komt. Enkele kleine dorpjes onderweg zijn natuurlijk aanleiding voor drinkstops. Tegen het middaguur arriveren we al in Elahera. Bij een pastryshop nemen we uitgebreid de tijd om te lunchen met veel drank en lekkere broodjes en koeken. Ook hier is de belangstelling groot van bezoekers die ons allerlei dingen vragen. Een deel van een schoolklas komt een kijkje nemen bij ‘die toeristen’ en we proberen een praatje met ze te maken. De communicatie verloopt moeizaam, de kinderen spreken geen Engels en ons Sinhalees – ondanks het woordenboekje – is ook niet al te best. Toch is het gezellig en er ontstaat heuse hilariteit op het moment dat we ons insmeren met zonnebrandcrème. Een paar Sri Lankanen willen ook wel eens proberen wat dat nou is. Het is een vreemd gezicht die witte crème op zo’n zwarte huid. Het geurtje bevalt hen echter wel. Ondertussen is het al over enen en omdat we al zo snel hier in Elahera zijn besluiten we de etappe uit te breiden naar Nalanda. Dat betekent dus nog een 28 kilometer doorfietsen.

Die extra kilometers zijn zeker niet de lichtste! Er staat een stevige wind – natuurlijk tegenwind – en het gebied gaat steeds meer heuvelen. En heuvel op rijden op een heel slecht wegdek met Sri Lankaanse medeweggebruikers, tel uit je winst. Regelmatig nemen we dus een pauze om te drinken en uit te puffen. Vooral de laatste paar kilometers naar Nalanda zijn zwaar. Aniek probeert nog bij een bank langs te gaan maar die sluiten al om twee uur ’s middags en wij staan voor de deur om iets voor vieren. Ons slaapadres voor vanavond is het Country Side Hotel waar we een eigen huisje hebben met diner en ontbijt. We worden bij de ingang van het hotel onthaald door een stagiair die hier werkt in de naastgelegen kruidentuin. Deze jongeman en zijn studiegenoot volgen beiden in Colombo de opleiding tot Ayurvedisch genezer. Na het douchen krijgen we een uitgebreide uitleg over alle kruiden en specerijen die er in de tuin aanwezig zijn, samen met een cacaodrankje en een kopje kruidenthee. Natuurlijk is er het alom bekende verkooppraatje van de producten. En ja hoor, we kopen sandelhoutolie, een kruidencrème en een balsem. Afrekenen met Visa is geen probleem. Tevens is er het aanbod voor een complete Ayurvedische lichaamsmassage. Dat lijkt ons wel wat al is het een raar idee om door twee vreemde mannen gemasseerd te worden waarbij zelfs de billen niet worden overgeslagen. Dat masseren van die billen gaat heel bijzonder. We moeten ons ondergoed aanhouden en terwijl we op onze buik liggen worden de behabandjes losgemaakt voor het bovenste deel van de rug. De billen worden gemasseerd doordat de masseur zijn hand onder het randje van de onderbroek steekt. Typisch. De massage is overigens wel erg goed voor al die verzuurde fietsspieren. Alleen Trudy’s kuiten vinden de stevige aanpak niet zo prettig. Na de massage krijgen we ons avondeten voorgezet en vervolgens gaan we moe maar voldaan de lakenzak in.

DONDERDAG 24 JULI: NALANDA - MATALE
Fietsafstand : 28,2 kilometer
Reistijd : 3 uur en 55 minuten (incl. pauzes & bezichtigingen)
Rittijd : 1 uur en 59 minuten
Gemiddelde snelheid : 14,2 kilometer per uur
Maximum snelheid : 31 kilometer per uur

We hebben uitstekend geslapen en ook het ontbijt is prima. Het afscheid van de masseur van Aniek is wat lauwtjes – hij heeft haar zijn kaartje geven met daarop een verkapte liefdesverklaring – blijkbaar reageert Aniek niet enthousiast genoeg. We gaan eerst een stukje terug op de route om de Nalanda Gedige (Boeddhistische en Hindoeïstische tempels) uit de 8e eeuw te zien. Volgens de routebeschrijving is de toegang naar de Gedige alleen bereikbaar over een slecht weggetje, wij vinden het asfalt prima. Sri Lanka mocht willen dat haar wegdekkwaliteit overal zo goed is. Een kort regenbuitje doet ons even het ergste vermoeden maar het valt mee, dus in/op de pedalen! Hoewel je de heuvels hier eerder puisten kunt noemen die niet echt hoog zijn, zitten er toch een paar venijnige kuitenbijtertjes bij. Dus in Palapathwela is het wel weer tijd voor zo’n lekkere thambili (gele kokosnoot). Zachtzoet van smaak en dorstlessend, waarom verkopen ze die dingen nou niet in Nederland?

Enkele kilometers verder bezoeken we het klooster Aluvihare. Echt vriendelijk zijn Boeddhisten niet voor hun zondaars. We zien de afbeeldingen met de straffen voor zondaars en voor een vierendelinkje of onthoofding draaien ze echt hun hand niet om. Dan is een Rooms-katholieke biecht als ‘aflaat’ toch heel wat makkelijker…

Dan komt Matale, mijn god wat een drukte. Een heksenketel waar uitsluitend met zeer goede stuurvrouwkunst door heen te komen is. In onze haast of het verlangen die drukte op de fiets te verlaten zien we het Matale Guesthouse over het hoofd. Niet erg, Hotel Ransille enkele kilometers ten zuiden van de stad is ook best redelijk. Al kost het de eigenares wel een kwartier om de kamersleutel te vinden. Douchen vinden we niet echt nodig (al zien we er uit als twee schoorsteenvegers) want stinken doen we toch wel, hetzij van het zweet, hetzij van de auto- en buswalmen. We gaan dus in fietskleding met de tuktuk naar de stad om cheques in te wisselen (we waren bijna blut) en om te eten. Nou dat eten is verrukkelijk. Bij een pastryshop (een soort banketbakkerij annex lunchroom) nemen we het volgende luxe menu: 2 flesjes sap, 1 liter water, 2 ijsjes en 7 hartige snacks (een soort saucijzenbroodjes) voor het immense bedrag van 172 rupie (1,68 euro!).

We vervolgen ons bezoek aan de stad met shoppen, Aniek koopt een nieuw horloge, samen ansichtkaarten, postzegels. We bellen en mailen uitgebreid op het postkantoor. Iedereen in Nederland ook weer op de hoogte. Voor de rest bekijken we veel winkeltjes en kleine straatjes om de ‘couleur locale’ te proeven (ruiken?). Aan het eind van de middag brengen we een bezoek aan de Hindoetempel Sri Muthumariamam Thevasthanam. Heel erg mooi, prachtige kleurige beelden, schitterende processierijtuigen. Alleen aan de gids die uitleg geeft mogen ze wel iets doen, wat een chagrijn!

Honger! Tijd voor het diner. Dat wordt uiteindelijk na wat zoekwerk het Home Seas Hotel. Ooit – volgens een sticker – klant van Arke Reizen geweest. Wij zien de gemiddelde Arke-reiziger daar echter niet zo snel plaats nemen. Het eten is lekker en de service is goed maar de ambiance wat smoezelig. Het geheel ziet er wat verlopen uit. Terug naar het hotel (dat blijkbaar zo onbekend is dat de chauffeur het aan een collega halverwege de rit moet vragen) voor een wasje en een zeer verfrissende douche voor het slapen gaan. Een koude douche blijft ook in een tropische omgeving een koude douche, brrr. Morgen gaan we naar Kandy, dat is niet ver, slechts 35 kilometer maar wel bijna constant behoorlijk stijgend. We vermoeden een pittig ritje.

VRIJDAG 25 JULI: MATALE - KANDY
Fietsafstand : 28,3 kilometer
Reistijd : 4 uur (incl. pauzes & bezichtigingen)
Rittijd : 2 uur en 16 minuten
Gemiddelde snelheid : 12,5 kilometer per uur
Maximum snelheid : 28 kilometer per uur

Zonder ontbijt vertrekken we om kwart voor acht richting Kandy, het hotel heeft niet zoveel te bieden. Na twee kilometer komen we voor een splitsing te staan: links is een redelijk rustige maar klimmende weg van ongeveer 25 kilometer naar Kandy. Rechts is een hele drukke weg van 15 kilometer en of die klimt weten we niet. We kiezen toch voor de langere maar rustige. In Ukuwala stoppen we bij een ‘chique’ koffiehuis waar we broodjes eten en aan de koffie/thee gaan. Ook de yoghurt is er verrukkelijk. Naar ons gevoel heeft dit koffiehuis niet de properheid die ‘ons moeder’ zou willen maar wij vinden het prima, om zo tussen de locals te zitten.

Het wegdek wordt steeds slechter, tot aan Kandy toe en ook het ‘Grote Stijgen’ is begonnen. Onderweg zien we mooie natuur, rijstvelden en komen we afwisselend groetende en niet-groetende Sri Lankanen tegen. Om een foto te nemen stoppen we even en binnen twee tellen heeft Trudy al aanspraak van een man die in een heel klein huisje langs de weg woont. Omdat ze zelf een sigaret opsteekt, biedt ze de man er ook eentje aan, dat is niet tegen dovemansoren gezegd. Als ‘tegenprestatie’ krijgen we uitleg over de plantenrijkdom om ons heen: peper-, thee- en koffieplanten groeien gewoon langs de weg. We vervolgen onze route – gelukkig ook nog heuvelafwaarts – en bereiken zonder al te veel zoekwerk Kandy. In de stad zelf is het weer een gekkenhuis met het verkeer: getoeter, afsnijdende auto’s en bussen.

Om even bij te komen kopen we een ijsje en lopen dan met de fiets aan de hand op zoek naar Lake Bungalow. Ons oriënteren gaat goed aan de hand van de zojuist gekochte plattegrond. Stevig onderhandelen van Trudy levert een prijsdaling op en - natuurlijk - blijkt later dat er nog steeds veel te veel is betaald. Lake Bungalow is het tot nog toe properste onderkomen van onze reis en heeft zelfs warm (!) water in de douche. Opgefrist gaan we lunchen in het naastgelegen chique Hotel Suisse. Daar is een bruiloft aan de gang en we worden apart in een zaal neergepoot voor onze gazpacho en sandwiches.

Bij het station informeren we naar zitplaatsen voor de trein van zondag naar Nanu Oya. De 1e klas is al helemaal volgeboekt (er zijn ook maar 4 plaatsen) maar in de 2e klas is nog plaats genoeg. Om acht uur ’s morgens moeten we onze fietsen afgeven. De trein vertrekt om vijf over negen en om half negen kun je bij het loket een kaartje kopen, niet eerder. Met de tuktuk gaan we naar het centrum waar we bij het Ceylon Informatie Centrum, een soort VVV, niet veel wijzer worden. Informatie over dagtochten of autohuur hebben ze niet, we worden naar commerciële bureaus verderop verwezen. Op kerkenpad dan maar weer. We hebben het advies gekregen om de Temple of the Tooth pas ’s avonds te bezoeken omdat dat veel specialer is dan gewoon zomaar midden op de dag. Er zijn dan rituelen bij te wonen en het gebouw is helemaal verlicht. We bezoeken ook de katholieke St. Pauls en gaan dan op zoek naar het Buddhist Publication Centre die ergens langs het meer moet zitten. Een behoorlijk lange wandeling blijkt maar Aniek is weer zoet, er valt voldoende voor haar te bekijken.

Richting Laksala, een staatswinkel met souvenirs en ‘arts & crafts’. Gewoon even neuzen om te zien wat ze hebben. We kopen er 2 T-shirts. Slenterend langs de winkels bekijken we de stad een beetje tot het tijd is om naar het Kandyan Arts Centre te gaan. Daar is om zes uur een Sri Lankaanse dansvoorstelling. Het is mooi om te zien en te horen en een zeker spektakel met jongleren en vuurspuwen en vuurlopen wordt niet geschuwd. Dat laatste gaat zelfs zonder de aanmoedigingen van een zekere E. Ratelband.

Omdat naar ons idee de tijd te kort is om nog naar de Temple of the Tooth te gaan besluiten we om dat tot morgen uit te stellen en gaan we wat eten in Hotel Suisse. Daar is het helaas buffetavond. Hoewel à la carte eten kan wordt onze afwijzing van het buffet ons niet in dank afgenomen. Oké, we worden bediend maar we moeten erg lang wachten en de sfeer is ijzig. Bye Hotel Suisse. Terug in ons guesthouse spreken we voor morgen een tocht met een tuktuk naar het olifantenweeshuis af. Ook kunnen we dan onderweg nog wat andere dingen als tempels bekijken, we zijn er toch.

ZATERDAG 26 JULI: KANDY
Een toeristisch, zeer duur en ‘beestachtig’ dagje vandaag. Om negen uur staat de tuktukchauffeur Rumi op ons te wachten. Anderhalf uur later – zo’n tuktuk rijdt niet zo hard – zijn we 40 kilometer verder in Pinnewala bij het olifantenweeshuis. Bewonderend en vooral veel foto’s makend kijken we naar het baden en verplaatsen van ruim 60 jonge en oude olifanten. De jongste is een jongetje van 2 maanden (schattig hoor, die komt net tot je heup) en de oudste – voorzover wij weten – is een meneer van 40 jaar met grote slagtanden en een hoogte van ruim 2,5 meter. Een stuk of tien jonkies wordt nog met de fles gevoed.

Na het bekijken en aanraken van een aantal olifanten (ze kunnen wel een peeling gebruiken, wat een ruwe huid) wordt het natuurlijk ook tijd om op een olifant te rijden. We geven het toe, erg toeristisch maar wel leuk. Bij het Millennium Olifantenpark is berijden mogelijk, al is het niet goedkoop. Gelukkig mogen we samen op 1 olifant, we kunnen elkaar tijdens de half uur durende rit door het dorp en het bos tenminste vasthouden. Baby Pooja heet onze ietwat eigenwijze dame van 17 jaar. De drijver moet soms een tik uitdelen omdat het gras naast de weg natuurlijk groener is en Pooja gewoon wegloopt. Het is een bijzondere maar niet echt comfortabele ervaring. Onze dijen doen na het afstappen toch wel een half uur goed zeer van dat hopsen op de ruggengraat van zo’n beest, elke wervel is goed voelbaar. Vooral als het pad wat steiler omhoog of omlaag gaat heb je het gevoel er af te glijden.

Op de terugweg naar het guesthouse eten we Durian, een tropische vrucht waarvan we altijd dachten dat die mierzoet is en vreselijk stinkt maar beide blijkt niet waar te zijn. Ook bezoeken we een theefabriek en een batikfabriek met natuurlijk de nodige aankopen voor thuis. De eigenaresse van Lake Bungalow vertelt ons later dat ook zij batiks verkoopt en volgens haar hebben we te veel betaald. Het zal wel, we zijn nu in het bezit van drie mooie doeken om in te lijsten en naar ons idee valt de prijs wel mee. Kinnesinne?

’s Avonds wonen we de ceremonie met rondgang, offerandes en trommelaars in de Temple of the Tooth bij. De 21 afbeeldingen die de geschiedenis van de tand weergeven vanaf de geboorte van Boeddha doen ons wel een beetje denken aan een kruisweg in een katholieke kerk. Zelf offeren we bloemen en een kaarsje. Moe van de hele dag eten we Indiaas bij Ram’s en gaan – weer – vroeg slapen, de wekker staat op zes uur.

ZONDAG 27 JULI: KANDY – NUWARA ELIYA
Fietsafstand : 8,6 kilometer (incl. trein ± 80 kilometer)
Reistijd (fiets) : 1 uur en 20 minuten (incl. pauzes & bezichtigingen)
Reistijd (incl. trein) : 5 uur en 50 minuten
Rittijd : 54 minuten
Gemiddelde snelheid : 11,6 kilometer per uur
Maximum snelheid : 15 kilometer per uur

Voordat de wekker afliep zijn we al wakker dus alle tijd om de tassen in te pakken en de fietsen weer op te laden. Na het ontbijt nemen we afscheid van onze gastvrouw van Lake Bungalow en fietsen richting het station dat heel makkelijk te vinden is. Bij de bagagedienst geven we onze fietsen af. We moeten wel de tassen afladen en zelf meenemen in de trein. Met een kartonnetje aan het frame waarop onze naam en bestemming ‘Nanu Oya’ staat dat dient als fietskaartje worden ze ingeladen in de speciale ruimte voor in de trein. De fietskaartjes kosten overigens meer dan onze eigen vervoerbewijzen. De tweedeklas coupe valt vreselijk mee, gelukkig wordt er geen levende have meegenomen. Oké, de trein is wat viezig maar ach, alsof een Nederlandse trein zo spic & span is. Tijdens de reis hoeven we niet om te komen van de honger. Bijna elke minuut komt er een verkoper langs met snoep, fruit, pinda’s, pastry’s. Hoe meer we stijgen, hoe spectaculairder het uitzicht. Veel theeplantages, watervalletjes en wolken die laag over de bergtoppen hangen. De ramen van de coupe staan open en we merken goed dat de temperatuur daalt. Ook dichter bij Nanu Oya is dat goed te zien: mensen hebben kleding aan met lange mouwen, dragen mutsen en jassen. Om iets na enen zijn we in Nanu Oya waar we eerst twee trappen op en af moeten nemen als hindernis om buiten het station te geraken. We voelen het verschil in temperatuur goed, dit doet Nederlands aan dus een blouse met lange mouwen voelt lekker, zelfs tijdens het fietsen.

Volgens de routebeschrijving valt dit weggetje naar Nuwara Eliya wel mee, maar het kost ons toch allengs meer moeite, zo stijgt het pad. In iets meer dan 7 kilometer stijgen we bijna 300 meter. Bij narekenen blijkt dat een stijging van slechts 4% te zijn, het voelt echter veel zwaarder. Regelmatig dus een stopje om uit te hijgen en rond te kijken want dit komt toch opeens wel heel vreemd over: grijze luchten, hoge toppen en zo’n 17 graden. Eenmaal in Nuwara Eliya zelf (de naam betekent stad van Eliya) vinden we een kamer bij het Alpine Hotel dat lekker warm water heeft en er zeer verzorgd uitziet.

De sfeer in deze plaats doet ons vermoeden dat de Engelsen hier veel invloed hebben gehad. Onderweg wandelend zien we typisch Engelse tuinen, cottageachtige huizen, Engelse (straat)namen en zelfs een racebaan met racewedstrijden in het voorjaar waaronder een heuse Ascot-race. Ook zijn er meerdere golfterreinen en een aantal poepsjieke hotels met indrukwekkende oprijlanen. In een van die hotels is casualkleding beslist niet toegestaan bij het diner, heren in het pak en dames in avondkleding. Moet je ons zien op onze gympen en katoenen broeken.

Bij het kleine winkelcentrumpje Cargills met supermarktje, koffie- en theehoek en boekhandel lijkt het even of we gewoon in Engeland zijn, afgezien dan van de Sri Lankanen die er rond lopen. Ook zo mooi: bij de theehoek hebben ze geen koffie en bij de koffiehoek geen thee. Bij de theehoek mag je niet roken, bij de koffiehoek wel. Het bizarre is echter dat beiden naast elkaar liggen met uitsluitend een hekje van 50 centimeter ertussen. Als je hard puft drijft alle rook vanuit de koffiehoek recht de theehoek in.

Omdat we in ons hotel om drie uur nog een late lunch hadden willen we ’s avonds niet te veel en niet te laat eten, slapen met een volle maag vinden we niet zo prettig. We gaan naar de Indiase shop bij het Grand Hotel. De lassi smaakt goed en we vragen de ober om uitleg bij een aantal gerechten op de kaart. Maar van zijn uitleg worden we niet veel wijzer, hij gebruikt vaak woorden als ‘looks like things of this size’ en laat dan in het midden welke dingen hij bedoelt. We nemen uiteindelijk beiden een tandoori-sandwich met groenten. Niet groot wel vlammend heet. Snel blussen met nog meer lassi. Over de vraag of we nog een dessert willen wordt niet nagedacht. We hebben de laatste hap nauwelijks doorgeslikt of de ober legt de rekening al voor ons neer. Ook goed, dan gaan we wel weer. Het lijkt of we iedere keer bij chique(re) gelegenheden moeilijke dingen verlangen want ook hier hebben we het gevoel dat we onze neus stoten. Oké, we bestellen nu niet direct iets dat tot een omzetdoorbraak behoort maar het principe ‘elke klant is er een’ wordt in dit soort zaken blijkbaar niet gehanteerd. Of het moet op een door hen gewenste manier gaan. Juist bij ‘gewone’ zaken maken we dit soort dingen niet mee. Daar doet men alle moeite om met ons te praten en iets uit te leggen. Meermalen werden we meegenomen naar de keuken om daar zelf te kijken of iets aan te wijzen.

Afijn, terug in het hotel gaat Trudy helpen om het Alpine Hotel wat meer bekendheid te geven in de Nederlandse reiswereld door emails te sturen naar een aantal reisorganisatoren als Vlieg & Fiets en Asian Way Of Life. Aniek houdt het rustig met een warme douche en dit verslag. Morgen verder fietsen in de heuvels en genieten van de vergezichten. Rond negen uur ’s avonds barst er een enorme bui los, wij zijn blij dat we binnen zijn en hopen op beter weer voor morgen.

MAANDAG 28 JULI: NUWARA ELIYA - ELLA
Fietsafstand : 55,8 kilometer
Reistijd : 7 uur en 40 minuten (incl. pauzes & bezichtigingen)
Rittijd : 3 uur en 47 minuten
Gemiddelde snelheid : 14,7 kilometer per uur
Maximum snelheid : 34 (T) en 43 (A) kilometer per uur

Het gaat bergafwaarts met ons vandaag, letterlijk dan want tussen Nuwara Eliya en Welimada (een afstand van ongeveer 22 kilometer) dalen we bij bijna 1000 meter. Kramp in de handen van het remmen en alert blijven op haarspeldbochten, tegenliggers en gaten in de weg want voordat je het weet lig je in het ravijn (deze afdaling hebben we maar niet in de mail naar Nederland gezet, de moedersen maken zich toch al ongerust). Helaas is daarna de pret snel over en komt er weer klimwerk. Niet zoals de route van Vlieg & Fiets zegt 2 keer 7 kilometer maar steeds pittige klimmen van 2 tot 3 kilometer afgewisseld met vlakke(re) stukken of een klein afdalinkje. Onderweg zien we de beroemde Hindoetempel Seetha Annam en maken we heel veel foto’s van de schitterende omgeving. Mount Ella hebben we niet beklommen gisteren maar vandaag zien we wel Ella Gap, de ravijnen en dalen. Rond een uur zijn we in Bandarawela waar we bij de pastryshop van het gelijknamige hotel uitgebreid lunchen. Om de ergste hitte te ontwijken blijven we lang zitten. De serveerster van de pastryshop laat ons allerlei schitterende ansichtkaarten van plaatsen in haar land zien. We kletsen uitgebreid met haar, ze wil echt alles weten. Omdat we het nog veel te vroeg vinden om nu al te stoppen zoals de route aangeeft besluiten we om door te fietsen naar Ella, grote stukken gaan dalend en er is 1 klim van 2 kilometer. Ook op dit traject bekijken we een tempel, dit keer een Boeddhistische. In Ella aangekomen vinden we redelijk snel een goed guesthouse, Gimhaniee Inn. Qua prijs tot nog toe de goedkoopste. Eerst proberen we Hill Top Guesthouse, vanwege het uitzicht dat men daar heeft maar na het lopend met de fiets aan de hand beklimmen van een hoog en lang pad blijkt dat ze vol zitten.

In het dorp raken we in een discussie verzeild met de eigenaar van een ander guesthouse (Lizzievilla) en tevens eigenaar van het internetcafé in Ella. Hij is erg ontevreden over de beschrijving van zijn guesthouse in de Lonely Planet. Hij vindt dat de LP corrupt is omdat de schrijfster haar kosten vergoed krijgt en zodoende ‘gratis’ logeert. Dat het maken van zo’n boek gewoon haar werk is en dat het natuurlijk een subjectieve beschrijving is wil er bij hem niet in. Maar omdat hij zoveel weet van de omgeving vragen we hem wel om advies over een deel van de komende route. Hij vertelt ons dat de Perahera van Kataragama komende week is zodat we zonder daar op gerekend te hebben toch een stukje van kunnen zien. We wandelen even wat door het dorp en gaan dan aan de rice & curry en papadums. De Ierse Aran Island sweaters die we bij ons hebben vanwege de kou in Nuwara Eliya zijn nu niet meer nodig. Ze vinden na 7 jaar een nieuwe bestemming bij de eigenaar van Gimhaniee Inn. Eerst denkt hij dat we ze willen verkopen maar gratis neemt hij ze graag aan. En wij hebben weer meer plek in onze fietstassen.

DINSDAG 29 JULI: ELLA - THANAMARVILA
Fietsafstand : 65,2 kilometer
Reistijd : 6 uur en 50 minuten (incl. pauzes & bezichtigingen)
Rittijd : 3 uur en 47 minuten
Gemiddelde snelheid : 17,2 kilometer per uur
Maximum snelheid : 49 (T) en 52 (A) kilometer per uur

Vanochtend hebben we voor het eerst deze vakantie een echt Sri Lankaans ontbijt: stringhoppers met vis- en aardappelcurry en natuurlijk ook wat fruit in de vorm van een trosje heerlijke banaantjes. Stringhoppers zien er uit als een soort mie, ook in de vorm van nestjes, alleen dan lichtrood van kleur. De curry erbij is pittig. En dat op de vroege ochtend.

De weg die we vandaag volgen gaat vooral gedurende het eerste deel nogal steil naar beneden. Regelmatig weer stoppen om van het uitzicht te genieten, een foto te maken maar ook om onze handen even te ontspannen. Van dat knijpen in de remmen krijgen we bijna kramp in onze handen. De snelheid naar beneden ligt rond de 50 kilometer per uur. We zien de Rawana watervallen en uiteraard zijn er ook bij deze toeristische trekpleister verkopers aanwezig. Allemaal verkopen ze prachtige spullen zeggen ze, mineralen en houtsnijwerkjes. Snel wat foto’s maken en dan weer verder heuvelafwaarts. De temperatuur begint te stijgen. Rond twaalf uur staan we dan ook goed bezweet bij de in de rotsen uitgehouwen Boeddhabeelden van Buduragawela, in de buurt van Wellawaya. Het water dat we drinken zweten we naar ons gevoel er gelijk weer uit.

Een lunchstop bij een winkeltje langs de A2 volgt. Trudy geeft hier haar geel-roze horloge weg aan een ‘knap’ heerschap die er verrukt naar kijkt en wijst. Als dank voor deze geste worden we verwend met elk een banaantje, limevrucht en verse papaya. De man is apetrots op zijn nieuwe aanwinst en we zien hem over het terrein lopen en het aan iedereen laten zien.

Het idee om helemaal naar Kataragama te fietsen via Yalapark lijkt ons met deze hitte niet zo verstandig. We besluiten daarom om de A2 verder af te fietsen in de richting van Tissamaharama. Zover komen we niet want rond half vier zijn we in het plaatsje Thanamarvila waar een bordje hangt van een heuse Holiday Inn. Dit bord is ietwat misleidend want als we de kamer bekijken, zien we dat die niet echt luxe en volgens Holiday Inn standaard is. Wel is er een extraatje in de badkamer in de vorm van medegebruikers: twee gezellige geelgroene ‘douchekikkers’. Levende kikkers dus. Ook niet slecht, toch? Kom daar maar eens om in bijvoorbeeld het Hilton. We zijn zo doorgezweet dat een wasbeurt van zowel onszelf als van onze kleren wel van pas komt.

We gaan het stadje dat een ruime twee kilometer verderop ligt verkennen en blijkbaar komen hier erg weinig toeristen want we trekken de nodige aandacht. We komen zelfs nog iemand tegen die in Deventer was met Koninginnedag dit jaar. De man valt ons op omdat hij een T-shirt met een tekst daarover draagt. Hij vertelt dat hij in Nederland tropische landbouw aan de hogeschool Larenstein heeft gestudeerd. Voor morgenochtend zien we een uitstekende plek om te ontbijten: Gamini Hotel & Bakery. Open vanaf vijf uur dus als wij er tegen zevenen zijn is het brood nog lekker vers.

Hoewel de kamer erg ‘basic’ is, is het eten verrukkelijk. Onze gastvrouw Geetha vindt het leuk om met ons te kletsen over Nederland. Negen jaar geleden is ze een aantal maanden in Nederland geweest in verband met een hersteloperatie van een brandwond. Ze heeft ook ‘familie’ in Nederland wonen, vrienden van haar ouders. We wisselen adressen uit en daarmee is Geetha erg blij. De eerste kerstkaart voor dit jaar is al beloofd. Het T-shirt van Aniek over de Zeven Heuvelenloop in Nijmegen geeft ze aan Geetha als een soort herinnering aan Nederland. De rest van de avond zitten we in de ‘lounge’ te lezen en te puzzelen met daarbij gouwe-ouwe muziek van een zender uit Colombo op onze wereldontvanger. Zo’n bush-hotel is toch ook wel weer heel speciaal.

WOENSDAG 30 JULI: THANAMARVILA - TISSAMAHARAMA
Fietsafstand : 27,54 kilometer
Reistijd : 2 uur en 20 minuten (incl. pauzes & bezichtigingen)
Rittijd : 1 uur en 37 minuten
Gemiddelde snelheid : 16,9 kilometer per uur
Maximum snelheid : 26 kilometer per uur

Vanmorgen douchen we maar niet, het gezelschap van nu drie kikkers in de douche is toch net iets teveel van het goede op onze nuchtere magen. Met drie dikke zoenen (Hollandse invloed?) nemen we afscheid van Geetha die het cadeau gekregen T-shirt al met veel plezier draagt. In het dorp ontbijten we, wederom onder veel bekijks. Daarna rijden we door naar Tissa. Om voor negenen zijn we al bij het Travelers Home waar we voor twee nachten een kamer boeken en voor morgen voor de hele dag een jeepsafari regelen. We doen wat huishoudelijke en verzorgende klusjes en gaan met de lokale bus – vol huisvrouwen, schoolkinderen in uniform en op de trede hangende jongelui - rond het middaguur naar Kataragama. We willen het tempelterrein zien en vanavond de Perahera. Dat is een soort processie die een keer per jaar wordt gehouden door moslims, Hindoes en Boeddhisten. Het feest duurt 10 dagen en de laatste dag is altijd met volle maan in juli of augustus.

Het eerste deel van het tempelbezoek gaat vlot al loopt het zonder schoenen toch niet zo prettig over hete stenen en met harde kiezels vermengd heet zand. Zelfs als we onze sokken aanhouden protesteren onze Westerse pootjes. Die Aziatische laag eelt ontbreekt bij ons. We bekijken een moskee en twee tempels.

Terug in het dorp mailen we even naar Nederland en gaan dan een hapje eten. We lopen binnen bij de Bank of Ceylon Restaurant waar we de vraag krijgen wat we komen doen. Op ons antwoord ‘eten’ volgt de opmerking: Maar het is wel vegetarisch. Dat vinden we geen probleem en er wordt een maaltijd voor ons neergezet. Er is geen keuze, blijkbaar krijgt iedere gast hetzelfde. Als de bediening onze verhitte gezichten ziet na het proeven van enkele delen van de rice & curry, schieten ze in de lach, maar ruilen wel de allerheetste gerechten om voor de mildere, toeristische variant.

Tegen zeven uur gaan we op het tempelterrein langs de kant van de weg zitten, helemaal klaar voor en in afwachting van de Perahera-processie. Het duurt even want de stoet komt pas tegen kwart voor negen maar het is het wachten zeer waard. Beginnend met dansers met klappende zwepen, vuurjongleurs volgen er verspreid over de stoet een zestal mooi versierde olifanten. Daarna groepen meisjes, vrouwen, jongens en mannen met verschillende klederdrachten en danspassen. Elk van deze groepen beeldt een eigen aspect uit van het leven in Sri Lanka. Zo herkennen we rijstschepsters en theepluksters. De stoet wordt aan beide zijden van de weg verlicht door mannen die brandende fakkels dragen van kokosnootschillen in olie. Aan het einde van de stoet, op de laatste olifant, zit een man met een doek voor zijn mond. Hij verbeeldt het geheim van de tempel dat absoluut niet verteld mag worden tijdens de Perahera omdat anders de priester sterft. Het geheel duurt een uur, daar kan menig Nederlandse optocht nog wat van leren. Vlak voor tien uur gaan we per tuktuk terug naar Tissa, 18 kilometer verderop. Wachten op de bus, daar hebben we geen zin in, ook gezien het tijdstip waarop morgen in verband met de safari de wekker afloopt.

DONDERDAG 31 JULI: TISSAMAHARAMA
Een vroegertje vandaag, vijf uur op en minder dan drie kwartier later vertrekken we per jeep, nog in het pikkedonker, naar Yala park. Daar krijgen we een ‘wildlife guide’ toegewezen voor het spotten van allerlei dierlijk schoon. Lang hoeven we daar niet op te wachten want we zien al snel drie olifanten vlak voor onze jeep oversteken. Een van die drie ziet ons, blijft even staan en steekt met een klein bochtje de weg over. Zo maakt hij/zij de afstand met ons wat groter, slim beest hè? Terwijl we verder rijden en het al wat meer licht wordt, zien we watervogels als ibissen, reigers, ooievaars, flamingo’s, pelikanen, andere loopvogels en ook de eerste wakkere krokodil van vandaag. Naast ‘gewone’ herten zien we een everzwijn, waterbuffels, een heleboel mangoesten maar het meest spectaculaire is toch wel het luipaard dat tussen de struiken verdwijnt. We hebben vandaag trouwens het geluk dat we nog twee keer een luipaard zien en ook nog twee keer een olifant. De luipaarden liggen elk lekker te slapen, wassen zichzelf en draaien wat maar laten zich door ons – gelukkig – niet storen. Dat we drie luipaarden zien is vooral zo speciaal omdat er in Yala Park – een gebied bijna zo groot als de provincie Utrecht – slechts zo’n 25 luipaarden leven. Dan is drie luipaarden zien toch wel echt mazzel hebben. Verder zien we nog wat kleiner grut als makaken, kameleons en varanen.

Rond half elf rijden we naar een koelere (?) plaats aan een riviertje om daar te pauzeren, in het park is het te heet en ook alle dieren houden zich schuil in de schaduw. We zijn er alleen niet echt op voorbereid dat we daar lang moeten wachten, er is echt niets te beleven. Ook niets te drinken, dus de meegenomen flessen water vinden gretig aftrek. Voor onze beide begeleiders betekent deze pauze eerst vooral slapen, wij vinden dat wat lastiger. We hebben niets bij ons om de tijd te doden dus zo goed en kwaad als het gaat proberen we, liggend op een zandpad tussen boomwortels, toch wat te tukken. Tegen een uur hebben we het wel gehad en we stellen gids en chauffeur voor om naar het strand te rijden. Meer dan strand is ook daar niet want het enige restaurant in de buurt is nog in aanbouw. Wel is daar een heerlijk windje, een schitterend uitzicht over de Indische Oceaan en afgewisseld met zitten in de schaduw wandelen we over het strand.

Tijd voor deel 2 van de safari. Weer treffen we het met de dieren: het slapende jonge luipaard, een olifant op bijna aai-afstand, en heel veel apen. Vooral die apen zijn erg brutaal, ze zaten soms bijna in de jeep. Tegen half zes vinden we het welletjes en rijden in een pittig tempo het park weer uit richting Tissa. Daar even een wasbeurt voor we gaan slapen want het rode zand en stof van de safari zit echt letterlijk overal in.
VRIJDAG 1 AUGUSTUS: TISSAMAHARAMA - TANGALLE
Fietsafstand : 70,6 kilometer
Reistijd : 7 uur (incl. pauzes & bezichtigingen)
Rittijd : 4 uur en 36 minuten
Gemiddelde snelheid : 15,3 kilometer per uur
Maximum snelheid : 31 kilometer per uur

Ook vandaag – op onze een-na-laatste fietsdag – zijn de ‘good mornings’, ‘hello’s’ en is het zwaaien weer niet te tellen. Sommige Sri Lankanen kijken ons dan aan met zo’n stralende glimlach dat we bijna denken hun allerbeste vriend te zijn. Anderen daarentegen kijken stug (verlegen?) weg of zijn zo verbaasd fietsers te zien dat ze niets durven zeggen, zo lijkt het wel. Heel vaak is de reactie op onze ‘good morning’ overigens: ‘morning morning’ en ‘where are going?’. Het Engels is niet bij alle Sri Lankanen vlekkeloos… De route gaat bijna geheel over de A2, een high-level-road, hoewel dat ‘level’ als niveau behoorlijk discutabel is. Tussen Hambantota en Tangalle (ongeveer 50 kilometer lang) is er meer kuil en gat dan asfalt te bekennen. Combineer dat met de Sri Lankaanse rijstijl en een licht heuvelend gebied en het besef dat deze 70 kilometer heel pittig zijn, is daar. We vloeken ook af en toe stevig, als we weer eens de berm in worden gereden. Niet dat de Sri Lankanen ons verstaan maar het lucht wel lekker op. Onderweg maken we foto’s van een zoutwinningsgebied. In Tangalle aangekomen wisselen we eerst wat cheques in, het is bijna weekend en dan zonder geld is niet handig. Het aantal pinautomaten hier is niet dik gezaaid, al kun je best vaak met Visa terecht. We doen wat inkopen als T-shirts, sokken en ondergoed want dat wat we aanhebben is niet echt fris meer. De Calm Garden Cabana’s zijn snel gevonden, helemaal aan het eind van de stad en we hebben daar ons eigen huisje. We kijken wat rond, drinken een fles water bij een strandtentje met een schitterend uitzicht (Aniek krijgt medelijden met de uitbaters omdat we zo weinig verteren) en maken alvast wat plannen voor ons bezoek aan Colombo met behulp van de Lonely Planet. Bij het Tourist Guest House eten we gegrilde vis met frietjes (en vooral dat laatste is natuurlijk het kostje van A.!). Daarna gaan we terug met een tuktuk naar onze cabana waar we nog even op onze eigen veranda zitten te luisteren naar het gezoem van de krekels (en de muggen van ons lijf moeten slaan).

ZATERDAG 2 AUGUSTUS: TANGALLE - HIKKADUWA
Fietsafstand : 33,6 kilometer
Reistijd : 5 uur en 30 minuten (incl. pauzes & bezichtigingen)
Rittijd : 2 uur + 19 minuten (fiets)/ anderhalf uur busje
Gemiddelde snelheid : 14,5 kilometer per uur
Maximum snelheid : 33 kilometer per uur

Ook vandaag is het wegdek rampzalig: half afgebrokkeld tot bijna de middenstreep, gatenkaas, wasbord en scheurende chauffeurs. Fietsen is vandaag geen pretje. We zijn dan ook blij om in Matara aan te komen en rijden direct door naar het station. We willen het laatste stuk naar Hikkaduwa per trein afleggen. We melden ons bij het bagagekantoor maar daar wordt ons snel duidelijk gemaakt dat we de treinrit kunnen schudden. No place oftewel we hebben geen zin in al die papieren of – en dat is gezien het onzekere geblader in diverse boeken waarschijnlijker – het personeel weet niet hoe een fiets in te boeken. En dat toegeven is natuurlijk gezichtsverlies. We balen stevig. Ongeveer 300 meter van het station zien we een Toyota-dealer en Trudy heeft het idee om daar te informeren naar adressen van autoverhuur. Na wat heen en weer praten blijkt iemand daar aanwezig (de vader van een van de monteurs) bereid om ons per busje met de fietsen naar Hikkaduwa te vervoeren. De afstand is zo’n 60 kilometer, zijn vraagprijs ongeveer 11 euro. In Rotterdam hebben we daar geen taxi voor van station naar huis (4 kilometer) maar hier worden de fietsen ingeladen, vastgezet met touwen en we worden voor de deur van het Reefcomber Hotel in Hikkaduwa afgezet. Het extraatje dat we de chauffeur geven is een onverwachte meevaller, gezien de verraste blik in zijn ogen. In het Reefcomber Hotel worden we zeer gastvrij onthaald met voor beiden een bloemenkrans en een glaasje sap. Het inchecken kost wat meer moeite omdat we nu 1 nacht blijven, morgen weggaan naar Colombo en dan weer terugkomen voor twee nachten waarvan de laatste nacht al voor ons is betaald. Uiteindelijk krijgen we alles rond en zijn onze fietsen in een garage gestald tot woensdag. Ook de bagage bewaren ze en de kostbare spullen als vliegtickets liggen in de safe. Een heerlijke douche frist ons op en met een berg wasgoed voor de wasserette die wordt opgehaald zijn we toch wel toe aan een late lunch. Lekkere soep, salade en sandwiches. Dan de stad in, richting station om te informeren naar de trein voor morgen. Om vijf over acht willen we de exprestrein naar Colombo nemen. Ook een tuktuk om ons morgenochtend naar het station te brengen regelen we nu al vast, de bestuurder haalt ons om zeven uur op. Verder winkelen levert een winkel op met leuke kleurige broeken en stoffen en we laten er gelijk een paar op maat maken. Vanavond om zeven uur kunnen we ze afhalen. Onderweg lonken de borden met ‘Ayurvedische massages’ en bij een ‘hospital’ lopen we binnen en vragen om informatie. De uitleg en de tarieven bevallen ons uitstekend en we kunnen direct terecht voor een anderhalf uur durende volledige lichaamsmassage met voorafgaand een kort doktersconsult. De massage door twee ‘zusters’ (een vierhandenmassage dus) is grondig en heerlijk. Wel zwemt echt alles van ons lijf in de olie, van kruin tot kleine teen inclusief oorlellen. Het geheel sluiten we af met een medicinaal drankje en een kopje pittige kruidenthee. Intussen is het al na half acht dus we haasten ons richting kleermaker. De zeven nieuwe fleurige broeken zijn klaar. De eigenaresse is al bezig om haar zaak te sluiten maar vindt het niet zo erg dat ze op ons heeft moeten wachten. De olie van de massage heeft onze kleren doordrenkt dus in het hotel vragen we een nieuwe waszak voor de wasserette. Snel een hapje eten en dan geheel glibberig naar bed, douchen mag nog niet, zo kort na de massage.

ZONDAG 3 AUGUSTUS: HIKKADUWA – COLOMBO
Het hotel heeft niet de vroege ontbijtservice die wij willen, dus we vertrekken om zeven uur zonder ontbijt richting station. De trein van 7.08 is te laat (het lijkt de NS wel) dus we hebben mazzel. Het eersteklas kaartje dat we kopen blijkt iets te pretentieus te zijn: een vergelijking van de coupe hier met die van een Nederlandse trein na een bezoek van een groep voetbalsupporters gaat niet ver mank. Na een schommelende rit van ongeveer twee uur komen we in Colombo aan waar we naar het vooraf uitgezochte Grand Oriental Hotel gaan. Volgens de Lonely Planet is dit een hotel in de categorie ‘topklasse van vergane glorie’ maar blijkbaar zijn wij toch niet grootstedelijk genoeg, we vinden het behoorlijk chique. Een hotel met liftbediendes, piccolo’s en waar je drankjes krijgt aangeboden nog voor je ingeschreven bent, hoort over het algemeen niet tot onze gebruikelijke categorie. In eerste instantie is er geen kamer vrij, misschien ’s avonds pas wordt er gezegd. Maar als we dan informeren naar de treintijden terug richting Hikkaduwa is er toevallig nog 1 kamer beschikbaar. Zelfs al wachten er nog meer gasten in de lobby. Blijkbaar willen ze ons als klant toch niet missen. Het Grand Oriental Hotel is bovendien het eerste hotel waar een televisie staat die heldere kanalen weergeeft en waar BBC-World te ontvangen is. In de kamer staat een minibar, dat mag ook wel voor een hotel dat samen met twee Hiltons tot de betere hotels van Colombo behoort volgens de Lonely Planet. Maar dacht je dat er wat in staat? Welnee, alleen een kan ijswater. Andere zaken zijn blijkbaar toch wat lastig voor dit religieuze land. Voordat de kamer beschikbaar is, kunnen we wel onze bagage afgeven. Daar gaat-ie, de piccolo, een klein dagrugzakje aan z’n schouder. Vermoedelijk is hij chiquere bagage gewend. Het vanmorgen gemiste ontbijt halen we hier ruimschoots in. Daarna gaan we de stad in. Tot onze verbazing (en ook wel wat ergernis) zijn bijna alle winkels gesloten. In heel Sri Lanka zijn ook op zondag de winkels open maar niet in de hoofdstad. Dat moeten ze in Amsterdam eens proberen. We bezoeken een paar tempels waar we uitleg krijgen over de herkomst van verschillende Boeddhabeelden. Het verschil tussen bijvoorbeeld een Koreaans en Sri Lankaans beeld kunnen we nu duidelijk zien. In een van de tempels is een verzameling giften van gelovigen in een soort museum opgenomen. Die giften variëren van kleine beeldjes, sieraden van zilver en goud tot een heuse oldtimer Mercedes uit 1929. Een opfrissertje nemen we in een van de Hiltons hier in de stad waar uitsluitend appartementen per maand te huur zijn voor bedragen vanaf vierduizend Amerikaanse dollar. Van de barkeeper die hier stage loopt voor zijn opleiding hotelmanagement horen we dat hij en zijn collega-stagiair 2500 rupie per maand verdienen, ongeveer 23 euro. Dat is dus nog niet eens 1 procent, een schrijnend verschil. Omdat de afstanden tussen tempels en winkels toch soms wat groot zijn nemen we een paar keer een tuktuk. We hebben het idee dat de bestuurders hier veel meer proberen je af te zetten en meer zeuren dan in andere plaatsen. En niet om vervelend te zijn maar gewoon uit principe, we gaan niet in op hun pogingen. Een bedelaar langs de weg vraagt geld. Het kleinste briefje dat we op dat moment hebben is 50 rupie en daar hebben we nu even geen zin in. Niet om zeikerig te zijn, maar het is al de –tigste bedelaar vandaag. We geven hem daarom het enige muntje dat we nog hebben. Dat leidt tot grote woede. Hij gooit het naar ons terug met veel geschreeuw, het is niet genoeg! Hollands als we zijn, rapen we het zelf weer op want ‘wie het kleine niet eert…’ Bij Laksala, de staatswinkel, kopen we T-shirts en een badjas voor A.. Omdat winkelen in de vochtige hitte van een kuststad als Colombo moe maakt, gaan we even terug naar onze hotelkamer waar Aniek leest en Trudy een dutje doet. Om 19.00 gaan we eten in het Harbour-restaurant voor een uitstekend buffet met een mooi uitzicht over de haven. Foto’s van de haven maken is absoluut verboden terwijl als je kijkt naar de grootte er niet echt sprake is van een infrastructuur die spionage aannemelijk maakt. Overigens lopen in de hele wijk rond het hotel vreselijk veel zwaar gewapende politieagenten rond, die – bij navraag – de woning van de premier, een ministerie en een AIVD-achtige instelling bewaken. Als we een kerk willen bezoeken die achter een van de vele roadblocks ligt krijgen we begeleiding van een van deze gewapende figuren. Helaas, de van origine Nederlandse kerk uit 1809 is dicht. Hoewel we al wel wat souvenirs hebben gekocht gaan we morgen nog even verder met de jacht op koopjes. Hopelijk zijn er dan meer winkels open.

MAANDAG 4 AUGUSTUS: COLOMBO – HIKKADUWA
Het ontbijt in het Grand Oriental smaakt uitstekend: Trudy neemt Sri Lankaanse hoppers – eentje met heel pittige uien en eentje met spiegelei – en Aniek proeft eerst van de milkrice en neemt daarna een omelet. Nogal gepeperd, en dat is eigenlijk niet de bedoeling. We gaan de stad in voor een shoppingtour. Bij het winkelcentrum van Liberty Plaza is niet de boekwinkel die we zoeken maar wel een zaakje waar ze krukjes met leren zittingen met olifantprint verkopen. Verkocht! De gezochte boekwinkel blijkt een eind verderop te zitten dus we nemen een tuktuk. Het is vandaag behoorlijk warm in Colombo en dan is zo’n vervoermiddel heel erg handig. Bij de Vijatha Yapa Bookshop op Unity Plaza vinden we wat we zoeken, Aniek is een boek over Ayurvedische geneeskunst rijker. Onderweg zien we een uithangbord van een Japans restaurant en daar gaan we lunchen. De uitgebreide sushi maaltijd is heerlijk. Ook bezoeken we nog de Dutch Reformed Church met in het gebouw veel plaquettes met erg Nederlandse namen. De diensten op zondag zijn echter in het Sinhalees. Na de lunch hebben we het in Colombo wel weer gezien, het is toch meer een zakenstad, en gaan we terug naar het station waar we in de exprestrein van twee uur terug naar Hikkaduwa stappen. Nu tweede klas en het enige merkbare verschil is de dikte van de stoelkussens. Wat een gebonk, wat een houten kont. Terug naar het Reefcomber Hotel waar ze dezelfde kamer als eergisteren voor ons gereserveerd hebben. Net onze gloednieuwe (in Colombo gekochte) rolrugzak kunnen we alvast de bagage herverdelen op een strategische manier. Aniek is erg in haar nopjes met deze aanwinst. Na dit gereorganiseer proberen we of we weer zo’n lekkere Ayurvedische massage kunnen regelen. Nieuwsgierig als we zijn, proberen we een andere zaak. Iets goedkoper maar achteraf gezien duurkoop. We betalen voor een massage van anderhalf uur door 2 masseuses en krijgen er een van krap 5 kwartier door 1 masseuse. Zeer haastig en hardhandig. De olie die gebruikt wordt ruikt niet lekker en de handdoeken zijn niet proper. Al met al deze keer teleurstellend. Ondanks het advies om de olie goed in te laten trekken voelen we ons zo vies dat we toch gaan douchen. ’s Avonds eten we een pizza bij het Sea View Restaurant en een dessert van curd en treacle. Bellen naar Nederland lukt niet, we proberen het verschillende malen in verschillende belhuizen. Morgen nog een uitstapje naar de maskermakers en dan schiet het al weer aardig op met onze vakantie.

DINSDAG 5 AUGUSTUS: HIKKADUWA – AMBALANGODA (v.v.)
Eerst maken we een afspraak voor Ayurvedische behandelingen bij hetzelfde ‘hospital’ als afgelopen zaterdag. Dan nemen we de bus naar Ambalangoda. Dat is een hele onderneming want als je niet uitkijkt hang je nog half buiten de bus als die al weer optrekt. De prijs van het buskaartje (10 rupie per persoon voor een rit over 12 kilometer) zegt gelijk iets over de kwaliteit van de bus: halverwege houdt hij er gewoon mee op. Breakdown. Geen nood, net als alle andere gebruikers uitstappen en de eerste de beste langskomende bus aanhouden, je bestemming roepen en als er geknikt wordt heel snel instappen want de chauffeur heeft z’n voet op het gaspedaal vastgelijmd. Wel een nieuw kaartje kopen want het kaartje uit de vorige bus is hier niet geldig. Aan overstapjes doen ze niet in Sri Lanka. In Ambalangoda bekijken we een vijftal maskerwinkels en ateliers en iets wat men een ‘museum’ noemt. Uiteindelijk kopen we er twee, eentje voor onszelf en eentje voor de buren, bij een maskermaker die wat achteraf woont. Het kost wat heen en weer geloop en onderhandelen over de prijs maar wij zijn tevreden en aan z’n gezicht bij het betalen te zien de maker ook.
Terug in Hikkaduwa hangen we wat rond in afwachting van de Ayurvedische behandelingen. Allebei een afsponsing met ‘milk-rice-fermentation’ en inderdaad, uren na deze behandeling vissen we nog de rijstkorrels achter onze oren vandaan. Wel heel lekker overigens. De massage dan, niet de rijst. Aniek neemt hierna een kruidenstoombad in een ouderwetse houten kist waar ze behalve haar hoofd helemaal in ligt. Het effect lijkt enigszins op een mix tussen een sauna en een Turks stoombad. In het Sinhalees heet deze behandeling Vashpa Sveda. Dat gaan we zeker in Nederland ook eens opzoeken. Trudy neemt een gewoon kruidenbad. Dat lijkt meer op een bad in een vijver vol met waterplanten dan het soort kruidenbad dat we in Nederland gewend zijn. Ook dit is heel erg lekker en rustgevend. We kopen wat kruiden bij de apotheek om thuis ook dat melkrijstgedoe te kunnen doen. Voor Aniek ook nog wat medicijnen tegen de hooikoorts. We mailen en bellen even met Nederland en horen dat het daar erg warm is. Dat maakt voor ons misschien de overgang minder groot. Het avondeten bestaat uit een aantal verrukkelijke roti’s bij een stalletje buiten het toeristisch deel van het dorp. We sluiten de dag af met een drankje aan de hotelbar. Morgen echt alles inpakken en naar Negombo.

WOENSDAG 6 AUGUSTUS: HIKKADUWA – NEGOMBO
Vroeger dan in de reisbeschrijving is aangegeven staat rond half tien het busje van Hemtours klaar om ons naar Negombo te brengen. Voor ons heel prettig want dan hebben we in Negombo nog wat tijd voor onze ‘Sinterklaasactie’. Met twee (sanitaire) tussenstops, een bij het luxe Mount Lavinia’ en een bij het nog luxere Airport Hotel, arriveren we iets na twee uur bij het Golden Star Beach Hotel. We brengen onze bagage naar de hotelkamer en staan even later met twee grote plastic tassen vol met ‘weggeefspullen’ weer buiten. Bij het Nursing Home wordt met de nodige verbazing en toch ook verlegenheid de verpleegspullen aangenomen. Hopelijk komen de injectienaalden, kleding, verbandmiddelen en klamboe iemand van pas. De arts van het Nursing Home wil perse iets terug doen. Hij snapt niet goed dat we gratis afstand doen van deze – in Sri Lanka – heel dure zaken. We willen niks, we willen het kwijt om zo plaats te maken voor andere dingen. Daarom geeft hij ons een vel papier met briefhoofd van het Nursing Home en zijn eigen adres. Hij biedt ons aan om met dit papier als ‘bewijs’ bij een volgend bezoek gratis bij hem te overnachten. Ook de fietsenmaker van het Negombo Cycle Center reageert verlegen. Fietshelmen, fietskleding, een spin, bidons, allemaal dure dingen die ze goed kunnen gebruiken. We maken maar een foto van de baas en zijn zaak. Leuk als aandenken en beloven hem er een op te sturen. Dan kan hij die mogelijk als reclamemateriaal gebruiken. Bij een pastryshop in het centrum halen we de schade van de gemiste lunch in met hete hapjes en veel drinken. Met de tuktuk gaan we terug naar het hotel om de fietsen weer reisklaar te maken. De KLM-fietsdozen staan nog in het hotel dus met een beetje hulp van twee hotelmedewerkers en heel veel tape worden ze weer goed verpakt. Even wachten met een drankje aan de bar bij het zwembad tot de souvenirshop aan de overkant van het hotel weer open is. In eerste instantie vinden we de dingen die daar liggen leuk maar aan de dure kant. Vergelijkbare winkeltjes blijken echter mindere kwaliteit te verkopen of nog duurder te zijn. Ach, met een beetje afdingen kom je ook een eind. We eten vanavond bij hetzelfde restaurant als de eerste avond. De eigenaar is wat wanhopig want door een stroomstoring heeft z’n zaak geen airco en doet de koelkast het niet. Geen probleem, de drankjes zijn nog net koel genoeg voor ons. Na een half uur wachten is de storing voorbij en kunnen we aan onze laatste maaltijd in Sri Lanka beginnen: maïssoep en pannenkoeken. Op tijd naar bed (20.15 uur) want vannacht om twee uur (02.00 uur!!!) loopt de wekker af en worden we opgehaald om naar het vliegveld te gaan.

DONDERDAG 7 AUGUSTUS: NEGOMBO – ROTTERDAM
Twee uur ’s morgens is erg vroeg maar toch zijn we behoorlijk wakker en niet eens zo moe. De bagage en fietsen zijn snel ingeladen en op het vliegveld aangekomen ook snel ingecheckt. Dan maar wat tax free shoppen tot het tijd is om in te stappen. Het vliegtuig vertrekt op tijd en 11 uur later staan we op Londen Heathrow. Ook daar wachten op de aansluiting naar Schiphol. Op Schiphol is het een kwestie van enkele minuten wachten op de bagage en hup, langs de douane. We worden opgewacht door G. om de eerste vakantieverhalen te kunnen vertellen. Met de trein en metro komen we uiteindelijk thuis. En na ruim 24 uur zonder slaap vallen we tegen half elf helemaal kapot in ons bed. De vakantie is weer voorbij!